Gezien de rumoer van de afgelopen weken rond de geschiedenis van Nederlands-Indië, leek het Meer Dan Babi Pangang een goed moment om een overzicht te plaatsen. Zo is het voor jong en oud mogelijk een beter beeld te krijgen van wat er zich in het verleden heeft afgespeeld. San Fu Maltha zette alle jaartallen en gebeurtenissen op een rij, Nederlands-Indië in een notendopje.
1596 Eerste Hollandse schepen bereiken Indische Archipel. Peper mag alleen aan Hollanders worden geleverd.
1602 Oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Eist alleenrecht op alle specerijen in Indië.
1617 Jan Pieterszoon Coen benoemd tot gouverneur-generaal.
1619 VOC bouwt een nieuwe buitenpost op Java: Batavia.
1621 Op Banda wordt nootmuskaat toch verkocht aan Portugezen en Engelsen. Coen laat bijna alle 15.000 bewoners van Banda doden: ‘Slachter van Banda’.
1740 VOC handelt in kruidnagel, nootmuskaat, foelie, kaneel, koffie, suikerriet en opium. Stagnerende suikermarkt veroorzaakt grote werkloosheid onder Chinese arbeidskrachten. Vanwege plunderende bendes volgt slachtpartij: 5.000-10.000 Chinezen worden vermoord.
1798 Officiële opheffing VOC.
1799 West-Timor als kolonie ingelijfd.
1810 Aanleg Grote Postweg: verbinding van West- naar Oost-Java t.b.v. defensie, handel en transport. Onder de dwangarbeiders
vallen vele doden.
1811-1816 Indië onder Engels gezag van luitenant-generaal Thomas Stamford Raffles.
1814 Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) opgericht.
1816 Engelse overdracht. Ontstaan naam ‘Nederlands-Indië’.
1830 Invoering Cultuurstelsel: boeren verplicht tot afdracht twintig procent oogst aan het gouvernement.
1859 Multatuli schrijft ‘Max Havelaar’: aanklacht tegen Cultuurstelsel en misstanden in Nederlands-Indië.
1860 Einde slavernij.
1870 Einde Cultuurstelsel.
1873-1914 Onderwerping Atjeh (Noord-Sumatra). Bloedige oorlog. Ook Sumatra, Celebes en deel Borneo ingelijfd door Van Heutsz.
1898 Bestuursposten op Nieuw-Guinea.
1901 Ethische politiek: volksonderwijs (inheemse scholen), betere infrastructuur, irrigatiesystemen en verhuizing Javaanse arbeidskrachten naar andere eilanden.
1906 Invasie op Bali: rituele zelfmoord Radja I Dewa Agoeng Djambe, familie en hofhouding (puputan).
1908 Bali onderdeel Nederlands-Indië.
1918 Installatie Volksraad (adviesorgaan koloniaal bestuur).
1927 Oprichting PNI (Persirikatan Nasional Indonesia). Voorzitter Soekarno streeft naar onafhankelijkheid.
1942 Japanse invasie. 8 maart Capitulatie KNIL. KNIL-militairen, ambtenaren en Nederlandse gezinnen opgesloten in Jappenkampen: barre omstandigheden, wrede behandeling en vele doden. Merendeel Indo-Europeanen blijft buiten de kampen, vaak zonder enige inkomsten. Vele inheemse, Indo-Europeaanse en Nederlandse vrouwen gebruikt als ‘troostmeisje’. September Dwangarbeid krijgsgevangenen bij aanleg Birma-spoorlijn en tewerkstelling in Japanse mijnen. Duizenden doden.
1943 Honderdduizenden Indonesiërs ingezet als dwangarbeider (romoesja’s). Velen sterven; hongersnood door inbeslagname rijst door Japanners.
1944 Hongersnood opstanden met geweld neergeslagen; Japanse bezetter belooft Indonesië onafhankelijkheid. In interneringskampen worden jongens weggehaald en tewerkgesteld in aparte kampen.
