Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool. Zij is vaste columnist bij ons en elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
Hoe draagt dat, een hoed van bamboe? Als ik de berichten mag geloven: gemakkelijk. Lekker lang in de nek zodat je bescherming tegen de zon hebt. Vooraan een brede rand voor hetzelfde en opzij flappen die je wel of niet omhoog kunt doen. Dat je zegt: het ideale model. Maar nergens meer te koop of te krijg.
Pas in de late jaren 1930 werd de bamboehoed ingevoerd bij het KNIL. Naar Nederlandse gewoonte gingen daar natuurlijk vele jaren van vergaderen en experimenteren aan vooraf, ook al had generaal Van der Heijden al in 1877 verstandige opmerkingen gemaakt over de hoed behorende bij het uniform en ook al hadden drie willekeurige militairen met tropenervaring de juiste aanwijzingen kunnen geven. Maar als Nederland kán vergaderen, dan gáát Nederland vergaderen. Dus daarom duurde het zo lang.
En kort. Want de oorlog was dichtbij.
Nu ik aan een boek over het KNIL werk, wil ik ook zo’n hoed. Niet om te dragen, want zoiets roept tegenwoordig veel te veel vragen op, maar om naar te kijken en langdurig over te dagdromen. Ik heb een gemiddeld hoofd, geloof ik, zij het wat aan de grote kant voor een vrouw, dus een maat M-L zou het beste zijn. Af en toe opzetten wil ik het toch. Thuis, om te kijken hoe het staat. En voor de inspiratie.
Dus ik ben overal gaan kijken en vragen. Bamboehoed gezocht. Nop. Niet op Marktplaats, evenmin bij re-enactmentclubs en een verzamelaar in Indonesië schreef vooralsnog niet terug, wat ook aan mij kan liggen.
Vermoedelijk zijn er duizenden hoeden gefabriceerd. Die kunnen toch niet allemaal versleten, vernield of zoek zijn? Bamboe is stevig spul, dat kan generaties lang meegaan, dus er moeten meer exemplaren zijn overgebleven dan de enkele die in een museum terecht zijn gekomen.
De onvindbaarheid stemt tot nadenken over de herinneringen aan het KNIL. De tastbare herinneringen, bedoel ik. Toen ik Marktplaats doorspitte, kwam ik sabels tegen van gemakkelijk een eeuw oud, maar ja, van het Nederlandse leger. Petten en hoeden: hetzelfde verhaal. De hoeveelheid spullen uit de Tweede Wereldoorlog is overweldigend. Hier zijn zelfs speciale websites voor, die originelen te koop aanbieden, waarvan online feestwinkels dan een kopie hebben. Maar een enkele eenvoudige bamboehoed van het KNIL zag ik nergens.
En wat je niet ziet, dat is er niet.
Maar voor opgeven ben ik inmiddels te geobsedeerd. Waar zijn al die hoeden toch gebleven?