Column: “Vergeet het verdriet van de mensen uit Nederlands-Indië niet”

Geplaatst in: Column, Identiteit, Erfgoed
Foto: (c) Maarten Corbijn / Corbino

San Fu Maltha is filmproducent, filmdistributeur en hoofdredacteur van het tijdschrift Pindah. Tevens is hij mede-oprichter van Stichting Meer Dan Babi Pangang. Hij is van Chinees-Indische en Nederlandse afkomst. Deze column verscheen gisteren in het NRC.

De lucht is helder. Het is 6 augustus 1945, net na 8 uur in de ochtend. Ze zijn al zes uur onderweg wanneer het luik van het vliegtuig zich opent. ‘Little Boy’ zoeft door de ijle lucht. Na 43 seconden op ongeveer 600 meter hoogte ontploft hij en vaagt alles weg in een straal van 1,6 kilometer. Brokstukken worden voortgestuwd, er vormt zich een enorme ‘paddenstoel’.

Hoe vertel je iemand… dat de dood van honderdduizenden burgerslachtoffers in Japan ook het leven heeft gered van vele onderdanen in en buiten de toenmalige kolonie Nederlands-Indië? Dat de omstandigheden in de Jappenkampen mensonterend waren en de behandeling wreed?

Dat de ‘hongerwinter’ in Nederlands-Indië ruim drie jaar duurde, omdat de Japanners rijst nodig hadden voor hun strijdkrachten?

Dat er ook Indische Nederlanders waren die niet werden geïnterneerd, ‘buitenkampers’, maar die allemaal geen baan meer hadden en dus geen geld, geen huis en geen eten? Dat meer dan honderdduizend Indonesische romusha’s (tot slaaf gemaakte arbeiders) zijn omgekomen tijdens deze bezetting? Dat er circa zeventigduizend vrouwen in Nederlands-Indië werden verkracht of als ‘troostmeisje’ seksueel werden misbruikt door Japanse militairen?

Schandalig gebrek aan kennis
Al jaren spreekt de Nederlands-Indische gemeenschap – inmiddels wordt uitgegaan van naar schatting bijna twee miljoen mensen – terecht haar verwondering uit waarom de herdenking van 15 augustus een ondergeschoven kindje is. Kennis over de geschiedenis van Nederlands-Indië zou dit kunnen veranderen. Oproepen werden gedaan om het vak geschiedenis op scholen aan te pakken. Helaas hielden de autoriteiten zich Oost-Indisch doof.

Eind juni dit jaar is de nieuwe canon van Nederland gepresenteerd. Hierin komt de bezetting van Nederlands-Indië slechts in één zin in het hoofdstuk ‘Tweede Wereldoorlog’ voor, en minimaal in het hoofdstuk ‘Indonesië (1945-1949)’. Schandalig. De geschiedenis van de grootste minderheid van Nederland wordt als dank voor hun ‘voorbeeld-integratie’ genegeerd. Zelfs in de ‘bevrijdingsjournaals’ van de NOS wordt geen aandacht besteed aan de landgenoten overzee. Of, wanneer dit wel gebeurt, foutief. Zo spreekt men over het lot van slechts 140.000 ‘Nederlanders’. Gebrek aan kennis, eurocentrisme, institutionele desinteresse, wie zal het zeggen? Voor de groepen die het betreft, is die nonchalance ronduit kwetsend.

Wie de geschiedenis van Nederlands-Indië wel kent, weet dat twee dagen na de ‘bevrijding’ van Nederlands-Indië, de Republiek Indonesië werd geproclameerd en de onafhankelijkheidsoorlog uitbrak. Niemand was meer veilig. Moorden, verkrachtingen en plunderingen waren aan de orde van de dag.

