De Grote Postweg (nu: Jalan Raya Pos) is een weg van ruim 1000 kilometer die in eerste instantie voor militaire doeleinden is aangelegd op Java. De weg verbindt het noordwesten en het noordoosten van Java met elkaar en gaat onder meer langs Jakarta, Bogor, Semarang en Surabaya. Vandaag de dag is de – inmiddels geasfalteerde – weg nog altijd een van de belangrijkste wegen van Indonesië. Maar achter deze weg schuilt een donkere geschiedenis.
De Bataafse Republiek, een voorloper van Nederland, werd in 1806 ingelijfd bij het Franse Keizerrijk onder leiding van Napoleon Bonaparte. De naam veranderde toen in Koningrijk Holland. Napoleon wees zijn broer Lodewijk Napoleon Bonaparte aan als koning. Lodewijk Napoleon benoemde in 1807 Herman Willem Daendels tot gouverneur-generaal van Nederlands’ kolonie in Oost-Indië. De Napoleontische oorlogen (1803-1815) zorgden voor veel onrust wereldwijd. Daendels kreeg van Lodewijk Napoleon onder meer de taak om Java te verdedigen tegen de Britten, die dat jaar ook het huidige Mauritius waren binnengevallen. Daarom ontstond bij de gouverneur-generaal het idee een weg aan te leggen op Java om legereenheden en militaire goederen sneller en makkelijker te verplaatsen. Sommige delen van de weg bestonden al en zijn verbeterd – deze werden eerst regelmatig aangetast door tropische regenbuien – andere stukken moesten nog worden aangelegd.
Dwangarbeid
Met de dreigende situatie wilde Herman Willem Daendels de weg zo snel mogelijk af hebben. Uit brieven van de minister van Koloniën aan Daendels blijkt echter dat de financiering van de weg lastig was en dat de uitgaven drastisch moesten worden verminderd. De lokale bevolking werd daarom opgepakt en gedwongen tot herendiensten: een verhullende term voor dwangarbeid. Alleen op bepaalde moeilijk aan te leggen stukken, zoals in een bergachtig gebied, kregen ze een kleine vergoeding. Ook lokale leiders moesten veel arbeiders rekruteren. De Grote Postweg was al binnen een jaar, in 1809, voltooid. De omstandigheden waarin de dwangarbeiders werkten waren zeer slecht: ze werkten lange dagen in de hitte, kregen onvoldoende eten en drinken, er werd geweld tegen ze gebruikt en er heersten ziektes. Daarnaast moest hun voortgang aan strenge eisen voldoen. Daendels’ bijnaam bij de Indonesische bevolking was ‘toean besar goentoer’, dat ‘bulderende grote heer’ of ‘meneer donder’ betekent.
Tekst gaat verder na afbeelding
Doden
Politieke tegenstanders van de gouverneur-generaal Daendels vestigden de aandacht op de dood van Javaanse dwangarbeiders. Majoor William Thorn schreef in 1815 dat ‘ongeveer twaalfduizend inboorlingen zouden zijn omgekomen bij de bouw ervan, voornamelijk als gevolg van de ongezondheid van de bossen en moerassen waar het doorheen loopt’. Ook Nicolaus Engelhard, de gouverneur van de noordoostkust van Java die zijn functie kwijtraakte toen Herman Willem Daendels het gebied in kleinere stukken opdeelde, sprak zich uit over het lot van de dwangarbeiders. Volgens hem zijn vijfhonderd dwangarbeiders om het leven gekomen tijdens de aanleg van de weg in het bergachtige gebied Megamendung, in de buurt van Buitenzorg (Bogor). Engelhard benadrukte dat de cijfers een schatting waren die waarschijnlijk lager uitvielen, omdat deze exclusief de doden waren die waren overleden aan daar opgelopen ziekten. Hij kwam zelfs op ‘duizenden’ doden uit als hij de overleden dwangarbeiders van het bosachtige gebied Weleri erbij optelde. De onenigheden tussen zowel de Britten en de Nederlanders als het persoonlijke conflict tussen Daendels en Engelhard maken het echter lastig dit als betrouwbare bronnen te zien.
Post
Vanaf 1810 werd de weg ook gebruikt om post te vervoeren. Tussen Batavia en Surabaya werden vijftig postkantoren gebouwd om de communicatie met Daendels’ ambtenaren te verbeteren, mede omdat post per zee door de Britten werd tegengehouden. De postbezorging werd een stuk efficiënter: een brief van Batavia naar Surabaya deed er eerst 10 tot 14 dagen over om aan te komen, met de aanleg van de Grote Postweg en wisselstations voor paarden daalde dit naar 3 tot 4 dagen. In 1857 werd de Groote Postweg voor burgers toegankelijk.
Tekst gaat verder na foto
Film
De documentaire Jalan Raya Pos – De Groote Postweg (1996) van Bernie IJdis wisselt beelden van de weg en interviews met weggebruikers af met opnames bij de Indonesische schrijver Pramoedya Ananta Toer thuis. Toer schreef voor de film een essay over de Grote Postweg. Over de dwangarbeiders zei hij onder meer: “Wie het hem toegewezen traject niet binnen de tijd afkreeg, werd opgehangen aan een boom langs de weg.” De verbanden tussen de onderdrukking in het verleden en het toenmalige autoritaire regime van Soeharto worden duidelijk in de film. “De kleine man die vroeger onder de Nederlanders een anoniem slachtoffer was is het nu weer voor de huidige regering”, zei regisseur IJdis in een interview met Filmkrant.
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.