Marcel van Doorn is vrijgevestigd therapeut, expert in psychotraumatologie en gespecialiseerd in interculturele opstellingen. Elke maand deelt hij zijn in de praktijk opgedane kennis en ervaringen in een column. Deze keer schrijft hij over de koloniale apartheidsstaat, minderheden en dekolonisatie.
Door omstandigheden ben ik nu al een tijdje in Thailand op één en dezelfde plek. Het was nu niet bepaald de plek die ik zelf uitgezocht zou hebben, maar tegelijk ben ik in een geweldig leuk boetiekhotel terechtgekomen.
Thailand is het enige Aziatische land dat weliswaar oorlogen heeft meegemaakt maar nooit is gekoloniseerd. Het land heeft een vriendelijk, goedlachs en trots volk. Thai betekent ‘volk van vrijen’. De Thai kennen geen ongelijkheid in gender: een vrouw met een zware mannenstem komt regelmatig voor. Tot regelmatige teleurstelling van Europese mannen die voor slechts één ding komen zijn sommige modellen van een ander gender als zij doen voorkomen. Het is hier volkomen natuurlijk geaccepteerd.
Voor mij is het een verademing dat de Thai zich niet onderdanig opstellen naar witte of gele mensen. Ze hebben duidelijk geen last van een postkoloniaal trauma.
Een overtuiging wordt statisch als mijn vrijheid en gelijkheid jouw vrijheid en gelijkheid ontneemt en dan is mijn voordeel van mijn overtuigingen een strijd geworden die ongelijkheid in stand moet houden. Tot op de dag van vandaag komen wij dat nog steeds tegen.
Apartheidsstaat
Terug in de tijd: rond 1956 bestond de Nederlands-Indische diaspora uit 300.000 Indische Nederlanders die in de apartheidsstaat van de kolonie zijn geboren en opgegroeid. Het koloniaal gezag in Nederlands-Indië – onder het koningshuis en de Nederlandse staat, bestaande uit regering van de Eerste en Tweede Kamer – maakte gretig gebruik van de kleurlijn van wit naar zwart en deelde die in. Zodoende ontstond er een apartheidsstaat met vier groepen in de kolonie: Europeanen en zij die overeenkomstig Europeaan waren – zij hadden dezelfde privileges, Indo-Europeanen, Chinezen en Arabische handelaren en de inheemsen.
Pas als je door een Europese vader erkend werd als zijn kind behoorde je als Indo-Europeaan bij de groep van bevoorrechten, maar dan nog was je niet gelijk aan de Europeaan. De meeste Indo-Europeanen hadden vaak geen Nederlands paspoort en geen stemrecht. Nederlands-Indië was voor de Indo gewoon ‘zijn Nederland’. In het onderwijs dat gegeven werd in de kolonie leerde men alle rivieren en kanalen, de provincies met de hoofdsteden, de belangrijkste data van de geschiedenis van het vaderland, leerde men Nederlands spreken en schrijven. Men wist meer over het vaderland en de Nederlandse geschiedenis – de heldendaden waar ze toe behoorde – dan van het moederland waarin ze geboren waren en woonden.
De koloniale samenleving hanteerde een systeem dat wij nu kunnen aanduiden als een apartheidsstaat met bijbehorende voor- en nadelen die per persoon verschillen, afhankelijk van waar hij op de kleurlijn plek heeft binnen de koloniale apartheidsstaat. Dit apartheidssysteem is nu nog steeds aanwezig, actief en leeft in het zenuwstelsel en DNA van elke nazaat. Deze groep bestaat op dit moment uit ongeveer 5 miljoen mensen, waarvan 3 miljoen in Nederland wonen.
Voor mij als traumatherapeut, al meer dan 23 jaar werkend met lichaamsgerichte therapie en familieopstellingen, betekent het loslaten – het gegijzeld worden van de koloniale apartheidsstaat – van de overtuiging van de kleurlijn wit naar zwart, die het voordeel geeft aan de witte huidskleur met zijn wetten, religie en privileges zoals inkomen, onderwijs, kiesrecht en noem maar op, de groei van en naar het spirituele bewustzijn.
Dat is de weg van dekolonisatie, twee stappen vooruit en één stap achteruit. De onwetendheid van de heersende macht is daarbij de grootste irritatie.
- “Wat spreek je goed Nederlands!”
– “Ja, net geleerd in het vliegtuig/op de boot…” - “Wat passen jullie je goed aan.”
