Daan Goppel is avonturier en schrijver van Knalpot Verhalen uit Jakarta: ‘Een hectische stad als Jakarta leert je dat je moet meebuigen met de stroom.’ Een interview.
‘Ik was in 2008, voor het eerst in Indonesië. Een reis van twee maanden met mijn zusje. We hebben van tevoren wat Indonesisch geleerd, en bijna alleen maar ‘Indonesisch’ gesproken tijdens die reis. Ik was nog niet eerder in een land geweest dat cultureel zo ver staat van Nederland. Blanken zijn een bezienswaardigheid, dus we trokken veel aandacht. Het was dan ook heel bijzonder om in een land dat zo ver weg van huis voelde toch geregeld op herkenning te stuiten, zoals Nederlandse woorden in het straatbeeld, oude mensen die Nederlands spraken, en…… hagelslag!’
‘Knalpot is een samenstelling van twee Nederlandse woorden die in de betekenis van ‘uitlaat’ in Nederland in onbruik is geraakt. Het is een Nederlands woord dat we dus eigenlijk niet kennen, maar toch begrijpen wanneer we het voor de eerste keer in Indonesië zien. Het refereert daarmee aan de relatie tussen Nederland en Indonesië. Tevens kan je het als letterlijke en culturele metafoor voor Jakarta zien: letterlijk als een plek van grote ophoping van mensen, bouwwerken en verkeer met daardoor de nodige luchtverontreiniging. Cultureel als een plek waar alle volkeren, culturen, talen, klassen, van Indonesië samenkomen en de druk geregeld oploopt als groepen met verschillende achtergrond met elkaar in contact komen.’
Waarom Jakarta? Heb je iets met voormalig koloniale gebieden?
‘Jakarta leek me een onmogelijke en gestoorde stad om te wonen. Ik houd wel van wat uitdaging en een hoofdstad is meestal de plek waar het in een land gebeurt, in ieder geval wat nieuwe ontwikkelingen en de toekomst betreft. Het biedt daarmee een interessante inkijk in waar Indonesië naartoe beweegt.’
Ik heb ook een aantal Indonesische artikelen over je gelezen, kan je daar nog als een anonieme bule (blanke) over straat?
‘Haha! Ik heb gemerkt dat roem snel geboren kan worden, maar gelukkig ook snel weer van je afglijdt. Toen ik in Suriname het journaal haalde, stopten mensen langs de kant van de weg voor het maken van een foto. Suriname heeft nog geen half miljoen mensen, daar ben je snel nieuws . In Indonesië was het circus nog iets gekker. Ik kwam een journalist tegen die ik vertelde dat ik destijds een becak heb gekocht en deze in Amsterdam gebruik om tochtjes te maken en te vertellen over de gedeelde Nederlands-Indonesische geschiedenis in de stad. Hij nodigde me een paar dagen later uit om langs te komen op kantoor. De afspraak was ongelofelijk vroeg, dus ik had me een beetje verslapen. De taxichauffeur moest op de deur van mijn kamer kloppen om me wakker te maken. In de auto op weg naar de studio vroeg de journalist of ik nog wel op tijd zou komen. Ik vroeg hem wat we eigenlijk gingen doen. Hij antwoordde dat ik over 10 minuten live in de uitzending van CNN Good Morning Indonesia zou zitten..! Ik dacht dat we een artikeltje voor de website zouden maken of zo, maar live op tv was even iets anders. Het werd een heel ontspannen en leuk interview. En blijkbaar raakte het verhaal, blanke jongen die een Indonesische becak rijdt in Amsterdam, een gevoelige snaar want na de uitzending buitelden de media over elkaar heen om hierover te berichten. Toen werd ik in elke straat wel nageroepen als die jongen van de becak, haha.’
Hoe vaak ben je sinds dat jaar terug geweest in Jakarta?
‘In totaal ben ik zes keer in Indonesië geweest.’
Hoe goed is je Bahasa Indonesia nu nog? Houd je het bij?
