Pete Wu: Ik schaamde me dat ik Chinees was

Geplaatst in: Interviews
Foto: Kevin Kwee

Pete Wu (33), journalist, programmamaker en schrijver van het boek De bananengeneratie. Maar wat is geel van buiten en wit vanbinnen?

‘Mijn ouders zijn vanuit Wenzhou, China, naar Nederland gekomen. Ze gingen werken in een restaurant. Ik ben dus een kind van een restauranthouder zou je kunnen zeggen. 25 jaar geleden zijn mijn ouders net als heel veel Chinezen geswitcht naar een snackbar.

Je hebt in de Volkskrant in 2016 geschreven over je moeder die met jou naar Shanghai ging om je te koppelen aan een Chinese vrouw. Probeert ze dat nog steeds?

‘Nee, dat was echt de laatste keer. Wat positief kan zijn. Ze heeft het geaccepteerd dat ik homoseksueel ben óf ze heeft het opgegeven. We hebben het er eigenlijk ook niet echt meer over gehad. Ik benoem het in het boek De bananengeneratie. Sinds ik uit de kast ben gekomen, vier jaar geleden, heb ik het er maar vier keer met haar over gehad.’

Heb je verschillende heilige huisjes omver moeten werpen?
‘Ik heb er pas het afgelopen half jaar over nagedacht, door het boek. Ik trek namelijk wel een parallel tussen mijn seksuele geaardheid en mijn etniciteit. Ik schaamde me dat ik homo ben, ik schaamde me voor het idee dat ik Chinees ben.

Ik groeide op in een witte heteronormatieve omgeving. Ik deed een ‘witte’ studie; Engelse literatuur. Weinig Aziatische studenten. Iedereen om me heen begon te daten maar ik niet.

De journalistiek is ook heel wit. Dus ik wilde vroeger graag wit zijn maar ook heel graag hetero. Dat past namelijk beter in het plaatje van mijn ouders, en in het plaatje van mijn omgeving. Dus ja, wat ik vroeger wilde zijn, is wel een dubbele barrière, maar dat is nu niet meer zo.

Wanneer is de acceptatie gekomen dat je homo bent?
‘Ik heb het er best wel moeilijk mee gehad om uit de kast te komen. Ik was ongeveer 23 toen ik tegenover mijn vrienden uit de kast kwam en pas op mijn dertigste vertelde ik het mijn ouders. Die schaamte valt heel langzaam weg.

Het helpt natuurlijk niet dat de Chinese cultuur niet echt een praatcultuur is. Ze vragen niet: hé, hoe voel je je? Dat heb ik thuis nooit gehoord. Ik denk dat praten een begin is om te ontdekken hoe je jezelf ziet en hoe anderen je zien en hoe ze op jou reageren. Ik denk dat ik pas op de universiteit echt over gevoelens heb leren praten, alleen al: Hoe is je dag?

Ik weet nog goed dat ik huilend tegen een vriendin had verteld dat ik verliefd was op een jongen. Dat was zo’n grote stap voor mij! Daarvoor was alles stiekem. Ik heb toen ook al mijn vrienden één voor één gesproken, zo ben ik uit de kast gekomen. Als je weet dat je naaste kring het weet, maakt het makkelijker om daarna open over mijn homoseksualiteit te zijn.’

Wanneer is de acceptatie gekomen dat je Chinees bent?
‘Het Volkskrant artikel was ook wel echt een landmark in mijn leven. Ik kreeg veel reacties van Chinese Nederlanders: Ik ben niet gay, maar ik snap hoe je moeder denkt of ik kan nu uitleggen hoe het is om een Chinese moeder te hebben. Heel gek, ik dacht altijd dat ik daar alleen in was, maar dat was natuurlijk onzin. Ik dacht: Wat gek dat ik me daarvoor schaam, terwijl er zo veel mensen zijn die zich er totaal niet voor schamen. Dat is de kickstart geweest om een boek te schrijven; een groter project aangaan dat compleet gaat over Chinese Nederlanders. Dat is nu drie jaar geleden en ik heb hulp gehad om dat in te zien.