- “Jullie zijn een voorbeeld van beleefdheid.” (onderdanig bedoelen zij dan)
Dekolonisatie
De onafhankelijkheid van Indonesië heeft ons niet verlost van het koloniale apartheidstrauma. Het is o.a. meegenomen door de Totoks, Indische Nederlanders, Molukkers en spijtoptanten. De één heeft Dit en de ander heeft Dat in zijn rugzakje – in het DNA zitten – en dat is afhankelijk waar men zichzelf plaatst op de kleurlijn, bewust en of onbewust – en dit laat zich altijd zien in twee tegengestelde uitersten – wit versus zwart. We zitten in het proces van afschaffing van de apartheid, ongelijkheid, maar een proces van dekolonisatie kun je niet afbakenen of begrenzen. Elk land en samenleving is in proces van bewustwording verwikkeld. Het is een organisch proces én beïnvloedbaar, zowel in goede als in foute zin. Het organisch proces kun je sturen vanuit de overheid door onder andere overleg tafels, belangenorganisaties, lobbyisten, onderwijs, sport en/of kunst.
De reden dat zowel de Indische diaspora als de Nederlandse bevolking dekolonisatie nodig heeft is dat elke minderheid dagelijks last heeft van de superioriteit van de heersende witte klasse en de inrichting van de maatschappij. Deze is ingericht en gericht op de norm van wit en heteroseksualiteit, gesteund door de Europese christelijke religies en vastgelegd in de wet, ondanks dat wij een scheiding erkennen tussen staat en kerk. Kolonisatie gaat altijd over gewin, macht en onderdrukking. Elke stroming van religie is op precies diezelfde structuren gebouwd en gaat dus altijd over uitsluiting, nooit over insluiting.
Kijk maar eens in de media en reclames, voornamelijk zie je witte modellen in een vast patroon van jongetje en meisje, of meisjes of jongens samen. In 2018 doken er van de ene op de andere dag affiches op van de firma SuitSupply waarop twee heren overduidelijk iets erotiserend over zich hadden. Dit werd herhaald in 2019 met twee vrouwen. Let wel, het ging over kleding maar tot in de Tweede Kamer moesten de SGP en de CU daar vragen over stellen. De firma SuitSupply had dus een zeer succesvolle campagne van telkens tien dagen maar heel Nederland leek geschokt. Hoe vrijdenkend zijn we dan met z’n allen?
Niet dus. De mores is anders en zelfs als minderheid wil je bij die mores blijven omdat ook jij aanspraak wilt maken op de daarbij horende privileges. Dus bleef het stil vanuit organisaties die juist strijden tegen deze ongelijkheid. Deze ongelijkheid, deze norm is door de christelijke instituten ook in de koloniën geïntroduceerd én tot norm verheven tot op de dag van vandaag. De inheemse culturen werden weggedrukt en sommigen leefden ondergronds voort. Tegelijk was de schade enorm en werden het blijvende littekens. We zijn vervreemd van onze inheemse cultuur.
Feminisme en kolonialisme
Nog niet eens zo lang geleden, in de koloniale tijd, streed er een vrouw voor het vrouwenkiesrecht. Aletta Jacobs was haar naam. Zij kwam uit een redelijk bevoorrechte familie, haar vader was huisarts in Groningen. Ze wordt arts en promoveert als doctor in de medicijnen. Ze richt haar eigen huisartsenpraktijk op in Amsterdam maar krijgt veel kritiek op haar werkwijze. Haar hele leven zet Jacobs zich in voor de verbetering van de positie van vrouwen. Een kwart eeuw strijdt ze daarnaast voor kiesrecht voor vrouwen. Haar strijdlust wordt beloond met het actief kiesrecht voor vrouwen dat wordt doorgevoerd in 1919. In 1922 mogen vrouwen voor het eerst naar de stembus. Let wel, dat gold voor alleen de witte vrouwen in Nederland, niet in de koloniën en al zeker niet voor de gekleurde vrouwen aldaar.
Uit de brieven kan worden opgemaakt dat Aletta Jacobs in het gelijkheidsdenken binnen het feminisme wordt beperkt door haar, wellicht onbewuste, koloniale en imperialistische karakter. Voor haar zijn feminisme en kolonialisme twee gescheiden concepten die niet in strijd zijn met elkaar. Voor Raden Adjeng Kartini was dit anders.
Zij was haar tijd ver vooruit door feminisme en kolonialisme te zien als twee fenomenen die niet naast elkaar kunnen bestaan.
Het gelijkheidsdenken van het feminisme en het ongelijkheidsdenken van het kolonialisme waren volgens haar in strijd met elkaar. Seksegelijkheid kon enkel ontstaan wanneer de gelijkheid van ras was voltooid.
Ongelijkheid
Nog steeds is er sprake van ongelijkheidsdenken waarbij ik alleen maar aan het gebruik van de familienaam moet denken; zodra die afwijkt van een Nederlandse of Nederlands klinkende naam wordt de sollicitant al naar huis gestuurd. Javaanse, Molukse, Turkse, Marokkaanse, Syrische, Iraakse, de tot slaafgemaakte enzovoorts, familienamen die voor de Nederlander moeilijk uit te spreken zijn, starten met gelijk twee-nul achterstand. Vrouwen soms met nog meer.
Als we deze ongelijkheid uitspreken en ons activistisch opstellen gebeurt er iets wat men meestal niet zo verwacht. De witte heersende groep voelt zich achtergesteld omdat wij niet langer hun belang ondersteunen.
