Voor ’t echie?

Geplaatst in: Column, Identiteit
Foto: Bruce Hong

Nummer 3: Voor ’t echie?

Onlangs stapten we, mijn twee dochters, mijn man en ik, in de auto voor een lange rit om de panda’s te zien in het Ouwehands Dierenpark in Rhenen. Wu Wen en Xing Ya, twee dikke knuffelbeesten die met veel moeite naar Nederland zijn gehaald. Ze zijn hier voor een lange logeerpartij met de stiekeme hoop dat er een klein pandaatje uit geboren wordt. Dat zou pas wat zijn, een panda geboren in Nederland. Mijn dochters duimen ervoor.

Het vertrek van de panda’s was inderdaad erg mooi. Mooi gebouwd en mooi vormgegeven. Heel authentiek Chinees. Ik kan me heel goed voorstellen dat dit inderdaad het mooiste panda verblijf is van de hele wereld. We waanden ons echt even in China. Na tien minuten gekeken te hebben naar hoe Wu Wen lui achterover haar bamboe naar binnen slokte, hadden mijn dochters het wel weer gezien. We verlieten Pandasia en bekeken de rest van de dieren. Deze leken er een beetje bij te hangen. Het leek alsof alles om de panda’s draaiden en de rest van de dieren in de dierentuin tweederangsburgers waren geworden.

Ik heb het eigenlijk niet zo met dierentuinen en na het zien van de ijsbeer die steeds in en uit zijn holletje liep met z’n wiegende kop, alsof hij een soort autisme had en z’n uitgemergelde lichaam, kreeg ik een naar gevoel in mijn buik. Nee, dit was absoluut mijn laatste bezoek aan een dierentuin, dit voelde niet goed.

We liepen nog een rondje totdat het lunchtijd was en gingen vervolgens terug naar Pandasia. We wilden namelijk eten bij het Chinese restaurant waar het zo lekker rook. We bezetten een tafeltje en mijn dochters vonden dat alles er echt ‘heel Chinees’ uit zag. Ik geef het toe, het restaurant zag er heel origineel en authentiek Chinees uit. Vergelijkbaar met wat je in China kan verwachten. Alles was mooi en netjes en er draaide een Chinees deuntje die mijn oudste dochter herkende van haar kungfulessen. We bestelden aan de balie: twee menu’s en een losse friet, voor onze kleine lastige eter. De kommen noedels waren snel klaar en het rook helemaal niet slecht. Maar een kleine teleurstelling was er wel toen we het proefden. Het was aangepast! Waarom verwacht ik eigenlijk altijd dat als men ‘Chinees’ eten aanbiedt dat het dan ook authentiek zal zijn? Ik vraag mij af of mijn verwachtingen niet te hoog zijn? Het eten was prima te eten en alle andere gasten leken ervan te genieten. Maar toch bekroop mij het gevoel dat ik werd genept. De algehele sfeer en de setting was authentiek, waarom dan het eten niet? Waarom stond er niet één Chinese werknemer in het restaurant? Waarom bijvoorbeeld niet het restaurant juist zo authentiek maken dat mensen niet alleen maar voor de panda’s komen maar ook voor het eten? Chinees eten uit de streek waar de panda’s vandaan komen, dat zou pas echt tof zijn. Ik ben natuurlijk helemaal niet realistisch. Ik begrijp ook wel dat het merendeel van de bezoekers geen fluit geeft of het eten nou echt Chinees is of niet, als het maar voelt dat ze Chinees aan het eten zijn. Weten zij veel. Maar als Chinees zijnde vind ik het altijd jammer om ergens te komen waar alles klopt, maar het eten vaak net niet. ‘De Nederlanders voor de gek houden’ zeggen wij dan. Ach ja, mij mogen ze ook voor de gek houden, zolang de kinderen het maar eten. Want thuis gesmeerde boterhammen meenemen zie je mij dus ook echt niet doen.

Fenmei Hu is kunstenaar en columnist

Verder lezen

Boeken     Identiteit

Julie Ng van MDBP maakt boekenselectie over identiteit voor Bibliotheek Rotterdam

Column

Column: De vrouwenliefde bij Melati van Java

Column

Column: “Wat ik vooral overdraag aan mijn kinderen en kleinkinderen is de familiegeschiedenis”