Je zegt in een artikel dat iedereen op zijn eigen manier moet vechten tegen racisme. Is jouw manier het schrijven van een boek?
‘Ja, ik geloof heel erg in constructieve journalistiek. Dat je in plaats van alleen het probleem te benoemen, dat je ook met oplossingen komt.

Met het boek wil ik laten zien dat de ervaring van de tweede generatie niet hetzelfde is als die van de eerste generatie. Stereotypes die andere mensen hebben zijn vooral gebaseerd op hoe zij de eerste generatie zien; stil, allemaal hardwerkend, op geldbelust, onderdanig, van die economie/business/zakenmannetjes.

Terwijl de tweede generatie een heel andere ervaring heeft omdat ze juist zijn opgegroeid in Nederland en zien hoe het anders kan.

Met het boek wil ik juist laten zien dat wij, als tweede generatie, tussen die twee werelden zijn opgegroeid, de Chinese en de Nederlandse werkelijkheid en dat wij niet automatisch voldoen aan het beeld dat andere mensen van ons hebben. Dat is een manier om racisme tegen te gaan, om een diverser beeld te creëren van een minderheidsgroep.

Ik werd pasgeleden gevraagd om iets te zeggen over de bitcoin in China, maar ik weet helemaal niks over de bitcoin. Omdat ik Chinees ben denken ze dat ik daar iets over weet. Ik wil eigenlijk dat mensen een logischer onderscheid maken.

Ik trek weer de parallel met homo zijn. Als je alleen maar Will & Grace op TV ziet als rolmodel voor homo’s dan denk je misschien automatisch: oh er is niet meer, er kunnen niet meer soorten homo’s bestaan, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik denk dat ik dat heel graag wil laten zien in het boek.

Daaropvolgend ben ik ook een spin-off televisieserie aan het maken waarin ik een beetje hetzelfde doe, omdat ik het ook heel belangrijk vind dat je verschillende gezichten ziet.’

Je boek, De bananengeneratie, geel van buiten, wit vanbinnen, maar is dat eigenlijk ook niet een soort van racisme?
‘Ik vraag me af wat voor stereotype hoort bij het woord ‘banaan’. Niemand kent het, mijn moeder en de ouders van degene die ik heb gesproken. Verder is het in de huidige maatschappij geen scheldwoord, het heeft geen discriminerende lading of vermoedens ervan. Het is iets wat Chinezen zeggen: ‘Je bent zó Hollands geworden’, dus voor mij heeft het geen racistische lading. Ik heb ook heel veel mensen gesproken en ik moet de titel nog heel vaak uitleggen.

Wat ik natuurlijk ook met het boek wil zeggen is dat ‘bananen’ ook heel erg verschillend kunnen zijn. Ik had een verzamelterm nodig voor de mensen die ik gesproken heb en dan klinkt ‘jonge mensen tussen de 25 en 35 jaar van de tweede generatie met Aziatische ouders’ wat lang als titel vergeleken met De bananengeneratie.’

Heeft het boek verschil gemaakt in de vorming van je eigen identiteit?
‘Ik denk dat ik mijn ouders nu veel beter begrijp. Ik vond het vroeger heel erg kwalijk dat mijn ouders super Chinees zijn en heel erg conservatief denken. Dat heeft mij heel erg gevormd als iemand die hier is opgegroeid, maar de mensen die ik heb gesproken hebben allen een manier gevonden om te dealen met twee werelden. Dat heeft mij veel meer rust gebracht, ik kan nu rustiger nadenken over wie ik ben.

Een politicus gaf bijvoorbeeld aan dat je er niet snel bij stil staat, maar onze ouders kwamen naar een vreemd land zonder de taal te kennen, zonder de bureaucratie van het land te kennen, zonder dat ze echt wisten wat hen te wachten stond. Onze ouders kwamen hier ook nog in een andere tijd, een tijd waarin men nog niet zoveel wist over Aziaten of Chinezen.

