Hans Goedkoop over zijn Indische familieverleden: ‘Ik zit zelf middenin mentale dekolonisatie’

Geplaatst in: Identiteit, Interviews, Erfgoed, Expressie, Film
NTR

Historicus Hans Goedkoop (bekend van het tv-programma Andere Tijden) maakte het tweeluik De Indische rekening, dat op 15 en 16 februari wordt uitgezonden op televisie. In de documentaire spreekt hij met Indische Nederlanders en Molukkers over de ontvangst en vernederingen in Nederland, het zwijgen over het verleden, en hun band met een verloren land en cultuur. De opa van Hans, generaal-majoor Van Langen, speelde een belangrijke rol in de Nederlandse militaire acties in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. 

Vanwaar deze titel?
Het onderzoek Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950 dat 17 februari wordt gepresenteerd is voor ons de aanleiding geweest om de rekening op te maken. In letterlijke zin gaat dat over de achterstallige soldij van KNIL-militairen. Het gaat ook over de mentale rekening. Wat heeft de Indische gemeenschap meegemaakt en hoe komen ze er doorheen?

Wat denk je dat het onderzoek voor de Indische gemeenschap zal betekenen?
De kans is groot dat het onderzoek opnieuw zeer kritisch zal zijn over Nederlandse rol in de strijd. Dat blijkt keer op keer een schok voor sommige Indische Nederlanders. Ze werden hier slecht ontvangen, voelden zich nooit helemaal Nederlands, en nu hangt de schuldvraag in de lucht. Hoewel er discussie bestaat over de hoeveelheid mensen die zijn omgekomen in de onafhankelijkheidsoorlog, zijn de verhoudingen wel duidelijk. Aan de Nederlandse kant zijn in totaal zesduizend doden gevallen, waarvan drieduizend in de strijd. In Nederlandse troepenreportages staan bijna honderdduizend Indonesische doden vermeld. Dat is exclusief de doden die bijvoorbeeld in kampongs vielen die van afstand met mortieren werden beschoten – het werkelijke aantal ligt dus vele malen hoger. Het is duidelijk dat er aan de Nederlandse kant flink gemoord is, daar kom je niet onderuit. De belangrijkste onderzoeksvraag van nu is hoe dit kon gebeuren. Is het ongeregeld geweld van onderaf? Of werd dit geweld gedoogd van bovenaf? Ik hoop dat dit onderzoek laat zien hoe complex de situatie was. Hoe ontstaat een militaire cultuur waardoor bepaalde vormen van geweld noodzakelijk gevonden gaan worden? De legerleiding en rechterlijke macht zouden dat moeten straffen, en is dat wel gebeurd?

In je boek De laatste man, dat gaat over je opa, concludeerde je al dat het verleden zoek is, dat Nederlands-Indië is weggestopt. Tien jaar later begin je de documentaire met vrijwel dezelfde woorden. Hoe is er schijnbaar zo weinig veranderd?
De geschiedenis met Nederlands-Indië is ingewikkeld. Al zeventig jaar lang is Nederlands-Indië om de paar jaar nieuws. Dat gaat dan over de misstanden in de onafhankelijkheidsoorlog of kolonialisme in het algemeen. Het nieuws is dan even heftig en wordt vervolgens weer vergeten. De herinneringen en de gedeelde geschiedenis zijn nooit onderdeel geworden van het collectieve geheugen.

Welk verhaal uit de documentaire grijpt jou het meeste aan?
De Molukse Anis de Fretes is geboren in kamp Schattenberg, het voormalige kamp Westerbork. Zijn generatie groeide letterlijk op tussen de spoken van de joden – Molukkers geloven in een geestenwereld. Ik denk ook aan de zussen en broer van Saar Letsoin die niet mee mochten op de boot en moesten achterblijven op de Molukse Kei-eilanden. Er is veel wrang aan de ontvangst van Indische Nederlanders, maar die van de Molukkers is godgeklaagd.


Het bekendste verhaal van de Molukkers gaat over hun slachtofferschap. Is dat beeld de afgelopen jaren veranderd?

Het Molukse slachtofferschap dringt nu pas goed door in Nederland. Misschien heeft die erkenning enigszins een genezende werking voor de Molukse gemeenschap. Er zijn nog altijd Molukkers die zich zeer beperkt Nederlands voelen. Binnen het KNIL stonden de Molukse – veelal Ambonese – soldaten bekend om hun felle strijdlust. Twee lijfwachten van mijn opa waren ook Molukkers. De Molukse geschiedenis kent enerzijds het daderschap in Indonesië en het slachtofferschap in Nederland. Anis de Fretes verwoordt het mooi in de documentaire: kritisch terugkijken naar het verleden is mentale dekolonisatie, durf te zeggen dat je vader een dader was en praat erover met je zoon of kleinzoon.

