Een monument voor slachtoffers van seksueel geweld

Geplaatst in: Erfgoed, Artikelen

De Rotterdamse SP-fractie vindt dat er in de stad een monument moet komen voor de vergeten groep slachtoffers seksueel geweld in voormalig Nederlands-Indië. Aanleiding voor het verzoek van de SP is het tragische verhaal van de Indische Dorothy (“Beppie”) de Bruin, die ruim tien jaar nadat ze was overleden, in 2013 werd gevonden in haar woning in Rotterdam. Ze bleek getraumatiseerd te zijn: als jong meisje was ze misbruikt door een Japanse militair van wie ze een kind kreeg.

Vergeten slachtoffers

In hun motie ‘Monument vergeten groep slachtoffers seksueel geweld in voormalig Nederlands-Indië‘ stelt de Rotterdamse SP dat de Indo-Europese Elizabeth Dorothy de Bruin, Beppie genaamd, haar leven lang geworsteld heeft met een oorlogstrauma als één van de duizenden slachtoffers van verkrachting tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog.

En dat haar tragische leven symbool staat voor de vergeten slachtoffers van verkrachting door Japanse militairen en de diepe wonden die hierdoor zijn achtergelaten. In Nederlands-Indië, het enige land waar Westerse vrouwen op grote schaal als dwangprostituee werden ingezet, werden onder de Japanse bezetting zowel inheemse (ongeveer 30.000) als geïnterneerde Nederlandse (Nederlands-Indische en “Hollandse”) vrouwen (ongeveer 400) gedwongen als troostmeisje te dienen.

Wie was Beppie?

Beppie de Bruin (26 juni 1929, Semarang) was de oudste dochter van een Indisch-Nederlandse echtpaar. Toen Japan in 1942 Nederlands-Indië binnenviel, werden alle witte Nederlandse staatsburgers geïnterneerd. Het gezin De Bruin bleef vanwege de gemengde afkomst buiten het kamp, maar zij leden als ‘buitenkampers’ wel onder de schaarste, honger en intimidatie. Beppie werd op haar zestiende verkracht door een Japanse militair. Ze raakte zwanger en kreeg een dochter. In een interview met AD vertelde deze dochter dat van een liefdevolle relatie tussen moeder en dochter nooit sprake is geweest. De laatste twintig jaar van haar leven hadden ze geen contact. Beppie sloot zichzelf op in haar huis en vermeed de buitenwereld. Zelfs als haar dochter voor haar deur stond weigerde ze open te doen. “Ik was een ongewenst kind. Dat voelde ik elke dag en mijn moeder vertelde dat ook. Ik was niet de dochter die ze had willen hebben.”

Troostmeisjes kort na de Tweede Wereldoorlog. Bron: Historiek.net

Japans uiterlijk

Nakomelingen die uit deze dwangprostitutie of verkrachting werden geboren, kwamen in de jaren vijftig met hun moeders mee naar Nederland. Door hun Japanse uiterlijk en gebrek aan een vader – iets wat ongehoord was in die tijd – groeiden ze in moeilijke omstandigheden op. Soms was er een Indische stiefvader met een eigen kampverleden die in zijn half-Japanse stiefzoon de vijand zag en zijn eigen trauma op zijn kind afreageerde. Kindermishandeling kwam in deze gezinnen vaak voor.

 

 

 

Voor deze nakomelingen is de stichting Japans Indische Nakomelingen (JIN) in het leven geroepen en stichting Sakura fungeert als contactorgaan voor nakomelingen van Japanse vaders en Indische dan wel Hollandse moeders.

Kinderen met een Japanse vader wisten vaak niet wat er aan de hand was, maar voelden feilloos aan dat zij onderdeel waren van een familiegeheim.  Voor hen is het schokkend om de waarheid te moeten horen. Niet alleen zijn ze uit een verkrachting geboren, hun vader behoorde ook nog eens tot de vijand. “Een wrede Jap”, zoals ze dat altijd van hun Indische familie hebben gehoord.

Meer lezen over seksueel geweld in Nederlands-Indie?

Geknakte Bloem van Marguerite Hamer- Monod de Froideville. Acht interviews met vrouwen die gedurende WO II in de Japanse kampen van Nederlands-Indië werden gedwongen te werken als seksslavinnen.

Schaamte en onschuld. Het verdrongen oorlogsverleden van troostmeisjes in Indonesië van Hilde Janssen.

Levenslang oorlog van Griselda Molemans beschrijft de volle omvang van het wrede, vernederende systeem van troostmeisjes en de ingrijpende gevolgen die het voor de slachtoffers heeft gehad. Tot op de dag van vandaag.

Naar aanleiding van het overlijden van Beppie vroeg iedereen zich af hoe dit zo heeft kunnen gebbeuren. Daarom besloten de Rotterdamse Ada (59) en haar nuchtere overbuurvrouw Wilma (70) om vrijwilligers te worden bij een campagne tegen eenzaamheid. Hun verhaal werd vastgelegd in de documentaire Goede Buren die te zien is bij de NPO.

 

Verder lezen

Column

Gratis workshop ‘know how’: Hoe begin ik mijn verhaal op papier te zetten? De 5 grote HOE-vragen

Column

Column: Hamsteren in Batavia, terug naar januari 1942

Column

Column: Spiegelingen uit de praktijk