Dan denk ik: Wat gek dat ik vergeet dat mijn ouders natuurlijk ook veel hebben opgegeven. Zij hebben echt niet op hun twintigste bedacht: Laten we een cafetaria beginnen in Nederland. Mijn moeder houdt bijvoorbeeld erg van zingen, maar daar heeft ze niks gedaan. Ze staat nu gewoon te frituren. Ik kan me ook niet voorstellen dat het mijn vaders’ jongensdroom was om elke week inkopen te doen voor een snackbar en dat hij zeven dagen per week werkt. Ik dacht daar nooit zo bij na, nú heb ik daar meer respect voor. Ik begrijp nu ook beter hoe ik me verhoud tot mijn ouders en wat mijn eigen identiteit is.

Ik accepteer beter dat ik naast Nederlands, ook Chinees ben. Dat ik me niet per se hoef te verantwoorden, wat ik vroeger wel deed. Ik zei dingen als: Ja, maar mijn ouders zijn heel erg Chinees.’

Zijn er dingen die je nu wel doet en die je vroeger niet deed?
‘Ik durfde vroeger geen foto’s op een dating-app te zetten, op Grindr, dat was pre-Tinder. Ik heb in het begin een foto van een wit persoon gebruikt, toen van mezelf en toen weer anoniem. Ik ontdekte op Grindr dat je letterlijk op profielen zag: ‘No Asians’. Aziatische mannen hoeven dus geen contact te zoeken. Toen merkte ik het wel. Zo is het dus om Aziatisch en homo te zijn, die zijn gewoon niet populair.

Dát waar ik zelf al heel lang over deed om te accepteren werd dus nóg moeilijker, dat was wel teleurstellend. Ik dacht dat ik met open armen in de homowereld ontvangen zou worden, juist omdat ik er zo lang over had gedaan. Pas na een paar jaar dacht ik: ‘Wat een onzin om geen foto te plaatsen, want het gaat erom of iemand je leuk vindt of niet. Maar je wordt natuurlijk op een dating-app als eerst beoordeeld op je uiterlijk, daar kan je niet zo veel aan doen.’

Wat maakt jou tot de witte binnenkant van een banaan, een typische Nederlander?
‘Toen ik opgroeide luisterde ik naar Bon Iver en The National. Dat heeft traditioneel gezien toch een redelijk wit publiek. Als ik naar een concert ging, of naar Tivoli in Utrecht, dan was ik de enige Aziaat.

Ik doe alles doe wat mijn ouders verafschuwen, zoals Engelse literatuur studeren. Dat stond destijds in de top drie opleidingen waarbij je het langst naar een baan moest zoeken. En áls je dan een baan kreeg, dan verdiende je niet veel. Ik denk dat dat wel witte dingen zijn, maar misschien ook wel mijn eigen stereotype beeld is. Als je houdt van Donnie Darko en Moonrise Kingdom, dan ben je wit. Net zoals het hele idee van hip, hipster. Amsterdam is in mijn ogen ook wit/westers.’

Wat maakt jou tot de gele buitenkant van een banaan, typisch Chinees?
‘Het is een heel particulier antwoord. Ik kan ook alleen maar voor mezelf spreken. Ik durf sinds het boek ook niet te zeggen Dat is typisch Chinees, maar ik heb bijvoorbeeld een hard arbeidsethos van mijn ouders meegekregen. Ik merkte het verschil bijvoorbeeld in het studentenhuis, ik dacht echt deze mensen zijn écht helemaal niks aan het doen! Ik heb inderdaad zes diploma’s. Sommige mensen zeggen dat dat ook echt typisch Chinees is, maar ik vond studeren gewoon heel erg leuk. Dat heeft er heel erg mee te maken hoe mijn ouders me hebben opgevoed en mijn ouders zijn Chinees.

