Alaisa Jennie-Vlegaard (31) is schrijfster van het boek ‘Het Indonesisch ABC’. Toen haar moeder ongeneeslijk ziek werd, besloot Alaisa dat ze haar dochtertje iets tastbaars van oma wilde nalaten. “Ik moest haar beloven om het boekje uit te brengen.” De drie generaties zijn vereeuwigd in de illustraties.
Hoe is het idee voor het Indonesisch ABC ontstaan?
“Mijn moeder is ziek geworden: ze kreeg borstkanker. Vroeger zong ze voor mij en mijn zus altijd een Nederlands ABC’tje uit volle borst. Tijdens mijn zwangerschap was ik bezig te bedenken hoe ik de Indische cultuur kan doorgeven. Mijn moeder en ik hebben samen een nieuw rijmpje gemaakt. Ze werd steeds zieker en mijn dochter werd geboren. Ik wilde mijn moeder verrassen door het rijmpje in een boekje te gieten, zodat wanneer ze niet meer zou leven mijn dochter iets tastbaars van oma zou hebben. Toen ik de teksten herschreef en de illustraties maakte dacht ik: hoe leuk zou het zijn voor alle kindjes om zo de cultuur door te geven?
Mijn moeder heeft lang niet geweten omdat ik haar wilde verrassen. Op een dag stonden we samen in de keuken, typisch Indisch, en stelde ze voor om er een boekje van te maken. Ik wilde het geheim niet verklappen en reageerde nonchalant. Dat viel haar op. Toen ik toegaf dat ik hier al mee bezig was, huilde ze tranen met tuiten. Ze was hartstikke blij. Mijn moeder ging snel achteruit. Ik heb de inhoud afgemaakt en het nog in het ziekenhuis aan haar kunnen laten zien. Ze was zo ongelooflijk trots. Ik moest haar beloven om het boekje uit te brengen. Binnen 7 maanden heb ik het boekje geschreven.”
Wat voor woorden staan in het boek?
“Veelvoorkomende woordjes waarmee je ook zinnetjes kan maken. Bijvoorbeeld lemper, durian en makan. Of hoe je iemand kunt begroeten: selamat pagi of selamat siang. Het is heel divers. Mijn moeder is ook afgebeeld als oma Indo die notities over de taal of Indonesië in het boek plakt.”
Wanneer is je familie naar Nederland gekomen?
“Mijn opa en oma zijn in 1958 in Nederland aangekomen met de boot. Ze zaten eerst in pension De Nieuwe Haven. Doordat mijn opa een goede baan had in Indonesië kreeg hij hier ook snel werk. Hierdoor kwamen ze snel aan een gezinswoning in Dordrecht. Mijn oma heeft daar nog jaren gewoond totdat ze naar een aanleunwoning moest. Alle kleinkinderen zijn dus ook opgegroeid met het huis die mijn opa en oma kregen nadat zij uit het pension kwamen.”
Was het in jouw familie gebruikelijk om thuis de Indonesische taal te horen?
“Mijn oma moest hier Nederlands leren aan de hand van de schoolboekjes van mijn ooms. Ze leerde snel en had het goed onder de knie. Mijn oma zette zich ervoor in om goed te integreren. Ze had veel doorzettingsvermogen en kon uiteindelijk goed Nederlands spreken, lezen en schrijven. Mijn opa en oma praatten altijd Nederlands. Opa hamerde erop. Mijn moeder kon wel wat Indonesisch, maar sprak het niet vloeiend. Daardoor hebben mijn zus en ik niet veel woordjes geleerd. Ik kan standaard woorden zeggen als selamat makan, maar ik kan geen zinnen maken of zeggen hoe ik heet. Ik wil haar de taal meegeven die ik zelf heb gemist.”
Wat vond je verrassend aan de Indonesische taal?
“Er zijn weinig woorden met de letter V, Q en X. Deze letters zitten wel in het rijmpje, maar daar zijn geen Indonesische woorden aan toegevoegd.”
Wat wil je je dochter meegeven over haar achtergrond?
“Ik wil sowieso de taal en het eten doorgeven. Maar ook de geschiedenis van oorlogen en slavernij. Mijn man is Antilliaans. Ik vind het belangrijk om onze dochter mee te geven waar ze vandaan komt.”
Ben je ooit in Indonesië geweest?
“Ik wilde naar Java omdat mijn familie daar woont, maar ik vond het moeilijk omdat ik hen alleen van de foto’s ken. Mijn ouders waren al lang niet bij ze geweest, dus ik voelde me bezwaard om ineens op de stoep te staan. Daarom besloten mijn man en ik om enkel naar Bali te gaan. Ik wilde eerst voelen: is het als thuiskomen, zoals iedereen zegt? Ik voelde me thuis, maar kon toch niet volledig verstaan wat ze zeiden of me in de taal mengen. Dat is een gemis. Als mijn dochter die reis zou maken, hoop ik dat ze zich wel wegwijs kan maken. Ik wil lessen Indonesisch nemen om de taal beter te leren en door te geven. Mijn ouders zijn daarna wel bij de familie geweest. Ondanks de slechte communicatie en het weinige contact was het goed en waren ze welkom. Dat gaf de doorslag om de volgende keer wel langs te gaan. Over twee jaar gaan vrienden van ons trouwen in Indonesië. Onze dochter is dan bijna 5 en we willen dan een mooie reis maken en ook naar familie gaan.”
Denk je dat de volgende generaties nog met deze taal bezig zullen zijn?
“Ik denk het wel. De derde generatie Indische jongeren zijn op zoek naar hun roots en hoe ze de cultuur kunnen doorgeven. Terwijl de eerste generatie die naar Nederland kwam zweeg en van ‘soedah, laat maar’ was. De tweede generatie ging daar best in mee. Dat betekent dat ze niet praten, maar doorgaan. Die zwijgcultuur wil ik doorbreken voor mijn eigen dochtertje. Ze mag mij ook zien als ik huil. Als ik haar leer dat ze mag huilen bij mama is er geen beter voorbeeld dan dat ik dat ook bij haar doe.”
‘Het Indonesisch ABC’ is vanaf 5 november te koop via www.uitgeverijomaindo.nl.
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.