Column: Hoe koloniaal denken, wit privilege en witte onschuld doorwerken

Geplaatst in: Column
Nationaal Archief, Fotocollectie Dienst voor Legercontacten Indonesië, 1947

Marcel van Doorn is vrijgevestigd therapeut, expert in psychotraumatologie en gespecialiseerd in interculturele opstellingen. Elke maand deelt hij zijn opgedane kennis en ervaringen in een column. Deze keer schrijft hij over niet opvallen, vooroordelen en wit koloniaal denken.

Ondanks dat mijn allereerste rapport in de brugklas op één cijfer na uit negens en tienen bestond, vielen mijn ouders over die ene eenzame zes voor gymnastiek. Uit wraak daarop bestond het volgende rapport louter uit drieën en vieren. Nu vielen ze daar natuurlijk ook over, maar niet veel meer dan ze bij dat ene zesje deden. Daar begreep ik niks van, er werd mij ook niets uitgelegd. De druk om niet op te vallen en om geen aandacht te trekken is groot. Dat creëert vanuit zichzelf al mentale problemen. Binnen de Indische gemeenschap had en heb je de (meestal onuitgesproken) mantra’s: spreek en schrijf beter Nederlands dan de Hollanders, wees witter dan wit, en presteer beter dan de witte Nederlander – ook al levert het je zelf niets op.

Deze ambivalente boodschap zorgt voor een splitsing van ziel en lichaam en dat draagt bij aan een latente gevoeligheid voor schizofreen handelen. Je kunt je ontwikkelen, maar je kunt en mag je nooit in die vorm uitdrukken. Je hoofd mag niet boven het maaiveld uitkomen.

Tempo Doeloe
Ik kom op dit thema omdat ik wekelijks mensen spreek die gebukt gaan onder de gevolgen van deze instelling: de traumata van hun ouders en voorouders. Het sprookje van de Tempo Doeloe blijkt een koloniaal raciaal stelsel, een kastenstelsel. Tempo Doeloe is het historische tijdperk in Indonesië tussen 1870 en het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Tempo Doeloe betekent ‘de tijd van vroeger’. Indonesiërs zelf hebben verschillende interpretaties van deze tijd.

Ongelijkheid, vooroordelen en superioriteit
In een analyse van het koloniaal recht constateerde Sanne Ravensbergen in 2018 dat de koloniale rechtbanken van de 19e en 20e eeuw in Nederlands-Indië zich kenmerkten door ongelijkheid en partijdigheid, superioriteitsgevoel en raciale vooroordelen over de islam onder de Nederlanders. Dit wordt nog steeds zo ervaren én door de Nederlandse staat nog steeds uitgevoerd. Denk maar aan de Toeslagenaffaire en hoe de staat door middel van belastingwetgeving nog steeds de rijken en ondernemingen bevoordeelt. Bij de afschaffing van de slavernij werden de slavenhouders gecompenseerd, niet de slaven!

Het was Darwin die de witte mens superieur achtte boven de gekleurde mens, die volgens hem te vergelijken waren met chimpansees, namelijk lui en onverantwoordelijk; en de zwarte mens, volgens hem te vergelijken met orang-oetans: agressief, af te richten met strenge hand als vee. Daarmee werd een wetenschappelijke ondersteuning én goedkeuring gegeven aan het feit dat witte mensen gekleurde mensen anders behandelden. En vanaf de diverse kansels in Europese kerken werd de goedkeuring van de paus verkondigd. Hiermee trachtte men de balans tussen schuld en onschuld in evenwicht te houden. Het werd zelfs in de wet vastgelegd.

Iets wat zich ruim 300 jaar in het DNA van de samenleving heeft kunnen nestelen, jaag je er niet zo een-twee-drie uit. Daar moet de staat zich bewust van worden. Vergeet niet dat Aletta Jacobs voor vrouwenrechten opkwam, maar alleen voor de witte Europese vrouwen.

