Reza Kartosen-Wong, docent, columnist, schrijver

Geplaatst in: Identiteit, Interviews

Reza Kartosen-Wong

Wie ben je?

Ik ben Reza Kartosen-Wong. Geboren in Amsterdam en opgegroeid in Amstelveen. Mijn vader is van Indonesische afkomst en mijn moeder is Indisch (dus gemengd Europees-Indonesisch) en Indiaas/Pakistaans. Dat maakt mij heel gemengd maar ik ben van huis uit vooral veel met de Indonesische en Indische cultuur opgevoed. Ik, mijn zusje en mijn broertje, zijn tweetalig opgevoed Indonesisch en Nederlands. Mijn oma was Indisch en mijn opa was Indiaas/Pakistaans.

Wat betekent jouw naam?

Het zal vast wel iets moois betekenen. Ik weet dat het van oorsprong een Perzische naam is. In Iran heten veel mannen Reza. Maar in Indonesië is het ook een veel voorkomende jongensnaam. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet weet wat het zou betekenen maar vast iets heel moois, de wijze ofzo.

Wanneer was je voor het eerst in Azië.

Ik was al heel vroeg in Azië, zo vroeg dat ik mij niet eens meer kan herinneren. Mijn ouders hebben mij al heel vroeg meegenomen naar Indonesië. De familie van mijn vader woont daar nog. Ze wonen op verschillende plekken in Jakarta, Surabaya, Yogya, Bali en vooral in Papoea. Ik ben ook in Papoea geweest het is een plek waar weinig mensen heen gaan dus dat was wel bijzonder. Mijn vader is daar geboren.

Hoe omschrijf je jouw culturele identiteit?

Die is gemixt, daar gaat mijn promotieonderzoek ook over. Je kan het [je identiteit] niet vastleggen. In Nederland proberen vooral de rechts(radicale) partijen dat. De VVD, CDA, PVV en Forum voor Democratie trachten te forceren dat mensen voor een bepaalde culturele identiteit kiezen maar dat is onmogelijk. Als je naar je eigen culturele identiteiten kijkt zal je ook merken dat je je soms zo voelt en soms iets anders. Ik heb onderzoek gedaan naar jongvolwassenen van Aziatische afkomst met name van Chinese, Vietnamese, Indische en Indonesische afkomst en wat blijkt is dat zij verschillende culturele identiteiten ontwikkelen en dat ze zich soms Nederlands soms Chinees of Vietnamees of soms zelfs heel Aziatisch voelen. je kunt het niet vastpinnen. Ondanks dat die rechts(radicale) partijen beweren dat je 1 culturele identiteit hebt en daarvoor moet kiezen. Maar dat gebeurt natuurlijk ook binnen bijvoorbeeld de Chinese of Indonesische gemeenschappen in Nederland zelf. Met name de oudere generatie vindt dat je je Chinees of Indonesisch moet voelen, maar zoals uit mijn onderzoek blijkt kan dat niet. Zeker niet als je hier bent geboren met ouders van Aziatische afkomst. Soms voel je je bijvoorbeeld Chinees, soms Nederlands, soms Europees en soms Aziatisch. Dit geldt ook voor mijzelf.

Hoe ga je om met het leven tussen twee verschillende culturen?

In Nederland  -dankzij rechtse (racistische) ideologieën-  wordt vaak benadrukt dat het gaat om leven tussen twee culturen,  waardoor bijvoorbeeld Nederlandse mensen met een Aziatische afkomst tussen twee culturen zouden leven en daardoor een kloof zouden. ervaren.  Maar dat is onzin, velen zijn gelukkig in staat om te leven met twee of meer culturen en gaat juist vanzelf. Natuurlijk zullen er mensen zijn die daar soms problemen mee hebben, mensen die in een identiteitscrisis komen en tijdelijk niet weten wat ze zich moeten voelen. Over het algemeen zie je bij jongvolwassenen van Aziatische afkomst zoals ikzelf dat het heel vloeiend gaat: dat ze zich in sommige situaties heel Nederlands voelen en in andere situaties heel Indonesisch en dan weer heel Aziatisch en dat ze probleemloos omschakelen. Degene die daar een probleem van maken is de buitenwereld, dat zijn de mensen die over ‘ons’ praten, niet Aziatische Nederlanders zelf.

