Ricky Risolles is wereldberoemd onder Indo’s en Indo-lovers. Deze ‘bescheiden’ cabaretier omschrijft zichzelf als “een nobele, aardige, keigave, adembenemende, lieve, sensationele, enerverende, krachtige, aantrekkelijke, lekkere intelligente Indo”. Een gesprek met de man achter Risolles: Jaro Wolff.
Wie is Jaro Wolff?
Ik ben vader, partner, acteur en trainer en woon in Breda met mijn vriendin en dochtertje van vijf. Hoewel ik inmiddels zo’n zeven jaar in Breda woon, voel ik mij nog altijd Rotterdammer. Waar ik van mijn 15e tot aan mijn 34ste heb gewoond en waar ik ook in 1978 ben geboren. Ricky Risolles is mijn alter ego.
Kun je iets over je achtergrond vertellen?
Mijn beide Indische ouders zijn in Indonesië geboren. Mijn vader heb ik nooit gekend. Die vertrok toen ik drie was en heb ik daarna nooit meer gezien of gehoord en is inmiddels ook al overleden op Sumatra. Mijn moeder is op negentienjarige leeftijd (op werkvergunning en met Indonesisch paspoort) naar Nederland gekomen en was dus al volwassen toen ze in Nederland aankwam. Hierdoor heeft zij mij echt een Indische opvoeding gegeven en merk ik dat de Indische cultuur als een rode draad door mijn leven heeft gelopen. Dat zie ik terug in mijn opvoeding bij mijn dochter en natuurlijk bij Ricky Risolles.
Uit wat voor gezin kom je?
Ik kom uit een groot gezin met in de hoogtijdagen vijf zussen en een broertje. Mijn oudste zus is in 1989 op vijftienjarige leeftijd omgekomen door een verkeersongeval.
Dat was zwaar voor de hele familie. Met de meesten heb ik goed contact en hoewel sommige verschillende vaders hebben, voelen ze mede door onze opvoeding allemaal als volledige broer en zussen. Mijn vader heeft ook niet stilgezeten en heeft in zijn tijd ook aardig wat kids bij meerdere vrouwen gemaakt. Via mijn vaders kant heb ik nog drie halfbroers en twee halfzussen, waarvan ik er twee recentelijk pas heb leren kennen op de Pasar Malam tijdens een optreden. Mijn moeders broer en zus wonen in Nederland, maar haar tweede broer, mijn oom dus, woont nog in Pandaan, vlakbij Surabaya. Daar heb ik nog twee nichten wonen en die hebben ook weer kids. Bijna altijd wanneer ik in Indonesië ben ga ik daar langs. Mijn Indonesisch is inmiddels een stuk beter dan vroeger en daardoor kan ik nu betere gesprekken met ze voeren, wat het nog leuker maakt. Dus ja, nog aardig wat familie in Indonesië waar ik graag kom.
Hoe was je jeugd?
Mijn jeugd was verre van normaal. Mijn moeder verhuisde naar Spanje met mijn broertje en zusje toe ik vijftien was. Ik koos er voor om mijn Mavo examenjaar in Nederland te doen en trok bij mijn oudste zus in. Maar omdat zij kok was op een cruiseschip en daardoor vaak lang van huis was, woonde ik vanaf mijn vijftiende zo goed als op mijzelf. Na de Mavo ging ik Meao doen, maar die heb ik niet afgemaakt.
Ik ben al vroeg gaan werken in het nachtleven bij een discotheek. Kreeg te maken met Bureau Krediet Registratie te Tiel en had jarenlang schulden.
Maar dat ligt goddank al een hele tijd achter me. Kortom, ik heb niet de meest logische paden gevolgd, maar het heeft me wel gebracht waar ik nu ben.
Wanneer ging je voor het eerst naar Indonesië en wat voor indruk liet het op je na?
Mijn moeder stond er alleen voor met zes kinderen, dus een vakantie naar Indonesië heeft er (logischerwijs) nooit ingezeten. Daardoor ben ik zelf pas laat voor het eerst naar Indonesië gegaan op het moment dat ik zelf redelijk uit de schulden was.
De eerste keer was geloof ik in 2007 met mijn goede vriend en journalist Ricci Scheldwacht net na de opnames van de film ‘Ver van familie’ van Marion Bloem waar ik een rolletje in had.
Het was een memorabele vakantie kan ik je zeggen. Eerst twee weken Thailand, daarna twee weken Bali. Sindsdien probeer ik elke twee jaar naar Indonesië te gaan. Laatste keer was twee jaar geleden met mijn vriendin, dochter en mijn zus, maar nu vanwege corona maar eventjes wachten. Hoewel ik nooit echt het gevoel heb gekregen dat ik thuis kwam, voel ik me daar wel enorm thuis. Ik kan daar makkelijk meerdere maanden per jaar vertoeven en voel me er op mijn gemak.
Vertel eens iets over je alter ego Ricky Risolles.
Ricky is een samenstelling van mijzelf en mijn hele familie: mijn moeder, broers en zussen, ooms en tantes. Niets is verzonnen van wat ik schrijf en wat ik hem laat zeggen. Ik zie hem als een omgekeerd filter van mijzelf. Als je Ricky Risolles gaat filteren, dan krijg je Jaro Wolff. Ricky kan lekker los gaan en vertelt dingen over zichzelf die ik zelf niet zo snel naar buiten zou brengen.
