Journalist In-Soo Radstake (44) is regisseur van de documentaire Indië Verloren… Selling a Colonial War, die nu in verschillende bioscopen door het land draait. De documentaire laat zien hoe framing en propaganda werden gebruikt om de beeldvorming van de oorlog en de Bersiap-periode in Indonesië (1945-1950) te beïnvloeden. Indië Verloren… Selling a Colonial War won in 2023 de Beeld & Geluid IDFA ReFrame Award. Een tekenend citaat opent de documentaire: “In tijden van oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer.” En dat is van alle tijden, merkt hij op: “Er zijn behoorlijk wat parallellen te zien in de wereld nu en hoe men bezig was met framing en propaganda tijdens de koloniale oorlog.” Radstake is ook medeoprichter van Meer Dan Babi Pangang.
Hoe kwam jij met deze geschiedenis in aanraking?
“Op school werd heel beperkt over deze geschiedenis gepraat: het ging over de twee politionele acties en het cultuurstelsel. Ik heb een Indische partner, onze kinderen zijn Indisch en Koreaans, en ik realiseerde me dat ik weinig wist over het koloniale verleden in de Oost. Destijds deelde ik een kantoor met de producent Nadadja Kemper, we zijn lang bevriend en wilden graag iets samendoen. Ze had twee documentaires gemaakt over de Nederlands-Indische ervaring tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en wilde haar trilogie voltooien. Nadadja vroeg of ik naar een oral history videoproject met negen oorlogsveteranen en een dienstweigeraar kon kijken. Iedereen gebruikte dezelfde terminologie en had hetzelfde verwachtingspatroon. Ik wilde een film maken over de context van de framing en propaganda. Hoe krijg je het voor elkaar om iedereen zo te hersenspoelen? Zo kwam ik al snel terecht bij Louis Zweers en zijn proefschrift ‘De gecensureerde oorlog’. Ik wilde niet alleen vertellen dat het gebeurde, maar ook laten zien hoe dat gebeurde.”
De Nederlandse overheid en regering financierden propaganda en stuurden dit aan. Op welke schaal vond dit plaats?
“Grootschalig. In New York City was het Netherlands Information Bureau. Daar waren 50 man dagelijks aan het werk om de Amerikaanse publieke opinie te sturen. In Australië was een productie-unit voor propagandafilms. Ook in Batavia en zelfs in Nederland. Dat apparaat bestond niet uit twee jongens achter een typmachine. De persreis van Amerikaanse journalisten naar Indonesië was een enorm dure aangelegenheid. Het kostte 750.000 gulden: de prijs is een factor 10 als je het vergelijkt met nu. Dat is opgehoest door het Nederlandse bedrijfsleven om hun belangen veilig te stellen. Koste wat het kost moest de kolonie behouden worden.”
In de documentaire speelt het internationale aspect een belangrijke rol. Hoe keken andere landen naar de oorlog in Indonesië?
“Ze zagen het als oorlog, niet als politionele acties. In die periode kwam wereldwijd een dekolonisatiebeweging op gang. Nederland wist ook dat er vanaf begin 1900 nationalistische bewegingen in georganiseerd verband opkwamen. De landen gingen ook niet mee in het frame van politionele acties. In buitenlandse kranten als The New York Times lees je over oorlog.”
Bestonden er verschillende standpunten van landen: het officiële standpunt en het standpunt achter gesloten deuren?
“De Amerikaanse historicus Bob McMahon zegt dat het standpunt van de Verenigde Staten tweeledig was: aan de ene kant voelden ze zich verbonden met West-Europa en de geallieerden, aan de andere kant propageerden ze het recht op zelfbeschikking. Ze stonden in werkelijkheid meer achter de Nederlanders. Tijdens het interview zei hij dat als Nederland militair gezien korte metten had gemaakt met de republiek en had gewonnen, de Verenigde Staten dat ook best hadden gevonden.”
Terwijl je bezig was met het maken van de documentaire werden de resultaten van het onderzoek naar extreem geweld in Indonesië gepubliceerd, dat was gefinancierd door de Nederlandse regering. Hoe keek je daarnaar?
“De film gaat niet over of er wel of geen extreem geweld was. Zelf zat ik op een specifiek onderwerp, de framing en propaganda van de oorlog. We hebben wel de nasleep en reacties op het onderzoek kunnen meenemen in de film. Opvallend vond ik dat de journalist van NOS nog zei dat in het rapport de term oorlogsmisdaden niet voorkomt. De onderzoekers hadden daar allemaal argumenten voor. We hebben dit niet in de film gestopt uiteindelijk. Frank van Vree, een van de onderzoekers, zat twee weken later bij het radioprogramma OVT en zegt: we hadden het eigenlijk wel oorlogsmisdaden moeten noemen. Dat is raar, je werkt vier jaar naar een conclusie toe met allerlei overwegingen om het niet te gebruiken, die ze ook hebben uitgelegd, maar uiteindelijk zeg je: we hadden het wel moeten doen.”