Wanneer is in jouw optiek de dekolonisatie voltooid?
Een hoogleraar geschiedenis zei ooit: geschiedenis is een gesprek zonder einde. We blijven ernaar kijken vanuit onze eigen ervaringen, die ook per generatie verschillen. Het gesprek over dekolonisatie is wel echt aan de gang. Bij Indische jongeren specifiek valt me op dat ze zich veel meer durven uit te spreken over misstanden en pijnlijkheden, ook binnen de eigen familiegeschiedenis. Dat is belangrijk voor de kritische blik die hoort bij dekolonisatie.

In de documentaire komt ook Wieteke van Dort langs. We kennen haar natuurlijk van De late late Lien show. Past die tempo doeloe-benadering nog in de huidige kijk naar het verleden?
Het tempo doeloe-gevoel was vooral belangrijk voor de eerste generatie en past steeds minder bij het heden. Die nostalgie was een manier om er nog wat van te maken in een hele nare tijd. Ik denk dat veel mensen ook last hadden van hun geweten. De Indische mensen hebben altijd een moeilijke positie gehad binnen de koloniale samenleving die was gebouwd op etnisch verschil, machtsverschillen, en drie rechtssystemen op kleur. Ze hadden een tussenpositie: likken naar boven en trappen naar onder.

Je opa was een belangrijk figuur binnen het KNIL. Hoe is het voor jou om door een historische bril te kijken naar je eigen familiegeschiedenis?
Dat is heel ingewikkeld. Ik zit zelf middenin mentale dekolonisatie. Ik kende mijn opa als een lieve man die wel eens kampvuurverhalen vertelde. Als kind wist ik wel dat hij in Indië in het leger had gezeten, dat vond ik spannend en ging ik op school vertellen. Er gaan jaren overheen voor je een breder beeld krijgt van wat voor wereld dat was. Mijn opa was in zijn Indische familie de derde of vierde generatie die in het KNIL zat. Hij was opgevoed met het idee dat geweld in de kolonie nodig was en ondersteunde die gedachte ook. Het zijn twee extremen: hij was een leuke opa, en tegelijkertijd verantwoordelijk voor heel veel doden. Het is voor mij lastig om die twee beelden te verenigen. Ik ken geen enkele documentatie van een gebeurtenis waarbij hij zelf de trekker heeft overgehaald. Maar hij gaf wel de bevelen: hij maakte immers overtuigd deel uit van het systeem.

Was je opa bang dat hij ooit vervolgd zou worden?
Mijn opa had een kistje verzameld met ontlastende stukken – of stukken die zo belastend waren voor anderen dat ze hem niet zouden aanklagen. Hij hield er rekening mee dat hij eens aangeklaagd zou kunnen worden. In de jaren ’70 heeft hij de inhoud van het kistje afgegeven bij het Ministerie van Defensie. Het is niet duidelijk wat precies in de documenten stond. De Nederlandse overheid heeft veel pijnlijke stukken doen verdwijnen. De Verjaringswet van 1971 heeft ervoor gezorgd dat Nederlandse militairen niet konden worden vervolgd voor oorlogsmisdaden gepleegd tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.

Wat heeft het gevangennemen van Soekarno door je opa in 1948 betekend voor de beeldvorming van de Indonesische onafhankelijkheid?
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties kwam met spoed bijeen en nam resolutie 63 aan. Daarin riepen ze op om onmiddellijk het geweld te staken en de president van Indonesië en andere politieke gevangen vrij te laten. Achteraf gezien heeft Nederland internationaal gezien in totaal isolement geopereerd. Soekarno heeft dat goed begrepen. Hij sprak Engels en met zijn regering heeft hij vanaf de onafhankelijkheidsverklaring in augustus 1945 internationale contacten opgebouwd. Toen Soekarno in 1948 gevangengenomen werd, was dat voor mijn opa en Nederlandse troepen een overwinning. Soekarno was de centrale figuur van de revolutie, en ze dachten dat zo de kop in te drukken. Zijn netwerk en prestige zorgden er echter voor dat ze hem niet zomaar kon doodmaken. Er bestaat een foto van Soekarno die na zijn arrestatie met een brede glimlach in de jeep zit. Hij wist dat zijn arrestatie hem alleen maar ten goede zou komen. Mijn opa heeft altijd gezegd dat hij spijt heeft dat zijn pistool toen niet zomaar is afgegaan, hij dacht dat ze de opstand nog konden keren. Echter wijst niets daarop. Nederland heeft Soekarno structureel onderschat.

