Vilan van de Loo schrijft nieuw boek over KNIL

Geplaatst in: Boeken, Column, Identiteit
Afbeelding: Schilderij van Jan Hoynck van Papendrecht - De uniformen der Nederlandsche zee -en landmacht. Hier te lande en in de koloniën, 1900.

Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool. Dit jaar verscheen Uit naam van de majesteit, een biografie over de beruchte militair Van Heutsz. Zij is vaste columnist bij ons en elke vrijdag verschijnt er een nieuwe column van haar hand.

“Dat is voorbije zaak,” hoor ik als ik weer eens een vraag over het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) stel. Daarna volgt het gebruikelijke betoog met vooroordelen en ook met de mededeling, dat er geen militairen meer zijn die bij het KNIL waren.

Ik ken er al vier, en dan heb ik nog niet eens diep nagedacht. Maar hoe het is tegenwoordig: wat de combinatie militair plus Indië betreft, gaat alle aandacht uit naar de Indië-veteranen, en wat er daarvoor bestond, lijkt niet te bestaan. De laatste maanden begon me dat geleidelijk meer en meer te irriteren. Op Facebook en Twitter wilde ik discussies beginnen en bozige dingen roepen, ver over de grens van redelijkheid. Het leek net of ik een vergeten soldaat van het KNIL was.

Ongeveer elke maand vraagt iemand me hoe ik aan een onderwerp voor een boek kom. Dat is een goede vraag om te stellen aan iemand die altijd aan één, liefst meer, boeken werkt, als een manier van leven. Eigenlijk is het zo dat een onderwerp zich aan mij opdringt. Langzaam en zeker gaat het steeds meer ruimte innemen. Ik denk er vaak aan: hoe dit of dat toch geweest kan zijn. Ik koop boeken over dat onderwerp, daarna een mandje om de boeken bij elkaar te bewaren en daarna koop ik een tweede mandje omdat het eerste vol is. Dan komt het moment van de waarheid, waarop ik aan mezelf vraag: als ik nog maar één boek mag schrijven in de rest van mijn leven, is dit het boek?

Deze week voelde ik: ja, wat het KNIL betreft. Als ik in mijn huiskamer rondkijk, staan er twee, drie mandjes vol boeken die met het KNIL te maken hebben, ik heb gigabytes aan militaire brochures en artikelen en als er geen beperkingen op reizen en verblijven waren, was ik nu KNIL-veteranen aan het interviewen. Ik ga dus een geschiedenis van het KNIL schrijven. Geen encyclopedie, dus niet alles en iedereen krijgt er een plaatsje in. En er komt beeld in, maar het wordt ook weer geen fotoboek. Ik ga antwoord geven op de vraag die me het meeste bezighoudt: hoe was het om deel uit te maken van het KNIL?

Sinds ik dat besluit heb gekomen, is er iets blijs in mijn dagen gekomen. Een gezonde obsessie maakt gelukkig. Ik word wakker en denk aan het KNIL. Ik ga naar bed en denk aan het KNIL. En als u wat weet, dan hou ik me aanbevolen.

Foto Vilan van de Loo – Edoland

Verder lezen

Interviews     theater

De Bananengeneratie houdt QiQi van Boheemen een spiegel voor, en dat is confronterend: ‘Ik wilde als wit gezien worden omdat ik me wit voelde’

Column

Column: Indische bijna-doodervaring

Column

Column: De excuses voor het slavernijverleden rijten Indische koloniale wonden open