Het frame van ‘de goede koloniaal’ komt steeds terug in de documentaire. Leeft dit sentiment nog steeds in Nederland?
“In 2019 is er onderzoek gedaan naar de bevolkingen van voormalige kolonisatoren. 50% van de Nederlandse respondenten vond het koloniale verleden van Nederland meer iets om trots op te zijn. Daarmee stond Nederland fier bovenaan. Het beeld van ‘daar werd iets groots verricht’ heerst nog steeds. Nederland heeft er bijvoorbeeld wegen, havens en spoorlijnen aangelegd, maar dat deden ze voor zichzelf, voor de handel. Niet voor Indonesië. Die kanttekening moet je erbij maken.”
Wat is een verhaal dat je graag had willen verwerken in de documentaire, maar het niet heeft gehaald?
“De Nederlandse regering vluchtte in de Tweede Wereldoorlog naar Londen, het Nederlands-Indische gouvernement naar Australië. Daar waren onder andere het hoofdkwartier van het KNIL, het hoofd van de voorlichtingsdienst en generaal Spoor. In Australië waren ook kampen, in eerste instantie open, waar personeel werd getraind voor de terugkeer. Ook Indonesische KNIL-soldaten waren meegenomen na de Japanse inval en de politieke gevangenen uit Boven-Digoel kwamen in Australische kampen terecht. Uiteindelijk werden het werkkampen en strafkampen waar mensen gewond zijn geraakt of zijn doodgeschoten. Het was een stukje revolutie op Australische bodem. De Australische overheid zat daar behoorlijk mee in hun maag, een geallieerde macht die op hun grondgebied aan het huishouden was. Bizar, het is een blinde vlek in de Nederlandse geschiedschrijving.”
Op Pindah TV worden 9 outtakes van Indië Verloren… Selling a Colonial War geplaatst.
Tekst gaat verder na video’s
Welke ontdekking in de documentaire heeft je verrast?
“De Amerikaanse historicus Bob McMahon speelde een opgenomen interview af met een Amerikaanse State Department official. Het verhaal vertelt dat de Fransen in Indochina tekeer zijn gegaan. Ze waren bezig met provincies loskoppelen en het platbombarderen van 10.000 doden in 6 uur. Dit maakte veel indruk op Nederland, ze raakten geïnspireerd. Landen zijn natuurlijk net collega’s die naar elkaar kijken.”
Wat hoop je met deze documentaire te bereiken?
“Een primair inzicht in deze complexe geschiedenis. Als de film ook een bijdrage kan leveren aan een open dialoog is dat natuurlijk fantastisch. Open staat voor het gegeven dat er meerdere waarheden of percepties naast elkaar kunnen bestaan. Er is geen zwart-wit kader, dader of slachtoffer, winnaar of verliezer. Er is een groot grijs gebied. Dat geldt ook voor Indonesië: Soekarno was goed en slecht.”
Wat voor reacties heb je gekregen op de documentaire?
“Heel positief, vanuit allerlei groepen: Indisch, Moluks, totoks, activisten, geschiedenisstudenten en ook van veteranen, hoewel niet direct.”
Heb jij tips voor journalisten die met dit onderwerp bezig zijn?
“Verbreed je horizon. Het is een geschiedenis die anderhalf miljoen mensen in Nederland aangaat. Het is de grootste oorlog waarin Nederland ooit heeft gevochten die Nederland ook zelf gestart is. De koloniale geschiedenis die eraan voorafgaat is een periode van 350 jaar. Het is heel veel, waar begin je dan? Je moet je verdiepen in de materie. Het dekolonisatiedebat wordt al lang gevoerd. De discussie over zwarte piet heeft iets in gang gezet, ook voor dit thema. De term ‘onafhankelijkheidsoorlog’ gaat over het verdedigen van Indonesië, ‘dekolonisatieoorlog’ geeft weer een ander perspectief. Zoals de historicus Stef Scagliola zegt: je hebt een blik van buitenaf nodig om dit scherp te krijgen.”
Indië Verloren… Selling a Colonial War is te zien in onderstaande bioscopen. Bij een aantal vertoningen vindt na afloop een vraaggesprek met regisseur In-Soo Radstake plaats.
Cinema De Vlugt, Amsterdam
Eye, Amsterdam
Rialto De Pijp & Rialto VU, Amsterdam
Focus, Arnhem
Filmhuis Bussum
Dakota, Den Haag
Filmhuis Den Haag
Lumen, Delft
MIMIK, Deventer
Amphion, Doetinchem
Natlab, Eindhoven
Cinema Gouda
Forum, Groningen
Schuur, Haarlem
Filmtheater Hilversum
Lumière, Maastricht
LantarenVenster, Rotterdam
Slachtstraat, Utrecht
Filmtheater Fraterhuis, Zwolle
Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.