Tekst gaat verder onder de foto

Arrestatie Soekarno met naast hem luitenant Voskuil – 19 december 1948 – Nationaal Archief

Hoe was de ontvangst in Nederland voor jouw familie?
Mijn opa kreeg in 1939 groot verlof in Nederland, en hij nam zijn vrouw en kinderen mee. Ze hebben de Tweede Wereldoorlog dus niet in Nederlands-Indië doorgebracht. Na de oorlog keerde hij alleen terug. Vergeleken met het typische Indische verhaal heeft mijn opa het makkelijk gehad: hij kwam met het vliegtuig, hij kon al zijn huisraad meenemen en hij kon meteen terecht in een goede flat. Hem was voorgespiegeld dat hij tot Nederlandse militaire attaché gemaakt zou worden in Parijs of New York. Dat gebeurde echter niet. Hij is de eerste twee jaar werkloos geweest. Hij heeft een van de grootste militaire operaties van de Nederlandse geschiedenis geleid, maar bleek hier toch niet gewenst. Uiteindelijk schopte hij het tot adviseur van de brandweer. Onze familie is nooit echt gediscrimineerd geweest, in tegenstelling tot veel Indische Nederlanders.

Tekst gaat verder na de foto

Hans poetst het Djokja-zilver dat hij van zijn moeder erfde.

Heeft jouw familie ook altijd gezwegen over het verleden?
Ik heb altijd gedacht dat we geen gebruikelijke Indische weg hebben afgelegd om hier thuis te horen. Ik voel me Indisch in de woorden die ik gebruik, en in hoe ik kook. Ik hoorde ook over Indisch zwijgen en vroeg mijn moeder eens of dat ook voor ons gold. Ze zei: ach nee, dat is voor die mensen die het moeilijk hebben gehad. Ik begon me later te realiseren dat het een soort familiegeheim was. Hij heeft ook Raymond Westerling geholpen om te ontsnappen uit Indonesië. Misschien wisten mijn oma en moeder het ook helemaal niet. Ik was zelf pas dik in de veertig toen het me duidelijk werd dat we middenin het Indische zwijgen zaten. Mijn tantes leefden nog toen ik het boek over mijn opa, De laatste man, wilde schrijven. Ze vonden het helemaal geen goed idee. Het zwijgen was vanzelfsprekend voor hen: ze hadden wel een besef van alle narigheid, maar wisten niet eens precies wat er was gebeurd.

Vernederingen zijn een rode draad door de Indische geschiedenis in Nederland, zoals diploma’s die ongeldig bleken en een groot deel van je inkomen verplicht moeten afstaan aan de overheid. Trof dit ook jouw familie?
Veel minder, ik kom toch een beetje uit een elitefamilie. Mijn moeder trouwde in een familie van industriële Amsterdammers. Naar de universiteit gaan was normaal. Ik voel me daarom ook vaak afwijkend. Als ik voor Indische zaaltjes sta, denk ik altijd: daar ga ik, ik val door de mand als neppe Indo. Ik associeer Indisch zijn blijkbaar met de bootreis en contractpensions, terwijl mijn familie het zo veel beter heeft gehad. Maar zodra ik op het podium sta en de zaal inkijk, zie ik een oude Indische vrouw en denk: och, mijn oma.

Op 17 februari is er een meet-up georganiseerd bij Beeld en Geluid in Den Haag. Wat kunnen we hiervan verwachten?
We gaan fragmenten uit de documentaire vertonen en praten over hoe de Indische Nederlanders zich in Nederland heeft ontwikkeld. Het onderzoek wordt die dag ook gepresenteerd, en er is ook ruimte om het daarover te hebben.

De Indische rekening is niet de documentaire die jullie eigenlijk wilden maken. Wat wilden jullie eigenlijk in beeld brengen?
We willen een serie over dekolonisatie maken van negen afleveringen van ieder vijftig minuten. Het idee was om dat samen met het onderzoek van 17 februari en de tentoonstelling van het Rijksmuseum te lanceren. We wilden ook naar Indonesië om hun onderbelichte kant van het verhaal vast te leggen. Er zijn weinig herdenkingen van de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië, maar er is wel een veteranenregister. Helaas konden we door de pandemie niet naar Indonesië. Zodra het weer kan, gaan we zeker. Dit is de laatste kans om het verhaal van de Indonesische veteranen vast te leggen.

Het tweeluik De Indische rekening (NTR) is op 15 februari en 16 februari om 22:20 te zien op NPO 2. Op 17 februari wordt een meet-up georganiseerd in Beeld en Geluid Den Haag met Hans Goedkoop en Gerda Jansen Hendriks.

Afbeeldingen: NTR

Verder lezen

Erfgoed

Column: Biografie over het militaire leven van Frits van Daalen

Culinair     Eten

Petitie: Bescherm de Aziatische restaurants en laat de koks uit Azië komen

Column

Column: Voormoeder of geen voormoeder?