Wit koloniaal denken 
Het privilege-bewustzijn van de witte Nederlander is over het algemeen vrij beperkt. Hun wereldbeeld kenmerkt zich door ‘wit koloniaal’ denken, waarbij het voordeel te allen tijde aan hun zijde is. De man gaat werken; de vrouw staat in de keuken, baart kinderen en op vrijdagavond verleidt zij routineus haar man. Elk gekleurd mens of gekleurde migrant is minder dan welk wit kind dan ook. Daarbij vinden ze dat ze heel ‘werelds’ in hun denken zijn maar de duizenden migranten, waaronder vrouwen en kinderen, die in de Middellandse Zee verdrinken, staan niet op hun netvlies. Dit staat in het verlengde van het koloniale systeem. Ze houden zichzelf gevangen in de kerker van hun wit koloniaal denken zonder zich daarvan bewust te zijn. Tegelijk levert het hen alleen maar voordeel op. Dit koloniaal systeem creëert een koloniale onschuld dat zowel door de kerk als de wet geaccordeerd werd en nog steeds doorrimpelt tot in onze huidige tijd, dat nu weggezet wordt als woke.

In de praktijk
Een praktijkvoorbeeld: in mijn observatie van Maureen* en haar familie was het niet veel anders. De witte mannen in haar leven waren twee ooms en een viertal werknemers in haar vaders bedrijf. Er werd respectvol met haar omgegaan omdat zij de dochter van de baas was. Naarmate haar leven vorderde kwam zij wel steeds vaker andere witte mannen tegen die haar anders benaderden. Ze kreeg complimenten over haar uiterlijk, zij was het ‘exotische’ meisje. Zij werd weggezet als het mooie, onschuldige meisje. Het ging nooit over wie Maureen nu echt was maar altijd over het plaatje dat zij representeerde in het postkoloniale systeem. Ze leerde van zich afbijten met hulp van haar vriendinnen, die haar anders zagen dan alleen maar het mooie poppetje. Zoals zij zelf verzuchtte: “Door schade en schande.”

Van kinds af aan werd er over haar gesproken als ‘het mooie meisje met de bruine ogen’, door vrijwel iedereen behalve door haar moeder. Haar moeder was als een blok voor de Indischman gevallen, maar ze was niet in staat zelf vorm te geven aan haar leven. Ze was jaloers op alle aandacht die haar dochter kreeg en waarschuwde haar niet. Ze wees haar dochter af en kende haar allerlei slechte eigenschappen toe. Volgens haar moeder lokte Maureen het zelf uit door haar kleding, haar haar en hoe ze zich gedroeg. Maureen is niet alleen slachtoffer van verborgen racisme maar ook getraumatiseerd door haar moeder vanuit haar geprivilegieerde positie als witte vrouw.

In haar werk als coach voor managers van topbedrijven wordt ze dubbel afgerekend. Eén, zij is een vrouw in een door mannen gedomineerde omgeving en twee, ze is gekleurd. Hoewel iedereen dit ontkent zien we hier, in mijn optiek, nog steeds de uitwerking van raciaal kolonialisme. Het is toch godsonmogelijk dat een gekleurde vrouw witte mannen coacht?! En zo zijn er tal van eenvoudige maar diep verstopte vooroordelen te vinden. Zoek ze maar eens op, wees voorzichtig. Sommige van de vooroordelen leiden tot heftige discussies, doen pijn en veroorzaken verdriet.

De vriendelijkheid van onze voorouders maakt dat wij ons, nog steeds, dienend opstellen. Dat wil echter niet meer zeggen dat wij ons de Nederlandse kaas van ons brood laten eten. Dat was vroeger! Het wordt tijd dat we allemaal wakker worden, onze eigen verantwoordelijkheid ter hand nemen, naast elkaar gaan staan in onze verschillen en ons de vraag gaan stellen hoe wij de wereld willen achter laten.

Moesje 
Mijn moeder leunt achterover in haar stoel. Onderhand dooft zij routineus haar vijfde sigaret terwijl zij naar het verhaal luistert. Ze rilt even van de kou in de kamer, de zon schijnt op haar rug, maar niet op volle kracht. Haar hand zoekt mijn hand, ik voel de kou in haar vingers. Dan kijkt ze mij aan met een zachte blik.

“Zorg je goed voor haar?”, vraagt ze mij.

“Jahhh moesje, altijd tog”, zeg ik terug, waarop ze als door een wesp gestoken reageert: “Spreek Nederlands met mij.”

“Moes, dat is de titel van een leuk lief liedje…”, probeer ik nog, maar haar blik laat me zwijgen, met een glimlach.

*Maureen is een gefingeerde naam

Verder lezen

Actie

Win gratis Chinese thee!

Column

Frikandel Speciaal of kwal?

Culinair     Eten

Roti Belanda: ‘echte’ Nederlandse broodjes in Indonesië