Noëlle Sanders, kandidaat voor 50PLUS: “Indische kwestie is eigenlijk een toeslagenaffaire, maar dan erger”

Geplaatst in: Identiteit, Portret, Interviews
Niet alleen uitbetalingen van achterstallig loon, maar ook aandacht op scholen voor de Indische Nederlanders. Dat hoopt Noëlle Sanders met haar kandidatuur voor 50PLUS te bereiken.

Noëlle Sanders (58) stapte in september 2019 na 26 jaar uit de Amersfoortse fractie van D66. Ze stond niet meer achter de standpunten van D66, daarnaast was zij ook verbolgen over het feit dat er niets gedaan werd met haar motie voor de Indische Kwestie, terwijl die wel was aangenomen tijdens het D66-congres. Zij ging vanaf dat moment verder in de gemeenteraad als Lijst Sanders. Voor de komende gemeenteraadsverkiezingen staat ze op plaats 10 van de kandidatenlijst van 50PLUS voor de Tweede Kamer. Als tweede generatie Indische Nederlander wil ze zich hard maken voor onder andere de Indische kwestie.

Hoe zit dat ook alweer met die Indische kwestie?

De Indische Nederlanders, Molukkers en ook nog andere groeperingen kwamen vanuit voormalig Indië naar Nederland. Ze kregen geen compensatie voor de bezittingen die ze daar hebben moeten achterlaten, voor hun spaartegoeden, salarissen en bezittingen die waren opgeheven. Het is eigenlijk een soort toeslagenaffaire, maar dan erger, want deze affaire is nooit bovengekomen en is altijd in de doofpot gestopt.  Mijn schoonvader heeft als KNIL-er de bom op Nagasaki beleefd en na de oorlog als ex KNIL-militair naar Nederland gestuurd. Zijn hele leven heeft het hem gefrustreerd dat hij alles kwijt was geraakt in Indië en ook nooit zijn salaris heeft gekregen, terwijl ze wel in dienst waren van de Nederlandse overheid. Andere landen hebben wel betaald, Nederland is het enige land dat dit niet heeft gedaan.  Een maand vóórdat die uitkering eindelijk kwam, is hij overleden. Dat was wel heel zuur. En zijn Indische vrouw heeft die uitkering ook nooit gekregen want die overleed ook. Dus ik begrijp die frustraties wel heel goed.

Afgelopen december is afgesproken dat de weduwen nu wel geld krijgen van die 25.000 euro die is toegezegd. Dat vind ik al een hele mooie geste, want dat was eerst niet zo. Misschien is er dan nog wel meer mogelijk, maar het zal stapsgewijs gaan.

Wat is dan het verschil met de actiegroep Indische kwestie/Indisch platform 2.0?

Ik vind het belangrijk dat er naast uitbetalingen, ook aandacht is voor het verhaal van de Indische Nederlander: de oorlog, de bersiap, hun komst naar Nederland. Ik vind het van belang dat op scholen aandacht wordt besteed aan dit stukje koloniale geschiedenis, een geschiedenis die niet of nauwelijks voorkomt in de schoolboeken. Ik wil gewoon gerechtigheid voor onze ouders en dat is dan ook mijn leus van mijn verkiezingsprogramma: Ik wil gerechtigheid!

Wanneer begon jij je voor je eigen Indische geschiedenis te interesseren?

Dat heeft heel lang geduurd. Ik heb een Indische moeder en een Nederlandse vader. Mijn vader heeft als militair één jaar in Indië gediend, kreeg toen malaria en werd naar Nederland teruggestuurd. Mijn moeder heeft ons altijd zo Nederlands mogelijk opgevoed. We moesten goed presteren en bescheiden zijn. Zelf mocht ze als kind in Indië nooit Maleis praten van haar ouders. Ik had het idee dat ze niet trots was op haar afkomst en dat we daarom zo Nederlands mogelijk moesten zijn. Mijn moeder is van 1929 en heeft dus bewust de oorlog meegemaakt, maar ze wilde er nooit iets over kwijt. Ik weet wel dat ze in een of ander berucht Japans interneringskamp heeft gezeten. Ze vertelde wel verhalen over hoe het was op de boot en de tijd dat ze net in Nederland aankwamen. Dat ze sneeuw in de open haard gooiden, omdat ze niet wisten wat het was en de wolkjes die uit je mond kwamen omdat het zo koud was. Eigenlijk alleen maar de leuke verhalen. Na haar dood heb ik nog geprobeerd om een dossier op te vragen bij de Wet Uitkering Vervolgingsslachtoffers (WUV) Stichting 1940-1945 en Pelita, maar mijn moeder wilde dat na haar dood alles werd vernietigd. Dus over haar tijd in het Japanse kamp weet ik helemaal niets.

