Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool, waarmee ze mensen helpt hun verhaal op papier te zetten. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
Wat Indisch is, daar valt veel over te zeggen als ik met Lody Zandbergen (1948) spreek. Aan zijn kinderen en kleinkinderen geeft hij het door, zonder het met zoveel woorden te benoemen. Hij is filosoof, fysiotherapeut, veteraan, pensionado, en zorg-opa. Lody vertelt.
“Mijn kleindochter Nadine is 12, haar broertje is 10 en haar neefjes zijn 8 en 6 jaar. Nadine hoorde ik een keer tegen haar broertje zeggen: “Ik ben meer Indisch dan jij.” Op dat moment vond ik het grappig. Maar daarachter zat: hoe ga je nou berekenen hoe Indisch je bent? Twee jaar geleden vroeg haar neefje Rover (nu 8 jaar): “Opa, hoe Indisch ben ik eigenlijk?” Want zijn moeder is een Indisch meisje en zijn vader, mijn zoon, heeft een Hollandse moeder.
Dat wordt lastig om uit te rekenen. Want het feit dat je gemengdbloedig bent, levert de oplossing niet. We hebben vier bloedgroepen en elk mens heeft daar één van. Dus daarmee kom je er niet. Hoe moet je dan berekenen hoe Indisch je bent? Dat is onmogelijk. Dus dat moet je je verder niet afvragen. Dat was mijn antwoord.
Als ik met ze praat, gaat het over Indisch eten en Indische familie. Ik gebruik het woord Indo heel weinig. Het kan daar door komen. Haar moeder draagt wel een T-shirt met het opschrift ‘Proud to be Indo’. Daar zou ik nooit mee lopen.
Wat ik vooral overdraag aan mijn kinderen en kleinkinderen is de familiegeschiedenis. Daarin zit het Indische, via mijn moeder, een meisje Varkevisser. Ze komen oorspronkelijk uit Katwijk; de allereerste Varkevisser was een kapitein van VOC. We horen tot de oudste Indische families.
Ik vertel tot aan mijn grootouders, dat wil zeggen over wat ik wil wat mijn kinderen ervan weten. Mijn eigen opa en oma van beide kanten, dus heel summier. Mijn moeder en haar zus kennen mijn kinderen nog, maar mijn kleinkinderen alleen van de foto’s en de verhalen. Van de Hollandse tak kennen mijn kinderen alleen mijn vader en man van mijn zus en hun zoon. De zichtbaar Indische neef, van hun moeders kant (Hollands) kennen ze de twee broers en zus hun moeder. En diens kinderen, hun vier Hollandse neven en een nicht.”
Zo kan het dus ook. Gedoseerd overdragen en voor wie meer wil weten, ligt er een boek klaar. Vertellen en zwijgen tegelijk, de tegenstelling verenigd.