KIS (Kennisplatform Integratie & Samenleving) heeft onlangs de resultaten van het onderzoek naar de ervaring van discriminatie tijdens het COVID-19-virus onder Nederlanders met een Oost-Aziatische achtergrond gepubliceerd. Welke bevindingen vielen op in het onderzoek van auteurs René Broekroelofs and Joey Poerwoatmodjo?
Ervaren discriminatie
In totaal hebben er dertig mensen deelgenomen aan het onderzoek. Uit hun verhalen blijkt dat de coronapandemie gezorgd heeft voor meer ervaren discriminatie. Een van de voorbeelden die genoemd wordt is het feit dat mensen met een grotere boog om mensen met een Oost-Aziatische achtergrond lopen dan mensen die dit niet hebben.
Een groot aantal van de respondenten gaf aan nauwelijks melding te maken van discriminatie. Opmerkingen worden in de vlugheid naar iemands hoofd gesmeten. De daders zijn al snel nergens meer te bekennen en lastig te identificeren. Zelfs als er aangifte werd gedaan voor bijvoorbeeld een scheldpartij op straat, werd daar uiteindelijk niets aan gedaan. Er is onder de respondenten dus weinig vertrouwen in het effect van het melden van discriminatie.
En dat terwijl een groot deel ook aangaf banger te zijn dan eerst voor gewelddadige bedreigingen op straat.
Vooroordelen
Ook kwamen er talloze voorbeelden van vooroordelen en stereotyperingen naar voren in het onderzoeksrapport. Zo heeft het hebben Aziatisch uiterlijk invloed op het daten in Nederland. Teksten zoals ‘no bananas’, ‘no yellow’ en ‘no rice’ staan als ‘eis’ op verschillende datingprofielen. Een van de respondenten zegt het volgende: “Ik heb veel matches gehad met mannen die opzoek waren naar ‘the Asian fantasy’. Aziatische vrouwen die zachter en zorgzamer zijn. Gelukkig ben ik bij een Aziaat terechtgekomen.”
Verder denken veel mensen dat Oost-Aziaten allemaal een restaurant of snackbar hebben, altijd hard werken, technisch en wiskundig zijn. Respondenten die de Nederlandse taal minder goed machtig zijn, worden vaker dommer ingeschat. Ook geven verschillenden aan dat zij worden gevraagd om te verklaren wat er politiek gezien in China allemaal gaande is. Om over het beeld dat alle Oost-Aziaten honden eten nog maar te zwijgen. Dit is slechts een aantal voorbeelden die genoemd is door de respondenten.
Bewust van identiteit
De respondenten zijn ingedeeld in specifiekere groepen. Zo is een deel van hen geadopteerd vanuit Oost-Azië en opgegroeid in Nederland. Met name deze groep blijkt volgens het onderzoek last te hebben van ‘minderheidsstress’. De gevolgen hiervan zijn onder andere burn-out en depressie. Nu discriminatie rondom COVID-19 ook uitvoerig in de media aan bod is gekomen, is onder andere deze groep zich meer bewust geworden van hun achtergrond en zich gaan voelen als een minderheid.
Ook geeft een deel van de groep aan heel bewust het contact met andere Oost-Aziaten te vermijden in openbare ruimtes. Ze zijn bang anders uit te stralen niet goed genoeg geïntegreerd te zijn. In feite is dit dus overcompensatie. Je Nederlands gedragen, accentloos Nederlands praten etc. Een van de respondenten vertelt dat de vraag over je afkomst, vaak een van de eerste is die gesteld wordt bij een ontmoeting.
Ik heb een tijdje als automatische piloot gereageerd. Ik vraag ook niet waarom jouw ouders gescheiden zijn. Ik heb het een tijdje geprobeerd om het terug te kaatsen. En dan moet ik altijd toelichten waarom ik dat vroeg. Ik vind het nog steeds wel lastig. Vaak probeer ik er omheen te draaien. Maar nu is het echt, ik ben hier geboren. Klaar. Punt. Geen zin om mijn hele levensverhaal eraan te binden. Geen zakdoekjes en tranen.
Oplossingen
Ten slotte wordt er een aantal aanbevelingen gedaan. Ten eerste moet er bij mensen onder de aandacht gebracht worden dat ook Oost-Aziaten veel te maken krijgen met discriminatie en racisme. Eerder werd er al een aantal stereotypen genoemd, deze moeten dus de wereld uitgeholpen worden. Op die manier zal racisme en discriminatie bij deze groep minder vaak geaccepteerd worden. Het inzetten van counter stereotypen kan hierbij helpen. Denk hierbij ook aan het verbeteren van de mediarepresentatie.
Verder wordt genoemd dat de meldingsbereidheid vergroot moet worden. Het feit dat deze nu zo laag is, komt o.a. doordat men niet goed weet waar en hoe ze melding kunnen maken van incidenten. Omdat scheldpartijen, opmerkingen etc. zo snel gaan en daders achteraf lastig op te sporen zijn, zou een app hiervoor uitkomst kunnen bieden. Ook voorlichtingen zouden dit probleem voor een deel kunnen verhelpen.
Het onderzoeksrapport is uiteindelijk gepubliceerd met als doel een startpunt te vormen voor meer onderzoek en zoektochten naar oplossingen. Zodat men – zoals de titel al zegt – de stilte voorbij kan gaan.
Lees hier het volledige onderzoek.