Ik heb mijn roots altijd ontkend, ik was er niet trots op. Als kind werd ik gepest met mijn uiterlijk. Ik was een inboorling want ik had gaatjes in mijn oren. “Ga terug naar je eigen land” werd er vaak tegen me geroepen.  Of ik werd niet toegelaten in een discotheek, werd uitgescholden voor zwartje. Mensen dachten dat ik geen manieren had. Met de treinkaping kreeg ik hier nog meer last van, dus ik wilde eigenlijk niets van mijn afkomst weten. Pas toen die diversiteitskwestie opkwam – daar waren we toen vooral bij D66 enorm mee bezig – dacht ik: goh, dit is ook mijn verhaal. En eigenlijk best een bijzonder verhaal, waar ik me absoluut niet voor hoef te schamen. Dat was voor mij eigenlijk de omslag.

Nu ervaar ik mijn ervaringen van toen als een voordeel, omdat ik me kan verplaatsen in jongeren die gediscrimineerd worden. Helaas is er niets veranderd.

Ik merk dat de derde generatie bezig is met hun roots, ze vinden het belangrijk om hun identiteit te achterhalen. Ik merk het bij mijn eigen kinderen. Het zijn dertigers, druk met hun baan en hun gezin. Ze waren erbij toen mijn opa (overleden aan de Birmaspoorweg in 1945, net voordat de oorlog was opgehouden) postuum het mobilisatiekruis kreeg. De kolonel  vertelde daar een heel verhaal bij en dat was voor hen wel heel bijzonder, want toen werden ze wel even geconfronteerd met het verhaal dat ook hun geschiedenis is. Ik heb ze wel eens meegesleept naar een ‘kumpulan’, maar dat vonden ze wat minder. Ik vond het juist fantastisch. Die tachtigers schieten de dansvloer op en gaan door tot een uur of een ’s nachts, heel bijzonder. Toch snap ik dat jongeren hier niet warm voor lopen. Eigenlijk zou er iets moeten komen voor de derde generatie waar ze bij elkaar kunnen komen. Daarom heb ik ook een enquête gemaakt om te kijken wat de tweede en derde generatie belangrijk vindt. Want hoe belangrijk is bijvoorbeeld die Indische kwestie nog voor jongeren? Ik hoop dat zowel de eerste, tweede als derde generatie die enquête wil invullen, zodat geturfd kan worden welke onderwerpen voor welke generatie van belang zijn. Hoe ze hun identiteit nog beleven. Als ik in de politiek kom, dan wil ik echt aandacht besteden aan veteranen, de Indische geschiedenis en cultuurspecifieke zorg.  Ik heb 500 mensen nodig voor een betrouwbaar onderzoek dus hierbij roep ik alle lezers op om mee te doen! Als daar dan straks dingen uitkomen, breng ik dat onder de aandacht bij 50 PLUS en de fractie. Of ze er wat mee gaan doen? Het allermooiste zou natuurlijk een Indische politieke partij zijn, maar helaas is dat nooit van de grond gekomen. Indische mensen zijn zo geïntegreerd in de Nederlandse maatschappij, die willen gewoon op een eigen partij kunnen kiezen.

En als het niet lukt want 50PUS staat er natuurlijk niet goed voor?

Als het landelijk niet lukt om iets te betekenen voor de Indische gemeenschap, dan doe ik het lokaal in mijn eigen gemeente Amersfoort.  Zo is het me gelukt om een herdenkingsdag van 15 augustus te maken. Vorig jaar werd die voor het eerst gehouden. Ik doe het voor de eerste generatie waar nog maar een handjevol van over is, maar ook voor de derde generatie. Dat ze zich bewust worden van waar ze vandaan komen. En daarnaast wil ik mij inzetten voor cultuurspecifieke zorg zodat migrantenouderen ergens kunnen wonen waarbij rekening wordt gehouden met de cultuur van herkomst. En misschien dat ik een rol kan spelen als gastdocent voor bijvoorbeeld Stichting Gastdocent WO II Zuid-oost Azië om de verhalen uit de geschiedenis levend te houden, waardoor we kunnen leren van de geschiedenis in het huidige anti-discriminatie debat.

Verder lezen

Column

Gratis workshop ‘know how’: Hoe begin ik mijn verhaal op papier te zetten? De 5 grote HOE-vragen

Column

Column: De pauperisme-commissie en de positie van de armste Indo-Europeanen

Identiteit     Artikelen

Asian Raisins voert campagne tegen Hanky Panky Shanghai