De Aziatische identiteit is iets nieuws dat uit de jongere generatie voortkomt. De eerste generatie, zoals mijn ouders bijvoorbeeld, zij hebben zich hier in Nederland alleen maar beziggehouden met de Indische, de Indonesische of de Chinese cultuur. De latere generatie, met name de derde generatie, zij hebben een nieuwe culturele identiteit ontwikkeld,  de Aziatische identiteit. Mijn onderzoek laat ook zien dat culturele identiteiten vloeibaar zijn en dat ze continu in ontwikkeling zijn. Culturele identiteiten zijn geen vaststaande dingen. Ook hier weer, vooral (rechtse) politici en media doen alsof culturele en nationale identiteiten zoals bijvoorbeeld de Nederlandse identiteit echt vaststaande eigenschappen zijn die iemand meekrijgt bij de geboorte maar dat is niet waar. Iemand die in Nederland wordt geboren heeft niet per definitie de Nederlandse identiteit. Je hebt een Nederlandse identiteit omdat het je wordt aangepraat en je hebt een Indische of een Indonesische identiteit omdat het wordt geconstrueerd door je sociale omgeving. Dit geldt dus ook voor die nieuwe Aziatische identiteit, die was er hier niet. In Amerika heb je sinds de jaren zestig de Asian American identity en de Asian American community. In Nederland ontstond de Aziatische identiteit pas eind jaren tachtig, ik heb het zien opkomen, hetgeen aangeeft dat culturele identiteiten bedacht worden.

Wat vind je het leukste uit de Nederlandse cultuur?

Dat je in principe alles kunt zeggen en in principe alles discusieerbaar en bespreekbaar is. Als je onze gezinsdynamiek vergelijkt met die van andere Aziatische gezinnen, dan was ons gezin wel wat Nederlandser of Europeser. We konden van alles zeggen tegen onze ouders en we konden ook kritisch zijn over keuzes, bijvoorbeeld op welke partijen mijn ouders gingen stemmen. Vanwege discussies met mij en mijn zus zijn zij op andere politieke partijen gaan stemmen, hetgeen bijna onvoorstelbaar is in bijvoorbeeld traditionele Aziatische gezinnen.

Leukste in Indonesische cultuur?

Hoe je met familie omgaat en wie je als familie beschouwt. Het begrip familie is heel groot. Mensen die in Nederlandse context niet als familie worden beschouwd worden in Indonesische context gewoon als familie beschouwd.

Minst uit de culturen?

Dat vind ik een lastige vraag, omdat ik meestal kijk naar wat ik waardevol vind en dat neem ik mee. Misschien respect voor autoriteit en ouderen. Dat je alleen op basis van leeftijdsverschil of sociale positie of status iemand respect zou moeten tonen terwijl het best een idioot zou kunnen zijn. Mijn ouders hebben mij altijd geleerd dat je iemand niet hoeft te respecteren omdat hij toevallig president is.

Waar ben je nu mee bezig?

