Bebasari is een toneelstuk geschreven door Roestam Effendi (1903-1979). De tekst bestaat uit verzen en is in 1926 geschreven voor een middelbare school. Mulo-studenten in Padang, West-Sumatra wilden het stuk opvoeren op een schoolfeest. Het opvoeren hiervan werd echter verboden door de Nederlands-Indische regering omdat het als kritiek op de koloniale regering werd beschouwd. Bebasari heeft veel gelijkenissen met de Ramayana, een heldendicht dat oorspronkelijk uit India afkomstig is, maar ook invloedrijk is in Indonesië.
Bebasari gaat over de problemen waarmee het koninkrijk van Maharaja Takutar kampt. Het koninkrijk wordt veroverd door Rawana. Hij hoort van een astroloog dat Bujangga, de zoon van Maharaja Takutar, hem op een dag zal verslaan en het koninkrijk zal terugwinnen. Ook wordt voorspelt dat Bujangga zou trouwen met Bebasari, de dochter van een edelman. Rawana scheidt de twee geliefden en sluit Bebasari op een in een kooi die streng bewaakt wordt door geesten en feeën. Later droomt Bujangga steeds over het gezicht van Bebasari. Als hij zijn vader over de droom vertelt, hoort hij dat zij zijn geliefde is. Bujangga voelt dat het zijn plicht is om haar te zoeken. Uiteindelijk komt hij bij de plaats waar Bebasari gevangengehouden wordt. Bujangga verslaat het leger en het volk van Rawana. De twee geliefden trouwen, zoals voorspeld.
Antikoloniale aanklacht
Bebasari is een indirecte antikoloniale aanklacht. Immers, Rawana (Nederland) verovert een koninkrijk dat hem niet toebehoort. Het woord ‘bebas’ betekent ‘vrij’ in het Indonesisch. Bujangga, de zoon, zou in de voetsporen treden van de werkelijke heerser van het koninkrijk (Indonesië). Zijn geliefde (vrijheid) is opgesloten door Rawana. Hij droomt van Bebasari (vrijheid) en verslaat het leger en volk van Rawana. De twee jonge geliefden trouwen: Indonesië is een vrij land. Daarnaast is het feit dat Bujangga een jongeman is profetisch voor de rol van pemoeda’s (jonge strijders) in de werkelijke onafhankelijkheidsstrijd die decennia later plaatsvond.
Fragment uit Bebasari:
“Kakanda*, van tijd tot tijd
Blijft mijn hart op u wachten
Omdat u vrijheid zal brengen
Elke keer heeft u de wereld lief
Het was moeilijk om hier te komen
Het bloed oversteken terwijl je tegen jezelf vecht
Oh, kakanda*, mijn idool
De overwinning kan niet worden opgeëist
Elke taak vereist slachtoffers
Elke romance vergeet het lichaam
Wat betreft ons leven hier
Op het eerste gezicht leek het op een droom
Zolang je leeft zal er geen einde komen aan de oorlog
Dat is de wil van nu
Liefde is de vleugels van hoge inspanning
Liefde voor de eigen natie”
*kakanda is een respectvolle aanspreekvorm voor een oudere jongen, letterlijk vertaald betekent het ‘oudere broer’.
Nationale bewustzijn
In 1953 werd Bebasari opnieuw uitgegeven. Roestam Effendi schreef in dit voorwoord dat het oorspronkelijk werd geschreven ‘toen ons nationale bewustzijn net de dromen van onze jeugd begon aan te wakkeren, die destijds door kolonialistische ideeën in slaap werden gesust’. De verhullende taal is niet alleen symbolisch voor de Indonesische literatuur, maar was toen ook nodig om het niet als nationalistisch werk te doen lijken.
Communist
Roestam Effendi had contacten met de communistische partij PKI in Nederlands-Indië. In 1926 en 1927 waren er opstanden tegen het koloniale bestuur in Java en Sumatra, waarna Effendi als communist werd bestempeld. Hij dreigde te worden gearresteerd. In 1927 vertrok Roestam Effendi naar Nederland om te studeren en hij woonde hier bijna twintig jaar. Effendi was actief in de Perhimpoenan Indonesia (PI), een studentenvereniging die voor de onafhankelijkheid van Indonesië was. In 1932 werd Roestam Effendi lid van de Communistische Partij Holland, later werd de naam veranderd in Communistische Partij van Nederland (CPN).
Indonesisch Tweede Kamerlid
Effendi werd strafrechtelijk vervolgd voor opruiing tijdens de verkiezingscampagne in Tiel. Uit het verslag van de procureur-generaal: “Was maar beter in Indië gebleven, roept hij Roestam toe. Wat doe je hier?” Effendi sprak: “Gij vraagt mij, wat ik in Holland kom doen. Ik antwoord U met een wedervraag: Wat kwaamt gij en de Uwen in Indonesië doen? Ik kom hier als vertegenwoordiger van zestig miljoen Indonesiërs. […] Ik ga hier in het parlement temidden van onze vijanden om de stem van Indonesië te laten horen.” Hij werd in 1933 als eerste Indonesiër ooit gekozen als Tweede Kamerlid. Overigens stond hij niet als enige Indonesiër op de lijst, maar de anderen zaten onder meer in het strafkamp Boven-Digoel. Bij zijn beëdiging als Tweede Kamerlid weigerden drie Kamerleden op te staan, waarop hij riep: “Indonesia merdeka!” Kort daarop werd hij veroordeeld voor een maand gevangenisstraf.
Aanvaringen
Roestam Effendi pleitte zowel voor de onafhankelijkheid van Indonesië als voor de belangen van de internationaal georiënteerde CPN. Hij stond bekend om zijn antikoloniale uitlatingen in de Tweede Kamer, waardoor hij veel aanvaringen kreeg met de Kamervoorzitter. CPN beschuldigde Effendi in 1945 van ‘scheurmakerij’ en van samenwerking met de Engelse geheime dienst, zonder concrete bewijzen. Dit zorgde ervoor dat hij op non-actief werd gezet en uiteindelijk zijn taak als Kamerlid neerlegde. Roestam Effendi keerde terug naar Indonesië en bleef trouw aan zijn Indonesisch patriottisme.
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.