‘Er gaat geen week voorbij of ik hoor ergens op straat of in de trein wel Indonesisch. Via sociale media is je Indonesisch natuurlijk ook te onderhouden. Er zijn ook niet-Indonesiërs met wie ik Indonesisch praat als brugtaal, mensen uit Italië en uit Rusland bijvoorbeeld.’
Ben je veranderd door het jaar in Jakarta?
‘Ja. Na drie maanden liften naar Suriname was ik dezelfde Daan, maar na een jaar in Jakarta moest ik echt een paar dagen acclimatiseren terug in Nederland. Dan sta je weer versteld van de efficiëntie van het verkeer, de schone frisse lucht, en hoe koud het water uit de kraan is. Lichamelijk was het ook fijn weer in Nederland te zijn, want door het onhygiënische eten was ik de laatste maanden in Jakarta veel ziek. Het heeft nog een tijd geduurd voordat mijn darmen weer op orde waren. Sociaal gezien merk je dat je dingen overgenomen hebt. Het voelde bijvoorbeeld te onbeleefd om zomaar naast iemand in de trein iets te gaan eten zonder die persoon ook iets aan te bieden. Bij een nieuwe ontmoeting gaat na het handen schudden mijn hand al snel naar mijn hart. En toen ik op het vliegveld voor mij in de rij een man aan de kont van zijn vriendin zag zitten wist ik niet hoe ik het had, intimiteit is in het openbaar in Jakarta echt niet mogelijk. Ik keek om me heen, heeft iemand dit gezien? Vervolgens pakte hij haar kont nogmaals stevig vast en gaf er een pets op! Ik merkte dat ik al behoorlijk gesocialiseerd was naar wat in Jakarta in het openbaar wel en niet kon.’
Wat is je volgende bestemming?
‘Ik zou graag een reisdocumentaire maken in Indonesië.’
Kan je vertellen waar je nu mee bezig bent?
‘Ik geef lezingen bij uiteenlopende clubs en evenementen die het leuk vinden iets over het leven in Jakarta te horen. Momenteel zit ik in de studio om van Knalpot een luisterboek te maken. Onlangs heb ik enkele interviews gedaan in mijn becak met Nederlanders die iets met Indië/Indonesië hebben. De video’s hiervan ben ik momenteel aan het monteren.’
Wat is je grootste uitdaging geweest?
‘In Jakarta was de grootste uitdaging om met zeer weinig geld gezond te leven. Dat is eigenlijk mislukt. Verder is het meestal nogal een uitdaging te weten wat ik wil, een keuze te maken tussen de ontelbare mogelijkheden die je voorliggen om je leven mee in te vullen. Er zijn zoveel interessante en leuke dingen te doen.’
Wat is je favoriete gerecht?
‘Vroeger noemden ze me ‘mister gado gado’ maar een nasi goreng kan me nu meer bekoren, maar eigenlijk ben ik het meest content met rames daar zit alles bij!’
Heb je nog een film/boek/muziek tip?
‘De film De vijf van Balibo, over de invasie van Indonesië in Timor Leste (Oost Timor) in 1975 en hoe daar het Indonesische leger vijf Australische journalisten heeft doodgeschoten. Ik heb in mijn tijd Indonesiërs leren kennen als heel lieve mensen, dus het is voor mij moeilijk om te bevatten hoe dergelijke kwaadaardigheid van hetzelfde volk kan uitgaan. Te meer aangezien Indonesiërs zelf slachtoffer van koloniaal optreden zijn geweest…’
‘Het boek Met stille trom van F. Springer is een fantastisch verhaal, prachtig geschreven, met humor, over hoe Nederland probeerde in Nederlands-Nieuw Guinea de Papoea’s op te stoten in de vaart der volkeren. Papoea bleef tot 1962 onderdeel van het Nederlands koninkrijk. Daarna werd het onder militaire druk door Indonesië geannexeerd. Een geschiedenis die in Nederland vrij onbekend is, maar recentelijk weer zeer actueel vanwege grote demonstraties van Papoea’s voor hun vrijheid.’
Daan Goppel is de schrijver van het boek Liften naar Suriname (uitgeverij Hollandia, 2011) en Knalpot Verhalen uit Jakarta (uitgeverij Elmar, 2018) te krijgen voor €16,99