Column: Marie Oord en de Komedie Stamboel, het muzikale volkstheater met inhoud

Geplaatst in: Column, theater
Marie Oord, oprichtster van "Stamboel Komedie Vereeniging De Eendracht", KITLV 503400, via http://hdl.handle.net/1887.1/item:776620
Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool, waarmee ze mensen helpt hun verhaal op papier te zetten. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.

Eens leidde Marie Oord (1886- 1970) haar eigen ‘Indo Comedie-Vereeniging „De Eendracht”’ en heel Indië wist wie zij was. Zij was de laatste grote van de Komedie Stamboel, het muzikale volkstheater met inhoud.

Marie Oord schreef en bewerkte stukken, trad op als eerste actrice, ontwierp kostuums en leidde toneel- en muziekgroepen. Dat je zegt: ze deed bijna alles. Haar man Rudolf Christiaan Hoogeveen was manager. Ze moet een geweldige vrouw zijn geweest: artistiek, doortastend, gevoelig en vooral met een hart voor de Indische jongere generatie. Die nam ze onder haar hoede. Dat laatste las ik in een mooi artikel van Tjalie Robinson in Tong Tong van 1967. Hij schrijft een onthullende passage over degenen die bij Marie kwamen werken, een generatie vaak afkomstig uit armste laag van de maatschappij. Ze hadden de keus tussen in armoe leven of dit vrije beroep aangaan.

Tjalie legt uit: “Het werk van Marie Oord, door de oprichting van haar toneelgroep, is in de kern doodgewoon liefdadigheidswerk geweest. Ze haalde de ‘Nietswaardigen’ uit hun gribusjes vandaan en gaf ze een kans hun eigen brood te verdienen.

Al werd er op het toneel van Komedie in het Maleis geacteerd, de jongelui kwamen althans bij de leiders in gezelschap van wie ze Nederlands vlotter leerden spreken. Ze ontwikkelden muzikaal en acteertalent en leerden zich vrijmoediger en zelfbewuster onder de mensen te bewegen.

Vanzelfsprekend werd door deze ‘vooropleiding’ de deur geopend voor vaste baantjes in de maatschappij. En Marie Oord heeft de jongelui nooit vastgehouden. Wie op de vele reizen door Indië elders een baantje vond, mocht altijd meteen ‘overstappen’. Tientallen artisten zijn als assistent-snijvelder of schrijver op ondernemingen blijven hangen. Meisjes kregen baantjes of konden een goed huwelijk sluiten. Het verloop op Marie Oord’s personeelstaat is altijd enorm geweest.”

Een emancipatiebeweging dus. We zijn hier ongeveer aan het einde van de negentiende eeuw. Nederlands spreken is de weg naar een positie in de koloniale maatschappij, maar niet iedereen heeft de kans om die taal te leren. En dan kom je bij Marie Oord, waar je je kunt ontwikkelen. Het gezelschap reisde heel Indië door. Dan eens hier, dan eens daar optredend.

Rijk is Marie Oord er niet van geworden. Soms liep een reeks van voorstellingen heel goed, dan weer niet. Soms had ze grote schulden. Dan weer kon ze ruime donaties aan liefdadigheidsdoelen schenken. Die afhankelijkheid van de komst van het publiek was er natuurlijk. Ik zie het ook in de oude Indische kranten.

De Locomotief schrijft in 1908:
“Van daar schrijft onze correspondent: De Indo Comedie-Vereeniging „De Eendracht” gaf hier gisterenavond (6 Juli) een voorstelling in de sociëteit Concordia. Opgevoerd werd La Somnambule. Het gezelschap, ’t welk uit 20 personen bestaat, is goed uitgerust van rêquisieten en speelt als stamboel zeer goed. Maar men moet een stamboel in eigen tent zien spelen, en niet in een schouwburgzaal met marmeren vloer en electrische verlichting. Het auditorium bestond slechts uit 60 personen, zoodat de Vereeniging zeker schade zal hebben geleden bij haar trip naar Bandoeng.”

De Sumatra Post, in 1909, zonder te melden wat er gespeeld werd:
“Het onaangename regenweer gisteren avond heeft het tooneelminnend inlandsch publiek niet weerhouden zich op te maken naar de Bangsawau, die haar openingsvoorstelling gaf. De vrij groote hal was werkelijk goed gevuld en ook aan Europeesche toeschouwers ontbrak het niet.”

Gemakkelijk was het dus niet. In het artikel in Tong Tong legt Tjalie uit waarom het uiteindelijk steeds slechter en slechter ging. Veel Indo’s stonden er beter voor en keerden zich af van de Komedie Stamboel, die minder geaccepteerd is bij het Hollandse deel van de samenleving. Marie ging op kantoor. Haar man opende een café-restaurant in Meester Cornelis.

En zo ging de tijd voorbij, met de Komedie Stamboel erbij. En Marie Oord, vergeten of niet, verdient een standbeeld.

Verder lezen

Column     Film     Historie

Column: “Ze kreeg diamanten van haar moeder om brood te kopen”

Identiteit     Interviews

Fong Leng: de zonnebloem van de Nederlandse modewereld

Erfgoed

Column Vilan van de Loo: “Elke ziekte eindigt”