Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool, waarmee ze mensen helpt hun verhaal op papier te zetten. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
15 augustus 1945 is een beladen datum. Je hoort het en van binnen deins je meteen terug. Want ja, die dag capituleerde Japan en toen begon een nieuwe oorlog. Voor mij is het een dag waar ik niet goed weg mee weet. Enerzijds denk ik: eindelijk, die capitulatie. Anderzijds voel ik de zwaarte van de jaren die erna kwamen, vol geweld en oorlog, die verschrikkelijke Bersiap. Dan de golven waarin Indische Nederlanders naar Nederland gaan. Je geboorteland verlaten, weten nooit meer terug te keren, en dan hier moeten zijn.
Het is een dag die een soort schakel is. Tussen de oude Indische tijd, de ellendige tijd en de nieuwe tijd. Zo anders dan in Nederland. Hier zijn foto’s gemaakt van blije mensen op straat, Nederlandse vlaggen weer uit, het oogt als een groot feest. Tot je bedenkt wie er allemaal niet op staan, omdat ze zijn weggevoerd. Toch zijn er die foto’s, ze bepalen het beeld van de bevrijding.
In Indië zijn er andere beelden, zo veel, ze passen niet eens in een enkel album. Mensen in de Japanse kampen die iets hadden gehoord, die weg gingen, op zoek naar familie, ondanks alle gevaren. Buitenkampers die niet wisten wat er nu zou komen, de Hollandse tijd was weg, de Jap ook, en dan nu wat? Krijgsgevangenen. Sommigen hoorden het veel later. De KNIL-militairen in Australië; er waren officieren die meenden dat nu een offensief genoeg was om Indië weer onder Hollands bestuur te brengen. Er waren ook kinderen van Japanse militairen, Indisch-Japans, wat zullen vooral de moeders angst hebben gehad.
In de krant Het dagblad, uitgave van de Nederlandsche Dagbladpers te Batavia van november lees ik over de troonrede van Wilhelmina, per radio in Indie te beluisteren: “Ik versta de gevoelens van bitterheid, die heerschen in de harten van hen aan wie dit groote onrecht is aangedaan en betreur diep het leed dat over de bevolking van Java is gekomen. Getracht zal worden dit zoo zwaar beproefde land voor de toekomst te redden, de toekomst van het Gemeenebest, gebouwd op een vrijwillig aanvaarden van de Rijkseenheid. Geen koloniale overheersching zal worden nagestreefd, doch slechts een eendrachtige samenwerking tusschen Indonesiërs en Nederlanders, op een harmonische ontwikkeling van Indië en de zorg voor de veiligheid en welvaart van Indië zal niet uit het oog worden verloren.”
Woorden waaruit al het besef sprak dat het Indië heel anders zou zijn. En ook met besef dat zo velen zo veel kwijt waren. Toen moesten die andere oorlogsjaren nog beginnen. Bersiap, politionele acties.
Voor ons, die het niet hebben meegemaakt, onvoorstelbaar.
Ik lees levensverhalen over de tijd van toen, van degenen die het hebben meegemaakt, en elke keer weer ben ik verbijsterd. Dat zoiets kan. En hoe lang die andere oorlog na de capitulatie duurde. Om daarna nog mee te reizen naar Nederland, in de generatie die het had doorstaan, en hoe de oorlog verder reisde door de generaties heen.
Het is ingewikkeld, zeker weten. Maar het is wel Indië, het is deel van de nationale geschiedenis. U en ik zijn verplicht om te proberen dit te begrijpen.