Nederland reageerde stiefmoederlijk op de overkomst van Nederlandse onderdanen die niet langer wilden of konden blijven in het nieuwe Indonesië. Zelfs tot na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in december 1949 waren alleen ‘witte’ Nederlanders (totoks) welkom. Indische Nederlanders, Molukkers, Peranakan-Chinezen, Toegoenezen, Papoea’s en Indo-Afrikanen zogeheten Belanda hitam waren dat niet. Pas na hevig politiek verzet mochten ze komen na betaling van veel geld (meestal via leningen) voor de overtocht en met achterlating van huis en haard.

Daar was toch geen honger?
Wit of niet, aangekomen in Nederland kon niemand zijn verhaal kwijt. In een warm land waar de bananen aan de bomen groeien kan toch geen honger zijn? En de Japanse bezetting was niets vergeleken met de Duitse in Nederland. In Opgevangen in andijvielucht beschrijft Griselda Molemans treffend de tekortschietende opvang. Tel daarbij op de vele mensen die, hoewel ze in overheidsdienst waren, geen salaris hadden ontvangen. En koppel dat aan hun veelgeroemde ‘voorbeeldige stille integratie’ dan krijg je een beeld van het niet erkende ‘Nederlands-Indisch Verdriet’ dat diepe wonden heeft geslagen.

Koning Willem-Alexander is elke vijf jaar aanwezig op de Herdenking van 15 augustus, dus ook deze zaterdag. Op 4 mei maakte hij historische excuses voor de houding van zijn grootmoeder ten opzichte van de Joodse Gemeenschap. Al eerder dit jaar maakte hij in Jakarta de late maar terechte excuses voor het gedrag van Nederland ten opzichte van de Indonesische bevolking in het verleden. Laten we hopen dat driemaal scheepsrecht is en hij nu ook excuses maakt voor de behandeling door Nederland van alle geledingen van de Nederlands-Indische gemeenschap. Inclusief de soldaten die niet vrijwillig meegesleurd zijn in een (handels-)oorlog.

It’s all about the money. Niet welkom, dan toch welkom, maar wel zelf de overtocht betalen. Salarissen niet of veel te laat uitbetalen. Claims en oorlogsslachtoffervergoedingen niet of te weinig uitbetalen. Terwijl Nederland toch ruime schadevergoedingen heeft gekregen van zowel Japan als Indonesië.

Ook de bedachte reclameslogan ‘75 jaar vrijheid’ gaat over geld. Want na die 75 jaar moet het eindelijk eens afgelopen zijn met dat gezeur om erkenning en geld.

Een pleister op de al veel te lang zwerende wonden? En zijn Papoea, de Zuid-Molukken en de West-Timor al bevrijd?

Laat de koning excuses maken aan de Nederlands-Indische gemeenschap
Door hun geruisloze aanpassing en het zwijgen van de eerste generatie dreigt het Nederlands-Indisch erfgoed te verdwijnen. Want zonder geschiedenis is er geen erfgoed. Een erfgoed en geschiedenis, die ook zichtbaar aanwezig moet zijn in de media. Zodat de derde en vierde generatie zich kunnen identificeren met hun diversiteit die iets toevoegt aan Nederland.

Nieuwe omroep
Elke vijf jaar kunnen organisaties zich aanmelden als c-omroep.

De nieuwe Omroep Bersama (samen) heeft zich daarvoor aangemeld. Vijftigduizend leden zijn nodig. Gezien de leeftijd van de eerste generatie is het nu of nooit. Zodat we ook na 75 jaar nog kunnen herdenken.

Zodat heel Nederland ook na 75 jaar kan herdenken dat de Tweede Wereldoorlog pas op 15 augustus is beëindigd en niet op 5 mei. En dat eindelijk de hele geschiedenis verteld kan worden, goed en slecht, van al die honderdduizenden landgenoten in Nederlands-Indië en niet te vergeten de miljoenen voormalige onderdanen van de Nederlandse staat in de voormalige kolonie.

Verder lezen

Identiteit     Interviews
Derde generatie

Intergenerationeel trauma veroorzaakt blokkades bij Kim Hoofs, wat maakt dat zij het zwijgen wil doorbreken

Column

Column: Voormoeder of geen voormoeder?

Column

Column: Comité Indië Weerbaar in Nederland