Hoe omschrijf je je eigen culturele identiteit?
Best of both worlds.
Hoe ga jij om met het leven tussen twee culturen?
Ik leer van beide culturen en pak van beide wat het beste bij mij past. Het hangt wel af van wat de situatie vraagt en wat wijs is op het moment zelf. Dat is dan soms kruis-bestuiven van de culturen en soms dingen accepteren en laten voor wat het is.
Leukste uit die culturen?
Het leukste van de Nederlandse cultuur vind ik de openheid in communicatie en afspraak is afspraak. Dit is echt iets wat ik allebei mis als ik bijvoorbeeld in Indonesië ben.
Het leukste van de Indonesische cultuur is het mindful leven. Pelan-pelan (doe maar rustig aan, niet haasten). Het komt zoals het komt. En natuurlijk het heerlijke eten met het daarbij horende échte samenzijn.
Niet leuk uit die culturen?
Hoewel cliché en ik inmiddels het nut ervaar van (Hollandse) zuinigheid, kan dit ook wel eens doorschieten naar gierigheid en van gierigheid krijg ik echt, ècht, ECHT een allergische reactie. In Indonesië vind ik het stom dat afspraken zelden zoals afgesproken worden nagekomen.
Ik ben super-Nederlands, omdat..
Ik hier ben geboren en ik zie Nederland wel echt als mijn thuis. Nederlands is mijn moedertaal en ik ken weinig landen waar het net zo goed is geregeld als hier. Daarnaast ligt het transparant zijn in communiceren mij ontzettend. Het is niet voor niets dat ik dit vak heb gekozen.
Ik ben super-Aziatisch, omdat..
Ik heel lang geleefd heb van dag tot dag. Zorgen zijn voor morgen. Dat zie ik dan wel weer. Nu is het meer dat ik de geschiedenis van mijn familie steeds meer leer kennen en ik steeds meer zie wat de offers zijn geweest. Het maakt dat ik mijn Indische cultuur, opvoeding en achtergrond op een hedendaagse manier wil overdragen aan mijn dochtertje. Daarnaast kan ik nog steeds niet poepen zonder na het papier met water schoon te maken. Dus alleen met papier en dan mijn broek optrekken? Dat is echt… Nee…
Kan je vertellen waar je nu mee bezig bent?
We hebben met Ricky Risolles het heetste ijs van Nederland gemaakt genaamd: ‘Ricky Risolles Es pedis’. Het is sambal-ijs.
En momenteel ben ik bezig met elke twee weken een filmpje te maken met Ricky Risolles genaamd CoroNakal TieVie. Hoewel de filmpjes maar rond de zes minuten duren, is het veel meer werk dan gedacht. Het is wel erg leuk om te doen, ik leer er veel van en ze worden goed bekeken op Facebook. Daarnaast doe ik nog een thuisstudie en ben ik bezig met de voorbereiding van mijn ‘gewone’ werk en zit mijn agenda voor september alweer vol met communicatietrainingen.
Mijn theatertour ‘Ya, dat is iets Indisch…’ met Ricky Risolles & Tante Lien (Wieteke van Dort) start weer in oktober, dus daar moeten we ook nog wat corona aanpassingen voor doen. We zijn bezig met een nieuw album op te nemen voor Ricky en we gaan zijn column bij de Moesson wat vernieuwen. Nog genoeg te doen! Hoewel het een weinig uitvoerende tijd is geweest, heb ik mijn gamekamer al een tijd niet gezien.. Kasian ik..
Wat is je favoriete gerecht?
Sorry guys. Ik weet dat er meer is, maar voor mij is het toch echt Babi Panggang spek van de Fat Kee in Den Haag.
Op welke prestatie ben jij het meest trots?
Dat ik nu ben waar ik ben. Ik zeg herhaaldelijk tegen mezelf dat ik dankbaar mag zijn wat er van me is geworden, gezien mijn verleden. Al ben ik nog lang niet op mijn eindbestemming hoor.
Wat is je grootste uitdaging geweest?
Monogamie.
Welke doelen streef je nu na?
Elke dag een beetje betere vader, man en professional worden.
Wat motiveert jou om elke dag je bed uit te komen?
Groei! Van anderen en van mijzelf op een leuke en/of prikkelende manier.
Wat is je motto?
“It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent, but the one most adaptable to change.”
Als je door de tijd zou kunnen reizen, welk advies zou je dan je jongere zelf geven?
Maak je fakking school af!
Hoe zou je de autobiografie van je leven noemen?
Levend lesmateriaal.
Heb je nog een Film/boek/muziek tip?
Boekentip: ‘Allemaal andersdenkenden’ van Geert Hofstede, ‘7 habits of highly effective people’ van Stephen Covey en ‘Leaders eat last’ van Simon Sinek. Fimptip: El Hoyo (Netflix), Muziektip: Los infieles – Aventura (Bachata)
Is er nog iets dat je zelf kwijt zou willen?
Dank voor het interview en de aandacht die jullie geven aan de Aziatische gemeenschap! Belangrijk en nodig!