Don’t skip Jakarta
Ik moet toegeven, ik ben niet objectief. Waar ik altijd al een zwak heb voor ‘the underdog’ heb ik al helemaal een zwak voor Jakarta. Mijn hart breekt elke keer weer een beetje als ik iemand hoor zeggenː “Jakarta? Daar moet je zo snel mogelijk weg.” Ik denk namelijk dat iedereen die dat zegt én geen geldig excuus heeft, de stad niet goed (genoeg) heeft ontdekt of niet een goede kans heeft gegeven.
Laten we even bovenaf beginnen, aan de haven. De historie die er in zo’n haven ligt, of je hem nou een held of schurk vind, Jan Pietersoon Coen ‘himself’ heeft hier gelopen. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de opbouw van Nederland zoals hij nu is. De schilderijen die werden geschilderd van VOC-schepen, hadden veelal een uitzicht op deze haven. En hoewel het nu nog maar een schaduw is van zijn oorspronkelijke status, moet je er toch even bij stil staan hoe het zou zijn als al die pinisi statige heren in witte pakken zouden vervoeren (over de ‘inlanders’ die je er dan bij ziet hebben we het de volgende keer)
Op loopafstand kan je het deels afgebrande Maritiem museum vinden (1). Waar gidsen je graag rondleiden en hun kennis over de gezamenlijke geschiedenis van Nederland en Indonesië met je willen delen, welke kruiden er werd gestreden of welke gebouwen er wanneer werden gebouwd.
Om je dag een rustige pauze te geven kan je een kleine wandeling maken richting het plein tegenover het Jakarta History Museum, naar Café Batavia. Hoewel de bitterballen niet echt om naar huis te schrijven zijn, zijn de drankjes wel erg verkoelend. Om de hoek van Café Batavia zit het Monetair museum. Toen ik voor het eerst door een accountant werd gewezen op dit museum was ik toch wat sceptisch. Als accountant móet je wel een zwak voor geld hebben. Echter, eenmaal binnen werd ik duidelijk aangenaam verrast. Niet alleen is dit de Factorij van Coen, hier is ook nog bijna de hele VOC-handel begonnen. Het is nog onduidelijk of het een poging is om ‘tempo doeloe’ te doen herleven, of dat het een soort van gemakzucht is om dingen niet weg te halen. Hoe dan ook, bijna alles dat wordt uitgestald in het museum is met een kleine vertaalslag naar oud-Neederlandsch te lezen en waan je je even in 1920.
Wanneer je vriendelijk wordt verzocht het museum te verlaten (aangezien het meestal al rond 15.00 uur dicht gaat) en je met nostalgische gevoelens terugkijkt op de rust van 1920 in het monetaire museum, kan je je laten vervoeren naar de Tugu Kunstkring. Dit restaurant is in 2014 geopend in een koloniaal gebouw uit 1914 en na een wilde geschiedenis met berovingen en tentoonstellingen van bekende schilders is het nu een ‘high-end’ restaurant geworden met boven zalen en kunstwerken om wederom even bij weg te zwijmelen.
(1) Museumbrand in voormalig VOC-pakhuis in Jakarta. (z.d.). Geraadpleegd op 15 juli 2019, van https://nos.nl/artikel/2212162-museumbrand-in-voormalig-voc-pakhuis-in-jakarta.html