De oprichting van de Dienst Legercontacten (DLC) in 1946 markeerde een cruciaal moment in de Nederlandse militaire strategie tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog. Deze militaire voorlichtingsdienst, opgezet door generaal Simon Spoor, speelde een sleutelrol in de manier waarop Nederland zijn rol in de kolonie probeerde te legitimeren. Historicus Louis Zweers, die promoveerde op dit onderwerp met het proefschrift De Gecensureerde Oorlog, beschrijft de DLC als “een goed georganiseerde propagandamachine” die zowel de binnenlandse als internationale beeldvorming over het conflict trachtte te beheersen. Dit artikel belicht het ontstaan, de taken en het belang van de DLC, in de context van een koloniale oorlog die steeds meer weerstand opriep.
Dit artikel is mede gebaseerd op interviews die zijn opgenomen voor de veelvuldig bekroonde documentaire Indië Verloren… Selling a Colonial War van regisseur In-Soo Radstake.
Generaal Spoor: Visionair of Propagandist?
Generaal Simon Spoor, een sleutelfiguur in de Nederlandse militaire strategie, was de drijvende kracht achter de oprichting van de DLC. Spoor had al vroeg in de gaten hoe belangrijk media en beeldvorming waren in het conflict. Zweers legt uit: “Spoor wist uit zijn eigen ervaringen hoe gevaarlijk een gebrek aan informatie kan zijn. Tijdens de Japanse bezetting was er nauwelijks communicatie tussen Nederlands-Indië en Australië, waardoor Nederland volledig in het duister tastte over wat zich daar afspeelde.”
Die ervaring motiveerde Spoor om de DLC op te zetten als een middel om controle te krijgen over de narratieven rond de oorlog.
“Spoor begreep dat de strijd niet alleen op het slagveld werd gevoerd, maar ook in de media,” aldus Zweers.
De DLC moest ervoor zorgen dat de Nederlandse publieke opinie het militaire optreden bleef steunen en dat de internationale gemeenschap het conflict niet uitsluitend als een koloniale onderdrukking zou zien.
Het Conflict in Context
De oprichting van de DLC vond plaats tegen de achtergrond van een snel veranderende wereldorde. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de roep om dekolonisatie wereldwijd, en landen zoals Indonesië eisten hun onafhankelijkheid op. Nederland, dat zwaar gehavend was door de oorlog, wilde zijn lucratieve kolonie behouden, maar stuitte op felle weerstand van Indonesische nationalisten.
Het was in deze context dat de DLC een centrale rol kreeg in het controleren van de berichtgeving. Zweers beschrijft dit als “een poging om het Nederlandse optreden in een beter daglicht te stellen en steun te winnen voor het militaire optreden.”
In december 1948 startte Nederland de tweede militaire actie, een grootschalige operatie die gericht was op het uitschakelen van de Indonesische leiders, waaronder Soekarno en Hatta. Hoewel deze actie militair succesvol was, leidde het tot hevige kritiek van de internationale gemeenschap. Zweers benadrukt: “Nederland kwam steeds meer in een geïsoleerde positie terecht. De Verenigde Staten en de VN veroordeelden de militaire acties, en dat bracht Nederland in de problemen.”
De structuur en taken van de DLC
De DLC was een omvangrijke organisatie met een duidelijke missie: de beeldvorming over de oorlog sturen. “De dienst had tientallen fotografen, filmmakers en voorlichters in dienst, die alles vastlegden wat in het veld gebeurde,” aldus Zweers. Teams bestonden uit een fotograaf, een filmer en een legervoorlichter en waren uitgerust met de modernste apparatuur.
Het materiaal dat door deze teams werd verzameld, werd naar het hoofdkantoor in Batavia gestuurd, waar strenge censuur plaatsvond. Zweers licht toe: “Militaire censoren bepaalden welke beelden en berichten werden vrijgegeven. Alles wat te gewelddadig of controversieel was, werd opzijgeschoven.” De focus lag op het tonen van humanitaire activiteiten zoals het uitdelen van voedsel en kleding. “Het doel was om een positief beeld te schetsen van het Nederlandse optreden, terwijl de harde realiteit van de strijd werd verborgen.”
Propaganda in praktijk
De DLC verspreidde het goedgekeurde materiaal via persbureaus zoals het ANP en Associated Press, en via bioscoopjournaals en tijdschriften. Vooral geïllustreerde bladen, zoals de Katholieke Illustratie en Panorama, speelden een grote rol. Zweers legt uit: “Deze tijdschriften hadden een enorm bereik, miljoenen lezers in Nederalnd. Ze waren het venster op de wereld en bepaalden hoe mensen het conflict zagen.”
Hoewel de DLC succes had in het verspreiden van propaganda, werd de dienst ook bekritiseerd vanwege de manipulatie van informatie. Onafhankelijke journalisten kregen weinig ruimte. “Journalisten zoals Alfred van Sprang moesten vaak buiten de gebaande paden treden om de waarheid te achterhalen,” zegt Zweers. “De voorlichtingsdienst hield de touwtjes strak in handen.”
Het erfgoed van de DLC
De DLC was een van de meest uitgebreide voorlichtingsdiensten van zijn tijd, maar het effect ervan bleef beperkt. De internationale kritiek op Nederland bleef aanhouden, en uiteindelijk moest Nederland in 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië erkennen. Zweers concludeert: “De DLC was een laatste poging om controle te houden over een situatie die Nederland allang aan het verliezen was. Het laat zien hoe beeldvorming werd ingezet als wapen in een conflict dat uiteindelijk niet te winnen was.”
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.