Datzelfde effect zagen we bij de boeren die zich opeens achtergesteld voelden toen hun steun wegviel. De mythe van het idyllische boerenleven op het platteland zit/zat – onbewust – diep in de volksziel, en niet in overvolle stallen met honderden koeien of duizenden varkens en kippen. Het levert een natuurlijk soort sympathie op, waar de boeren samen hun invloedrijke posities in en rond de macht flink van kunnen profiteren.
Steun
Zij konden in tegenstelling tot Extinction Rebellion wél rijkswegen blokkeren met tractoren, ze konden zelfs de confrontatie opzoeken met de politie zonder bestraft te worden. Over de economische schade die toen werd veroorzaakt hoorde je nauwelijks iemand. De mythe hield geen stand. De grootste lariekoek was natuurlijk dat zonder de boeren er geen voedsel zou zijn! Ze produceren 4x zoveel als nodig is en vormen een exportproduct. Door een waanzinnige lobby doen ze voorkomen dat ze een hoofdmoot van onze export met 3 of 4% zijn terwijl dit gewoon niet waar is. Wij zijn met 3 miljoen Indische mensen en vertegenwoordigen dus 16,6% van de bevolking. Waar worden wij vertegenwoordigd? Wie lobbyt voor ons?
Verandering
Met het verrechtsen van het huidige politieke klimaat is het echter maar de vraag of dekolonisatie die steun krijgt die de verandering in de maatschappij nodig heeft. Het biedt natuurlijk geen voordelen aan de rijke witte middenklasse, een grote groep, in de maatschappij. Die zullen nimmer uit zichzelf hun verworvenheden, privileges en rijkdommen opgeven. Sterker nog, de laatste stemmingsuitslag heeft laten zien hoezeer zij in zichzelf gekeerd zijn. Met een dagelijks leven dat steeds onzekerder is en een onvoorspelbaar toekomstbeeld komen niet alleen werk, opleiding en status onder druk te staan, ook de liberale, sociale waarden waardoor veel mensen uit de middenklasse gedreven worden. “Je wilt de toekomst van je kinderen toch veilig stellen.”
Rutger Bregman schrijft al in 2019 in De meeste mensen deugen: “In een ‘democratie’ kan schaamteloosheid al helemaal van pas komen. Politici die geen last hebben van schaamte kunnen namelijk dingen doen die voor anderen simpelweg onmogelijk zijn. Waar anderen zich rot voor zouden schamen. In een mediacratie kan het zelfs voordelig zijn om je schaamteloos te gedragen: het nieuws focust zich immers op het bizarre en absurde.”
Als we alleen maar blijven praten over dekolonisatie komen we geen stap verder. Dan wordt het een polarisatie tussen de ‘haves en havenots’, tussen de heersende minderheid tegenover de andere minderheden. Dat was ook de reden dat ik in een eerder artikel schrijf dat ‘excuses zonder inhoud of vervolg zijn slechts holle woorden’. De toegezegde €200 miljoen zijn natuurlijk discutabel voor toegewezen doeleinden, toegewezen door de heersende witte macht. En wij? We krijgen Indische vertegenwoordigers die preken voor hun eigen parochie, en voor hun eigen groep en agenda gaan. Het gaat dan alleen over hun vrijheid, hun narratief, en niet mijn vrijheid of mijn narratief. De groep Indo’s is zo divers dat de vertegenwoordigers slechts enkele procenten van die diverse groep zijn. En zo regeert de kolonisator nog steeds over wie wel en wie géén aandacht krijgt, wel of geen geld krijgt. Als je voordeel hebt van de apartheid dan wil je die niet opgeven! Wij zijn een omkeercultuur, we zijn noch peper noch zout.
De schizofrene identiteit van de Indo is een effect van het koloniale systeem.
We komen wel op voor onze vrijheden maar we zijn niet bereid een deel af te staan aan de minderheden om ons heen. Dát zijn onze tekortkomingen! Dit is het trapjesdenken, apartheid ten top. We zijn volledig geïndoctrineerd en getraumatiseerd. We mogen hiermee aan het werk. Ongeacht of je bij de minderheid behoort, het meest belangrijke is dat je in jezelf kunt thuiskomen. Je moet jezelf dekoloniseren!
Er is een gelaagdheid in dekoloniseren, niet alleen het praktische alledaagse maar ook de lagen in jezelf waarbij je je elke keer kunt afvragen wat waar is voor jezelf: de verschillen van schaduwen, het proces van je eigen dekolonisatie, de harde woorden van jouw minderheid, activisme versus de blindheid van de macht en ook de zachtheid van jou als mens.
De vriendelijkheid, en dan denk ik terug aan de Thai, die we niet vergeten zijn, is de kern van jou als mens zijn. Als ik jou zie, zie ik mij door jouw ogen die ook de mijne zijn.