Ik heb moeten leren praten, in therapie maar ook met mijn vrienden. In mijn ogen gingen westerse kinderen de hele dag met hun ouders kamperen, bruschetta’s maken en praten over vriendjes, terwijl dat bij mij thuis niet gebeurde. Als ik thuiskwam was het: Jij gaat nu satésaus maken en de Mercedes van papa wassen.’

Hoe lang heeft het geduurd dat praten over jezelf en gevoelens normaal werd?
‘In 2013 schreef ik voor het eerst over mezelf, als Chinees. Eind 2013 was het incident met Gorden en nummer 39 waar ik voor Vice een artikel over schreef, waarin ik mezelf ook voor het eerst opvoedde, terwijl ik dat daarvoor als journalist nog nooit had gedaan. Daarna kwam het artikel in de Volkskrant in 2016. Vervolgens heb ik vaak over dat soort onderwerpen geschreven, maar vanuit mijn eigen perspectief, over mijn eigen ervaringen.’

Ervaring met discriminatie?
‘Die kun je op een hand tellen, maar kleine tekenen waarbij ze aangeven dat je er eigenlijk niet bijhoort, een soort van micro agression. In een club zei iemand ooit: Jij kan helemaal niet uit Amsterdam komen, je ziet er helemaal niet zo uit! Of in de Suikerrui in Antwerpen, iemand begon voor mijn neus het Gangnam Style dansje te doen. Ik dacht: Hij associeert mij dus met een Koreaanse danser, omdat ik Chinees ben. Iemand reed een keer voorbij op een scooter en riep: CHINEES! Het meest extreme geval was in 2017/2018. Iemand begon een carnavalsliedje tegen me te zingen: Een Chinees ziet maar de halve wereld van Anita en Ed. Ze zeggen dat Chinezen dat niet erg vinden, maar in mijn hoofd waren we al verder.’

Hoe kun je voorkomen dat een volgende generatie dat niet meemaakt?

‘Educatie en informatie. Het beperkte beeld van mensen komt doordat ze weinig informatie hebben gekregen en doordat ze graag mensen in hokjes willen stoppen. Als we die hokjes kunnen verbreden, dan denk ik dat we op de goede weg zijn. Het schrijven van een boek en een bijbehorende serie kunnen een bijdrage leveren.’

Waarom moet een niet-Chinees je boek lezen?
‘Mijn boek heeft een universeel thema. Iedereen wil graag ergens bijhoren. Mijn boek is daarnaast een zoektocht van mij naar wie ik ben en wil zijn

Iemand vroeg laatst; Waarom zou ik het lezen, zo’n migrantenboek? Ik denk dat je dan het punt van het boek mist, want waarom zou je dan bijvoorbeeld Lolita gaan lezen; ik houd toch ook niet van minderjarige meisjes? Of To the Lighthouse van Virginia Wolff. Je bent toch ook geen krankzinnige schrijfster. Waarom zou je dat boek gaan lezen, omdat de schrijvers dit zijn? Identificatie kan op meerdere levels spelen.

Ik heb wel de indruk dat er in het traditionele collectieve geheugen van Nederland ook een gat is wat betreft, hoe is het om een kind te zijn van Chinese immigranten in Nederland. Ik denk dat dit boek dat gat kan opvullen. Sommigen vragen mij ook: Hoe verhoud je dat dan tot andere minderheden? Maar daar is al heel veel over geschreven. Ik heb niet het gevoel dat er veel publicaties zijn over Chinese Nederlanders. Voor de tweede generatie Chinezen in Nederland geeft mijn boek een gevoel van herkenning. Hierdoor voel je je minder alleen.

Verder lezen

Column

Column: Hoe de Steurtjes in Indië kwamen

Identiteit     Interviews
#podcast

MDBP Podcast met Fenmei Hu: “Ik wil niet meer dat Hanky Panky Shanghai wordt gezongen in de klas”

Column

Column: Waar zijn de vrouwen in de tangsi?