Ben ik een Loempia speciaal?

Geplaatst in: Column
Annemei met haar adoptiemoeder en adoptie oma

Wat ben ik, vraagt student communicatie Annemei Pikaar (20) zich af in haar column. Ben ik Chinees, Indo of Nederlands?

Toen ik dertien maanden was werd ik geadopteerd uit mijn geboorteland Taiwan. Veel kinderen zijn boos op hun biologische ouders en zitten vol met onbeantwoorde vragen. Waarom hebben ze mij weggedaan? Wat is mijn identiteit? Lijk ik op mijn moeder? Natuurlijk dwaalden deze vragen ook weleens in mijn hoofd, maar het was nooit topic nummer één.
Gek genoeg is het wel iets wat anderen direct vragen als ze me voor het eerst zien. Wat is jouw afkomst? Dan kan ik het hele riedeltje weer van voor af aan gaan vertellen en zeg ik dat je mij alles kan vragen over mijn adoptie. Vanaf jongs af aan heb ik geen moeite met mijn adoptie en voel ik mij meer Nederlands dan Taiwanees, eet ik liever Hollandse pot dan Chinees en heb ik nooit de drang gehad om mijn roots op te zoeken. Dat verklaart ook waarom ik het als ‘gek’ ervaar als mensen direct vragen wat mijn afkomst is, want ik ben toch gewoon een Nederlander? De quote: ’Ik werd uitgepoept en weggegeven’, is er één die mij tot op de dag van vandaag achtervolgt. Eentje die mijn moeder, ja mijn adoptiemoeder, om verwarring te voorkomen, graag gebruikt voor haar artikelen die betrekking hebben tot mijn adoptie.

Succesverhalen
Na jaren van verplicht foto’s opsturen via het adoptiebureau zonder dat er enige reactie kwam, kregen we ineens onverwacht bericht ‘vanaf de andere kant’. In Taiwan is de zestiende verjaardag iets groots. Ik was zestien geworden. Daar was de brief die begon met: Dear best friend. Het zette de wereld even op zijn kop, want ze was echt. Mijn biologische moeder waar ik nooit zoveel interesse in toonde, stuurde mij een brief waarin ze haar leven aan mij voorstelde. Door de brief begon er toch iets te kriebelen en na wat gesprekken met het gezin, werden er wat lijntjes geopend met het kindertehuis Cathwell in Taiwan. Wij gingen op rootsreis!
De verwachtingen van tevoren waren vooral afgeleid van de verhalen van anderen. Succesverhalen maar ook minder succesvolle verhalen. Er werd vooral door niet-geadopteerden geroepen: ‘Nu ga je het missende puzzelstukje vinden dat je al je hele leven zoekt.’ Waarbij ik alleen maar dacht: Excuse me? Dat ik al mijn hele leven zoek? Ik heb nooit wat gezocht.

Tijdens de rootsreis ontdekte ik Taiwan: een prachtig land met een westerse instelling en heel veel lieve mensen. Ik werd in het Mandarijn aangesproken en kwam ineens tot het besef dat ik mij meer Nederlands voel dan ooit. Fysiek mogen er dan nog wel overeenkomsten zijn met de Taiwanezen maar mentaal ben ik van top tot teen een kaaskop.

Tweede afwijzing
De ontmoeting met mijn biologische moeder verliep stroef. We lijken niet eens op elkaar qua uiterlijk! Maar toch waren er wel overeenkomsten. Samen delen wij dezelfde hobby waar ik nu mijn beroep van heb gemaakt: fotografie. Haar cadeau aan mij was een analoge camera uit haar verzameling. Na de ontmoeting hebben we contact gehouden via Facebook, zo zie ik af en toe nog wat dingen voorbijkomen op mijn tijdlijn, maar heel veel meer zit er helaas niet in. Het is erg lastig om ‘diepe’ gesprekken te voeren met iemand die niet echt geïnteresseerd is in me. Spontaan even vragen hoe het met me gaat, wat me bezighoudt is te veel gevraagd van mijn biologische moeder. Destijds heeft ze afgestaan omdat ze studeerde, geen relatie meer had met mijn biologische vader en ze niet op een kind zat te wachten.  Nu bleek ze geen belangstelling voor mij te hebben. Het voelde voor een tweede keer als een afwijzing. Na de rootsreis kreeg ik nog steeds vragen van de buitenwereld. Hoe was het om je biologische familie te ontmoeten? Voelde je je eindelijk thuis? Is het puzzelstukje op zijn plek komen te vallen? Vragen die anderen mij stelden maar die ik zelf eigenlijk niet had. Want nee, ik voelde mij niet ‘eindelijk’ thuis in Taiwan. Nee het puzzelstukje is niet op zijn plek gevallen.

Annemei met haar biologische moeder Paula


Thuiskomen
Opvallend is dat ik het gevoel van thuiskomen wel had toen ik samen met mijn Indische moeder en mijn Indische oma hun roots ging zoeken in Indonesië. Het land, de mensen en ook de cultuur grepen mij vanaf het eerste moment aan: Indonesië heeft een onvergetelijke indruk op mij gemaakt. De band die ik met mijn Indo oma heb is niet te beschrijven, zo bijzonder. We hebben aan één woord genoeg. Dat zou  misschien de reden kunnen zijn dat Indonesië zo goed voelde voor mij. De roots van mijn oma liggen daar en daardoor voelt het alsof er ook een stukje van mij daar ligt, door de diepe band die zij en ik hebben.

Het lijkt verwarrend, die verschillende identiteiten. Een Chinees uiterlijk en een innerlijk dat bepaald wordt door de mix van de Nederlandse kaaskop en de Indo?

Eigenlijk is dat best speciaal, een loempia speciaal dus!

Annemei met haar adoptievader

Verder lezen

Column     Eten

Column: Indrapura Amsterdam serveert eten met een historisch verhaal

Recepten

Aubergine à la Jinai

Interviews

Ik heb me altijd Indisch gevoeld