Stichting Indisch Dordrecht en het team boek Pensions houdt een crowdfundingsactie om een boek over de vergeten Indische contractpensions in Dordrecht uit te brengen. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen ongeveer 300.000 mensen uit voormalig Nederlands-Indië naar Nederland. Zij werden meestal opgevangen in contractpensions. Zo ook Vera Andreas (64), oprichter en voorzitter van Stichting Indisch Dordrecht, en haar familie.
Naar schatting kwamen 300 Indische gezinnen in Dordrecht terecht. “Lang geleden zag ik al dat er niets geschreven was over de opvang in contractpensions in Dordrecht. Dat verhaal moet verteld worden: het gaat om een periode van twintig jaar. De eerste generatie die ons veel kon vertellen is bijna weggevallen. Als we dit niet nu vertellen, gaat een stukje historie verloren”, legt ze uit. Daarom wil de stichting deze vergeten geschiedenis vastleggen in een boek. “Het is niet gelukt subsidie te krijgen. Gemeente Dordrecht heeft ook gedoneerd, maar we hebben nog niet voldoende geld voor het boek. Daarom zijn we een crowdfundingsactie gestart”, vervolgt Andreas.
Beroerd
Indische Nederlanders maakten in korte tijd veel mee: de traumatische oorlog(en) voor vertrek, het aanpassen aan een nieuw land en het leven in contractpensions. “Het was beroerd. De kamers waren klein, zeker voor grote gezinnen. Er was veel controle van maatschappelijk werkers. De mensen hadden weinig en er waren ook onderlinge spanningen”, licht ze toe. Daarbij waren de ‘repatrianten’ in de meeste gevallen nog nooit in Nederland geweest, en veel van hen hadden heimwee.
Werk
Diploma’s van Indische Nederlanders bleken in Nederland vaak niets waard te zijn, waardoor ze zich moesten omscholen of weer onderaan de ladder moesten beginnen. Vanwege de werkgelegenheid kwam een deel van de Indische Nederlanders in Dordrecht terecht. “Ze kwamen grotendeels in fabrieken te werken, zoals o.a. bij Fokker, Lips en koekjesfabrikant Victoria. Onze vaders en moeders hebben bijgedragen aan de hele economie van Dordrecht. Ze waren zo loyaal aan hun werkgevers”, zegt Vera Andreas. De ouders wilden een betere toekomst voor hun kinderen. “Daarom zeiden ze tegen hun kinderen: doe je best, zorg dat je goed terechtkomt en je diploma’s haalt”, herinnert ze zich.
Nieuwbouwhuis
Vera Andreas is geboren in Manokwari, Nieuw-Guinea. Op driejarige leeftijd kwam ze met zeven familieleden in een contractpension aan de Wolwevershaven in Dordrecht te wonen. “We hebben bijna twee jaar in het pension gezeten. Mijn vader volgde een jaar later en ontdekte dat de pensionhouder zomaar in de kamers kwam en de post opende. Dat vond hij onaanvaardbaar. Hij ging in Dordrecht lopen en zoeken naar een huis. Mijn vader zag een nieuwbouwhuis, hij heeft een ladder gepakt, is naar boven geklommen en heeft het huis van binnenuit opengemaakt. Daar kwamen we te wonen”, blikt ze terug.
Schuld
Door de naoorlogse woningnood waren veel Indische mensen aangewezen op een jarenlang verblijf in de contractpensions. Pension- en hoteleigenaren kregen financiële steun van de overheid om de Indische mensen kost en inwoning te bieden. “De overtocht naar Nederland, meubels, kleren en andere spullen moesten zelf betaald worden of via een lening terugbetaald worden. Dat was vaak een groot deel van huns salaris. Het aflossen van de schuld duurde jarenlang.
De Indische gemeenschap leerde van niets iets maken en is hierdoor creatief geworden. In crisistijd konden we toch overleven. Achteraf ben ik mijn opvoeding ook dankbaar”, zegt Vera Andreas.
Verborgen leed
Lang niet iedereen kijkt met dezelfde gevoelens terug op deze tijd. “Er zijn ook andere verhalen van verborgen leed en pijn. Deze mannen hadden een onbezonnen jeugd, zoals zovelen tot de oorlog. Ze moesten als jonge mannen alles achterlaten, ook de mensen die daar waren overleden en begraven”, vertelt Andreas. Eenmaal in Nederland was er weinig tot geen ruimte voor hun verleden. “Hier waren ze ondergewaardeerd, werden ze gepasseerd en gediscrimineerd. Hoe een vader was, dateert ook uit onder andere de pensiontijd. Hun frustraties werden op de kinderen geprojecteerd”, licht ze toe.
Toko
Vera Andreas runt Toko Y-von, de zaak die haar ouders 49 jaar geleden begonnen: “Er komen al vijf generaties families in de toko. Veel verhalen draag ik bij me. Ik heb nog veel lief en leed gedeeld met de eerste generatie. Als vijftienjarig meisje kwam ik in de winkel te werken.
Hier bespraken de Indische mannen hun ongenoegen met elkaar na het werk. Het was bijzonder te zien dat ze in de toko zo vrij met elkaar spraken, maar buiten hoorde je ze niet. Ik noemde ze het schaduwkabinet.”
Onwetendheid
Er is nog veel onbekend over de contractpensions en in bredere zin de Indische gemeenschap in Dordrecht. “Zelfs mensen in de binnenstad wisten niet dat er zo veel pensions waren. Ze kenden de Indische mensen van werk, sport, school, uit de kerk of straat door hun gastvrijheid, eten en muziek”, vertelt ze. “Nederlandse mensen wisten niets van onze geschiedenis. Er werd op school nooit over die geschiedenis verteld. Daar hebben Indische mensen moeite mee. Niet boos worden, denk ik dan, want wat weet jij van andere culturen en hun achtergrond? Het is onwetendheid en er werd door niemand over onze geschiedenis gesproken of wat er allemaal gebeurd is. Daarom proberen wij op een positieve manier ons verhaal te vertellen of initiatieven te organiseren. Mensen zijn oprecht geïnteresseerd”, vervolgt Andreas.
Bovendien was de Indische gemeenschap vrij gesloten. De gevolgen hiervan zijn nog altijd merkbaar, ook buiten de gemeenschap. “Jaren geleden had ik een gesprek met de directeur van het archief in Dordrecht. ‘Jullie moeten input geven en zo vormen wij het archief’, zei zij. “Het is goed als de Indische gemeenschap zelf ook initiatieven onderneemt”, concludeert Vera Andreas.
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.