De Bersiap, de chaotische en gewelddadige periode direct na de Japanse capitulatie in 1945, blijft een van de meest beladen episodes uit de geschiedenis van Indonesië en Nederland. Het was een tijd waarin tienduizenden mensen omkwamen, waaronder Europeanen, Indo-Europeanen en Chinezen, en waarin Indonesische jongeren en milities zich met geweld verzetten tegen alles wat het koloniale verleden symboliseerde. Historicus Robert Cribb, een autoriteit op het gebied van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, gebruikte ooit de term “brief genocide” om de Bersiap te beschrijven. Tegenwoordig ziet hij dat anders.
Dit artikel is mede gebaseerd op interviews die zijn opgenomen voor de veelvuldig bekroonde documentaire Indië Verloren… Selling a Colonial War van regisseur In-Soo Radstake.
“Toen ik de term ‘brief genocide’ gebruikte, ging ik uit van een aantal van ongeveer 20.000 Europese slachtoffers in deze periode,” legt Cribb uit. “Dat aantal zou ongeveer 8% tot 10% van de Europese bevolking in Nederlands-Indië vertegenwoordigen. Dat is substantieel genoeg om het als genocide te beschrijven.” Het aantal slachtoffers dat Cribb destijds gebruikte, was gebaseerd op schattingen en extrapolaties van destijds beschikbare gegevens. Die schattingen werden destijds ook ondersteund door andere historici, wat Cribb vertrouwen gaf in zijn conclusies. Maar, zo erkent hij, later onderzoek (onderdeel van het ODGOI onderzoek) bracht nuance.
Recent en zorgvuldig onderzoek naar de omvang van de Bersiap-doden heeft geconcludeerd dat het werkelijke aantal slachtoffers aanzienlijk lager ligt dan de aanvankelijke schattingen. “Het blijkt dat het aantal doden waarschijnlijk dichter bij de 5.000 ligt,” zegt Cribb. “Natuurlijk is 5.000 een groot aantal, 5.000 tragedies, maar het maakt de schaal van het geweld substantieel kleiner.”
“Voor mij haalt dit het uit het domein van genocide.”
De reflectie van Cribb is gedurfd in zijn openheid over het herzien van eerdere conclusies. “Als academici moeten we bereid zijn te erkennen dat we soms fouten maken. We baseren onze oordelen op het bewijs dat we hebben en hoe we dat bewijs destijds interpreteren. Maar in dit geval moet ik concluderen dat mijn interpretatie dat het om genocide ging, onjuist was.”
De term ‘genocide’ draagt zware implicaties, legt Cribb uit. Hij verwijst naar systematisch en opzettelijk beleid gericht op de uitroeiing van een specifieke groep. De Bersiap, daarentegen, was eerder een reeks gewelddadige en ongecoördineerde uitbarstingen in een periode van politieke chaos en onzekerheid. “Het geweld was verschrikkelijk, maar het was niet georganiseerd of systematisch genoeg om het genocide te noemen,” zegt Cribb. Hij benadrukt dat het belangrijk is om de gebeurtenissen serieus te nemen zonder de schaal ervan te overdrijven.
“Als we willen begrijpen wat er is gebeurd en waarom, moeten we precies zijn: niet ontkennen, maar ook niet overdrijven.”
Een van de redenen waarom Cribb eerder voor een hoger slachtofferaantal koos, was de neiging om cijfers te extrapoleren in afwezigheid van harde data. “Het is erg verleidelijk om cijfers op te schroeven om een gebeurtenis ernstiger te maken,” zegt hij. “Maar dat doet geen recht aan de feiten. Ik heb door de jaren heen geleerd om veel voorzichtiger te zijn met cijfers, niet alleen met betrekking tot de Bersiap, maar ook andere massamoorden, zoals de communistische zuiveringen in 1965-1966 in Indonesië.”
Het herzien van historische interpretaties is volgens Cribb een fundamenteel onderdeel van academisch werk. “Het is onze taak om continu te blijven leren en ons begrip te verdiepen,” zegt hij. De Bersiap was een periode van ongekend geweld en verdriet, maar ook van chaotische en complexe oorzaken. Voor Cribb is het nu duidelijk dat termen zoals ‘genocide’ niet voldoende recht doen aan de nuances van deze tragische tijd.
De Bersiap blijft een gevoelig onderwerp dat zowel in Nederland als Indonesië beladen is met emotie en politieke betekenis. Door zijn eerdere conclusies publiekelijk te herzien, nodigt Cribb ons uit om niet alleen het verleden te blijven onderzoeken, maar ook om kritisch te blijven op hoe we dat verleden interpreteren. “We moeten niet bang zijn om onze eigen fouten onder ogen te zien,” concludeert hij. “Dat is hoe we geschiedenis recht doen.”
N.B. afbeeldingen van het geweld zijn zeer grafisch. Via deze link kunnen er foto’s bekeken worden.