In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog werd de Verenigde Naties (VN) opgericht met als doel internationale vrede en veiligheid te waarborgen. Al snel werd de VN geconfronteerd met een complexe uitdaging: het Nederlandse militaire conflict met de Indonesische nationalisten. Deze kwestie, die in 1947 voor de VN-Veiligheidsraad kwam, was niet alleen een test voor de jonge organisatie, maar ook een cruciaal moment in de geschiedenis van dekolonisatie en internationale arbitrage.
In 1945 riep Indonesië, onder leiding van nationale figuren als Soekarno en Hatta, de onafhankelijkheid uit. Nederland, dat in die tijd net herstelde van de Duitse bezetting, weigerde deze onafhankelijkheid te erkennen en probeerde met militaire acties, zogenoemde “politionele acties”, het koloniale gezag te herstellen. Deze operaties leidden echter tot internationale verontwaardiging. Zoals professor-emeritus Bob McMahon van Ohio State University het verwoordt:
“De internationale gemeenschap als geheel was sympathiek tegenover de Indonesiërs en was teleurgesteld, of in sommige gevallen ronduit vijandig tegenover de Nederlanders, die werden gezien als betrokken in een koloniale oorlog van herovering.”
De Indonesische kwestie was een van de eerste internationale conflicten die door de VN-Veiligheidsraad werd behandeld. Nadat Nederland in juli 1947 zijn eerste militaire offensief lanceerde, werd de kwestie aanhangig gemaakt door India en Australië. Zij bekritiseerden de Nederlandse acties als een koloniale oorlog die tegen de VN-principes inging. Dit leidde tot de oprichting van de Good Offices Committee (GOC).
McMahon beschrijft de rol van de Verenigde Staten in deze commissie: “De Verenigde Staten bevonden zich in die cruciale derde positie in de Good Offices Committee, grotendeels omdat het werd gezien als een land dat een eerlijke bemiddelaar zou zijn, gezien zijn macht en prestige als een dominante wereldmacht.” .
Binnen de VN werd Nederland geconfronteerd met een golf van kritiek. Slechts enkele Europese bondgenoten steunden de Nederlandse positie, terwijl een meerderheid van de VN-lidstaten, waaronder nieuw onafhankelijke landen als India, de kant van Indonesië koos. McMahon merkt op: “De houding van de Nederlanders in de Veiligheidsraad was dat alles wat in de Oost-Indische Archipel gebeurde een interne zaak was voor Nederland, en dat externe machten geen rol hadden in deze aangelegenheid.” . Toch vond deze visie weinig bijval. De VN nam zelfs de eerste wapenstilstandresolutie in haar geschiedenis aan, een symbolische stap die het Nederlandse beleid verder onder druk zette.
Voor de VN was het Indonesische conflict een belangrijke testcase. De organisatie, toen pas twee jaar oud, wilde bewijzen dat zij effectiever kon optreden dan haar voorganger, de Volkenbond. McMahon beschrijft de situatie treffend: “Het Indonesische conflict was een vroege testcase voor de levensvatbaarheid van de VN als instrument voor het oplossen van internationale conflicten.” . Door het conflict in Indonesië aan te pakken, toonde de VN haar potentieel als platform voor conflictbemiddeling en internationale arbitrage.
Hoewel het conflict in Indonesië uiteindelijk pas in 1949 werd opgelost, markeerde de VN-interventie een keerpunt. Zoals McMahon benadrukt:
“Het is opvallend dat de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, in een tijdperk van diepe Koude Oorlogsscheidslijnen, in deze zaak aan dezelfde kant stonden. Beiden steunden het idee van een wapenstilstand en onderhandelingen.”
Dit moment illustreerde niet alleen het belang van internationale samenwerking, maar legde ook de basis voor toekomstige VN-interventies in dekolonisatieprocessen. Het Indonesische conflict blijft een krachtig voorbeeld van hoe de VN zich al vroeg moest bewijzen in een wereld vol geopolitieke spanningen en postkoloniale ambities.
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.