In de geschiedschrijving van de VOC staan nog altijd de Europese mannen centraal terwijl de (veelal slaafgemaakte) Aziatische vrouwen die een cruciale rol speelden nauwelijks ter sprake komen. Historica Suze Zijlstra maakt ze in haar boek ‘De Voormoeders’ zichtbaar.
“Zelfs als we hun namen niet weten en nooit zullen kunnen vinden, zelfs als ze lange tijd zijn verzwegen: onze Aziatische voormoeders hebben bestaan.” In het in september verschenen boek ‘De Voormoeders’ werpt historicus Suze Zijlstra nieuwe licht op de sociale, economische en culturele sleutelrol die Aziatische vrouwen en hun Europees-Aziatische nakomelingen speelden tijdens de ruim driehonderdjarige Nederlandse overheersing in de Indonesische Archipel. Hiervoor reconstrueerde ze het leven van de voormoeders in haar eigen familie. Aan de hand van familieverhalen en op basis van archief- en literatuuronderzoek plaatst Zijlstra hun leven in een bredere, kritische en actuele historische context. Volgens Zijlstra is dit nodig want in de geschiedschrijving van de VOC staan nog altijd de Europese mannen centraal terwijl de (veelal slaafgemaakte) Aziatische vrouwen die een cruciale rol speelden nauwelijks ter sprake komen.
Je was al vrij vroeg geïnteresseerd in je roots?
“Mijn oma vertelde uit zichzelf heel graag over haar tijd in Indië. Dat kregen we als kind al mee. Ze vertelde natuurlijk niet over alles, ze was wel selectief in wat ze kwijt wilde, hoewel ze ook wel iets losliet over het interneringskamp waar ze uiteindelijk in terecht kwam. Pas toen ik ouder was vertelde ze hier iets gedetailleerder over. Als student ging ik haar interviewen en zette dit op cassettebandjes. Achteraf vind ik het jammer dat ik er geen film bij heb gemaakt. Het heeft dus altijd wel op de achtergrond gespeeld, maar ik was niet echt van plan daar iets mee te doen. Tot ik een column schreef over de wereld van de VOC en de vergeten Aziatische vrouwen. Iemand benaderde me toen of ik al eens over een boek over dit onderwerp had nagedacht. Zo ging het balletje rollen.”
Zelf had ik altijd gedacht: als ik ooit met pensioen ben dan ga ik wel een keer iets met die bandjes van mijn oma doen. Maar het liep dus anders.
Je hebt het tij natuurlijk nu ook mee, met het onderzoek naar het koloniaal verleden?
“Zeker. Mijn boek gaat over het VOC verleden, maar ook over vrouwengeschiedenis en dan ook nog geschreven vanuit een familieperspectief, zodat het toch allemaal nog een stukje dichterbij komt. Het is nu ook de tijd ervoor denk ik. Er verschenen al veel boeken van de tweede generatie en de derde generatie roert zich al middels theatervoorstellingen, kunst en documentaires. Nu verschijnen er ook boeken van de derde generatie. Bijvoorbeeld van Ellen Deckwitz en Malou Holshuijsen. Ook Lara Nuberg is bezig aan een boek en heeft al een boek gepubliceerd met Lala Bohang.”
Hoe was het voor jou om erachter te komen dat jouw familie ook aan slavenhandel deed?
“Toen ik aan mijn boek begon, wist ik nog niet dat mijn verre voorvaderen en waarschijnlijk ook voormoeders aan slavenhandel deden. Dat stond ook niet in die stamboom die ik terugvond van een genealoog over de Rosenquists. Alleen dat die voorvader een schip had, maar niet wat of wie daar op vervoerd werd. Maar ik wist al zodanig veel door allerlei andere onderzoeken over Zuidoost-Azië tijdens de VOC dat dit me uiteindelijk niet verbaasde.”
Het was dus niet zo dat ik dacht: hé, dit heb ik totaal niet zien aankomen.
Wat heeft het boek jou gebracht?
“Nadenken over het verleden en hoe ik daartoe in verhouding sta, heeft mij beter inzicht gegeven in mijn geschiedenis. En ik kom natuurlijk uit de academisch wereld waarin alles in het Engels geschreven moet worden en er geen plaats is voor emotie of persoonlijke bevindingen. Ik merkte tijdens het schrijven van dit boek dat het me veel plezier en voldoening gaf, omdat het net wat meer creatieve ruimte geeft. Ik kon er meer van mezelf in stoppen, mijzelf explicieter laten zien. Dus dit is zeker een kant die ik verder wil ontwikkelen.”