Ik ben nog steeds als docent verbonden aan de UVA, Mediastudies. Ik doceer vakken bij Media & Cultuur, met name vakken over media, cultuur, diversiteit en inclusie. Daarnaast schrijf ik veel, ik ben vroeger journalist geweest. Ik miste dat een beetje en sinds een tijdje ben ik weer gaan schrijven. Ik ben nu columnist voor Het Parool. Elke maandag schrijf ik een column. Daarnaast hebben mijn vrouw Chee-Han en ik net een kinderboek geschreven getiteld ‘Waar is mijn noedelsoep?!?’ Het is een prentenboek voor kinderen tussen de 3 en 6 jaar. Het komt 16 september uit. We hebben dit geschreven allereerst omdat wij op zoek gingen naar kinderboeken voor onze oudste zoon Sam-Ming, hij is nu 5 jaar. We kwamen weinig kinderboeken tegen die cultureel divers en inclusief zijn en al helemaal geen boeken waarin kindjes van Aziatische afkomst voorkomen. Het is juist belangrijk dat kinderen vanaf jongs af aan zichzelf kunnen herkennen in de verhalen die ze lezen . Mijn vrouw en ik hebben zelf als kind ook meegemaakt dat we onszelf niet terugzagen in boeken, films en TV series etc. Dat kan leiden tot een vervelend gevoel. Bij mijzelf bijvoorbeeld dat ik op bepaalde momenten als kind niet blij was met wie ik was. Er waren momenten dat ik wit wilde zijn net zoals de helden die ik zag;  je wilde immers op je helden lijken. Kinderboeken zijn erg belangrijk, je beeld over jezelf vormt zich vanaf je geboorte. Kinderen moeten volgens mij van jongs af aan het gevoel krijgen dat ze erbij horen, onderdeel zijn van de samenleving waarin ze wonen. Het boek gaat over Sam-Ming, ons eigen zoontje. Wanneer hij tijdens de middagpauze op school zijn rugtas opent is zijn noedelsoep verdwenen. Hij gaat op zoek naar zijn noedelsoep en komt vriendjes van allerlei afkomsten tegen. Steeds vraagt hij hen of zij zijn noedelsoep hebben gezien. Zo leert Sam-Ming, maar ook de kinderen en ouders die het boek lezen, verschillende gerechten en eetculturen kennen. Het boek benadrukt ook het belang van eten als cultuurdrager, het is de eerste vorm van populaire cultuur  die een mens tegenkomt. Daarnaast kan eten een belangrijke brug tussen culturen vormen en laat het boek iedereen het belang van delen (van eten) zien. Met dit boek proberen we niet alleen een cultureel divers maar ook een cultureel inclusief (niemand uitsluitend) verhaal neer te zetten.

Op welke prestatie ben jij het meest trots?

Het kinderboek, omdat dit een gezamenlijke droom van Chee-Han en mij is.  Het komt sowieso niet vaak voor dat partners samen aan iets werken en al helemaal niet dat het een gezamenlijke droom is. We zijn niet alleen soul mates maar ook goal mates.

Waar is mijn noedelsoep?! Vanaf 16 september verkrijgbaar
Film/boek tip?

Op Netflix, de film Always Be My Maybe. Dat is precies wat nodig is om een bijdrage te leveren aan een betere of meer volledige representatie van Aziatische Amerikanen en zoiets moeten we ook voor Nederland hebben. Dit is een typische romantische comedy waarin ook Brad Pitt bij wijze van spreken de hoofdrol had kunnen spelen. De hoofdrolspelers zijn van Aziatische afkomst en daarom zijn die leefwerelden ook anders gecreëerd in de film. We zien leefwerelden die herkenbaar zijn voor Aziaten in Amerika, zoals de gezinsdynamiek, wat er wordt gegeten etc. Eten speelt een hele belangrijke rol, dat is wat karakteristiek is voor Aziatische culturen. Dat zie je in Nederlandse films of Westerse films minder terug dat eten zo’n belangrijke rol speelt. In Always Be My Maybe was eten bijna een apart personage.

Verder lezen

Column

Column: Generaal Berenschot

Boeken     Column

Column: De eerste moderne Indische meisjesroman

Interviews     Historie

Benjamin Caton organiseert dekoloniale herdenking: ‘Het is niet zo dat je de ene pijn moet ontkennen om de andere te erkennen’