Educate yourself

Hoe vrijmetselarij net als de koloniale regering verdeel en heers toepaste in Nederlands-Indië

Geplaatst in: Historie
Klassenfoto met vrijmetselaarssymbolen passer en winkelhaak, ca 1919/1920. Collectie Wereldmuseum via https://hdl.handle.net/20.500.11840/36504
Vrijmetselarij is een van oorsprong geheime beweging die naar geestelijke en morele verheffing, onderlinge waardering en hulpverlening streeft. Het is een seculiere organisatie die in de achttiende eeuw in haar huidige vorm ontstond. Ook in Nederlands-Indië was de vrijmetselarij actief.

Begin achttiende eeuw ontstond in Londen de organisatiestructuur van de vrijmetselarij: de vaak landelijke grootloges vormen het overkoepelende bestuur voor loges, kleinschaligere vrijmetselarijorganisaties. De Nederlandse grootloge werd in 1756 opgericht. Enkele jaren later richtte Jacobus Cornelis Mattheus Radermacher, de zoon van de eerste Nederlandse grootmeester van vrijmetselarij, de eerste loge La Choisie op in Batavia. Het was bovendien de eerste loge in Azië. Pamfletten over vrijmetselarij werden in het Maleis, Javaans en Chinees verspreid en riepen specifiek de Indonesische bevolking op om lid te worden.

Westerse ideologieën
De vrijmetselarij en het koloniale bestuur waren er allebei bij gebaat om westerse ideologieën te verspreiden onder de Indonesische elite. Dit komt omdat de vrijmetselarij godsdienstfanatisme en religieuze dogma’s verwerpt, en deze aspecten door het koloniale bestuur als bedreiging werden gezien. Enerzijds had je priyayi en abangan, anderzijds santri. Priyayi zijn mensen van adel voortkomend uit het hindoeïsme, en abangan zijn moslims die zich laten leiden door natuurgeloof. Santri daarentegen zijn orthodoxe moslims die Arabisch en islamitisch onderwijs volgen. Arabist en islamkenner Christiaan Snouck Hurgronje was adviseur van het koloniale bestuur. Op zijn advies werd verdeel en heers toegepast door onderwijs voor priyayi en abangan te stimuleren.

Maatschappelijke initiatieven
De vrijmetselaren hadden aandacht voor spiritualiteit en oude religies – in hun ogen de niet-fanatieke – en bezochten plekken zoals het boeddhistische tempelcomplex Borobudur. Vanaf 1860 hielden vrijmetselaars in Nederlands-Indië zich steeds meer bezig met maatschappelijke initiatieven. Ze richtten bijvoorbeeld bibliotheken, weeshuizen en banken op. Daarnaast stimuleerden vrijmetselaars het onderwijs door kleuterscholen, basisscholen, middelbare scholen en ambachtsscholen op te zetten. In de twintigste eeuw richtte het regeringsbeleid zich op ethische politiek, waardoor de belangen van het koloniale bestuur wederom overeenkwamen met die van de vrijmetselaars.

Tekst gaat verder onder de foto

Vrijmetselaarsloge met passer en winkelhaak op het gebouw in Nederlands-Indië, ca. 1935. KITLV 121156 via http://hdl.handle.net/1887.1/item:707486

Vooraanstaande leden
Hoewel de vrijmetselarij en het koloniale bestuur niet direct aan elkaar waren verbonden, zat er wel enige overlap in de mensen. Oprichter Radermacher was werkzaam voor de VOC. Gouverneur-generaal Pieter Gerardus van Overstraten werd opgevolgd door Johannes Siberg, beide vrijmetselaren. Toen de hoeksteen werd gelegd voor het gebouw van de tweede loge La Vertueuse in 1786, waren de gouverneur-generaal, bestuursleden van Batavia en vooraanstaande mensen aanwezig. Het belang tot geheimhouding van de vrijmetselarij verdween met het inwijden van bestuurders met hoge posities. Denk hierbij ook aan leden van de Raad van Indië en militairen.

De Javaanse kunstschilder Raden Saleh werd in 1836 ingewijd als lid van de Haagse loge. Abdul Rachman, het achterkleinkind van de sultan van Pontianak op Borneo, werd in 1844 vrijmetselaar in Nederlands-Indië. Ook de sultan van Kutai en drie prinsen werden lid van de loge Mataram. Voorbeelden van andere vooraanstaande Indonesische leden zijn sultan Hamengkubuwono VIII van Yogyakarta, vorst Paku Alam VIII van Pakualaman en Tengku Mansur, staatshoofd van de deelstaat Oost-Sumatra van de Verenigde Staten van Indonesië.

Anti-islam
De vrijmetselarij in Nederlands-Indië groeide uit tot 25 loges. De piek van het aantal leden was begin jaren twintig van de vorige eeuw: toen waren er 1500 vrijmetselaars. In die tijd kwam daarbij georganiseerde islamitische antikoloniale bewegingen op, waardoor ook het anti-islamitische sentiment toenam. Vrijmetselaars verzetten zich tegen onder meer Sarekat Islam, Muhammadiyah en Nahdlatul Ulama. Dit deden ze door de tegenstrijdigheden tussen de Javaanse cultuur en de islam te benadrukken, met als doel de religieuze fanatiekelingen van de Indonesische elite te scheiden. Vrijmetselaars deden dit door lezingen, discussies, artikelen en ledenbijeenkomsten. Het was bevorderlijk voor de harmonie wanneer de Indonesische elite, de lokale bestuurders, goed overweg konden met Nederlanders – weliswaar als ondergeschikten. Vrijmetselarij was dus bevorderlijk voor het koloniale systeem.

Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.

Verder lezen

Column     Historie

Column: “Hein ter Poorten had een onverzettelijk geloof in het vliegtuig”

Ricci Scheldwacht
Identiteit     Interviews

Ricci Scheldwacht, Journalist

Identiteit     Portret     Interviews     Muziek

Bi-culturele Mingue: “Als je me ziet denk je niet: Hey, iets Surinamigs”