1945 mei-augustus Australische troepen landen op Borneo. Atoombommen op Japan. 6/9 augustus Atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. 15 augustus Capitulatie Japan. 17 augustus Soekarno en Hatta proclameren Republik Indonesia. Bersiap: totoks (volbloed Nederlanders) en Indo-Europeanen slachtoffer van gewelddadige pemoeda’s (nationalistische jongeren) en pelopors (nationalistische strijders in gebieden die in handen van Nederlanders waren): rampokans (plunderingen), verkrachtingen en tjintjang (in stukken hakken). Kampen blijven gesloten: Japanse bewakers ingezet ter veiligheid van ‘gevangenen’. Java en Sumatra op 6 gebieden na in handen van Republikeinen. Totoks en Indo-Europeanen worden daar opgesloten in Bersiap-kampen. 2 september Japanse keizer Hirohito tekent overgave. 28-29 september 800 Schotse troepen arriveren in Batavia. 7 oktober Oproep economische boycot van totoks en Indo-Europeanen. 10 oktober Britse troepen landen op Sumatra. Voormalige krijgsgevangen KNIL militairen gaan via Manilla naar Celebes, Borneo, Molukken en Nieuw-Guinea. Brits-Indische troepen landen in Soerabaja, hevige gevechten, doden o.a. bij aanslag vrouwen en kinderen uit kampen. Lord Mountbatten beveelt i.v.m. veiligheid voormalige gevangenen in Jappenkampen te blijven.
1945-1949 Vertrek oorlogsslachtoffers (vnl. totoks) naar Nederland; begin ‘ontmoedigingsbeleid’ minister(-president) Drees: ‘Voor Indo’s is geen plek’.
1946 maart Eerste Nederlandse oorlogsvrijwilligers toegelaten in westen en midden van Indonesië. 15 november Akkoord Linggadjati gesloten, maar niet uitgevoerd.
1947 Eerste ‘politionele’ actie: Operatie Product. Ten koste van vele doden (o.a. bloedbad Rawagede) worden handelsbelangen op Java en Sumatra beschermd. Door internationale druk stopt actie.
1948 Door stukgelopen onderhandelingen start Nederland tweede ‘politionele’ actie: Operatie Kraai. Poging om Nederlands gezag te herstellen kost wederom vele doden. Soekarno gevangengezet. Door druk internationale gemeenschap vrijgelaten, Nederland gedwongen tot onderhandeling.
1949 Soevereiniteit Indonesië overgedragen aan Verenigde Staten van Indonesië in Unie met Nederland. Onder leiding van president Soekarno. Nieuw-Guinea blijft tijdelijk onder Nederlands bestuur; Indo-Europeanen krijgen mogelijkheid Indonesisch staatsburger te worden (warga negara).
1950 Staatsgreep kapitein Raymond Westerling. Coup mislukt. 25 april Proclamatie Republik Maluku Selatan (RMS) op Ambon. 26 juli Opheffing KNIL. 15 augustus Soekarno proclameert eenheidsstaat Indonesië.
1950-1952 Vertrek totoks en in mindere mate Indo-Europeanen naar Nederland.
1950-1965 Ca. 25.000 Indo-Europeanen vertrekken naar Amerika (‘Amerindo’s’).
1951 Molukse KNIL-militairen en gezinnen onder valse beloftes naar Nederland gebracht en ontslagen. Einde optietermijn aanvraag Indonesisch staatsburgerschap.
1952-1957 Vertrek Indo-Europeanen naar Nederland en Nieuw-Guinea.
1957 Soekarno verklaart alle Nederlanders, incl. Indo-Europeanen, tot staatsgevaarlijk.
1958-1968 Vertrek Indo-Europeanen en Peranakan Chinezen (letterlijk Chinese afstammelingen) naar Nederland.
1962 Nieuw-Guinea crisis. Soekarno eist Nieuw-Guinea op. Amerika voorkomt militair ingrijpen.
1963 Overdracht Nieuw-Guinea aan Indonesië. Papoea’s mogen zich voor eind 1969 uitspreken of zij bij Indonesië willen blijven.
1966 12 april Executie Chris Soumokil, tweede president van de Republik Maluku Selatan.
1969 Indonesië verbreekt afspraak: Nieuw-Guinea blijft bij Indonesië. De term ‘Indo-Europeaan’ wordt hier en daar gebruikt als verzamelnaam voor groepen die niet de Indonesische nationaliteit wilden hebben (zoals Indo’s, Molukkers, Toegoenezen en Belanda’s Hitam).
(Niet in het overzicht zijn opgenomen de inzet van 180 KNIL-soldaten in Suriname, die van Surinaamse KNIL-soldaten in Nederlands-Indië en de emigratie naar Brazilië, Argentinië, Zuid-Afrika, Suriname en de Nederlandse-Antillen.)
Dit artikel is eerder verschenen in PINDAH*.