Eind 2018 ontving de Indische Geneaologische Vereniging (IGV) een subsidie van het Ministerie van VWS voor een onderzoeksproject over het familieleven en de jeugd van Indische Nederlanders die de koloniale tijd hebben meegemaakt. Kevin Felter (28) was auteur en coördinator van het boek ‘Kind in Indië – Jeugdjaren en familieleven in Nederlands-Indië’ dat onlangs uitkwam. Hierin komen dertig Indische Nederlanders, laatste ooggetuigen van ons koloniaal tijdperk, aan het woord over hun jeugd gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw in Nederlands-Indië.
Hoe hebben jullie het aangepakt?
“Wij hebben dertig tachtigplussers geïnterviewd die in Nederlands-Indië zijn geboren. We vroegen ze naar hun roots, hun herinneringen aan familieleden en het leven op een onderneming, kazerne of in de grote stad. We kregen antwoorden op vragen als ‘Hoe zag het dagelijks leven van hun ouders en henzelf eruit en ondervonden zij misschien gevolgen van hun maatschappelijke klasse?’ De oorlog was altijd een belangrijk kantelpunt waarin het leven van de toen nog kinderen en jongvolwassenen, drastisch veranderde en uiteindelijk leidde tot repatriëring naar Nederland of elders.
Er zijn al een aantal organisaties dat zich bezighoudt met oral history. We zijn een genealogische vereniging dus was het logisch dat we onze expertise hierbij zouden inzetten om het boek een meerwaarde te geven. Op basis van de overlevering, documentatie van de geïnterviewden en intensief archiefonderzoek, hebben wij van deze families Indische stambomen opgesteld. Wij hebben kwartierstaten geconstrueerd die soms ver doorlopen tot in de VOC-periode en ons brachten bij voorouders die leefden op het vasteland van Azië, Afrika, Sri Lanka, Noord- en Zuid-Amerika en natuurlijk ook Europa. De onderzochte kwartierstaten zijn in sommige gevallen zelfs vergeleken met DNA-onderzoeksresultaten. Deze resultaten zijn verrassend en tonen hoe DNA-onderzoek nieuwe inzichten over het familieverleden aan het licht kan brengen.”
Het boek is een combinatie van stamboomonderzoek, familieverhalen en achtergronddocumentatie en geeft een unieke kijk in de gemeenschap en de oorsprong van een aantal relatief onbekende bevolkingsgroepen in de Archipel: de Toegoenezen, Indo-Chinezen en Indo-Afrikanen (ofwel ‘Zwarte Hollanders’). Wat kwam er zoal naar boven?
“Wij hebben een groep Toegoenezen onderzocht. Er wordt binnen de gemeenschap vaak gedacht dat deze groep afstamt van Portugezen uit de zeventiende eeuw. Vooral ook omdat hun krontjongmuziek elementen bevat van de Portugese fado. Na uitgebreide DNA testen blijkt echter dat geen van de door ons onderzochte Toegoenezen een druppel Portugees bloed te hebben, maar dat zij wellicht afstammen van Portugese slaven zoals sommige studies ook suggereren.
Ik was zeer onder de indruk van het geheugen van de geïnterviewden. Als onderzoeker loop je altijd kans dat de herinneringen van iemand door de jaren heen vervormd raken. Een mevrouw vertelde dat haar opa op jonge leeftijd, ver voor haar geboorte, was vermoord omdat hij als politieagent iemand had betrapt op opiumhandel en deze wilde opdoeken. Als wraak werd hij op nota bene zijn eigen kantoor doodgeschoten door een verdachte. De oma van de mevrouw, dus de echtgenote van deze overleden politieofficier, vertelde dat de schutter ziek werd en niet meer beter werd en smeekte om genade en vergiffenis van de oma van de geïnterviewde die zij hem ook gaf. De schutter kon toen rustig sterven. Deze indrukwekkende misdaad, inclusief de rechtszaak, is tot onze verrassing ook gedetailleerd beschreven in diverse Indische kranten.
Het toont hoe waarheidsgetrouw de verhalen van wel honderd jaar oud of meer soms kunnen zijn.
Maar ook de verhalen zelf die door werden gegeven van generatie op generatie waren soms zeer interessant. Zo was er een mevrouw wier overgrootmoeder een wel erg interessante afkomst had. Zo zou een voorouder van deze overgrootmoeder een mooie Arabische prinses zijn, die op een bepaald moment samen met haar broertje vast zat op een verder verlaten bootje op zee. Een Europese kapitein zag het schip, ging aan boord en ontdekte de twee overlevenden op het schip. De kapitein trouwde met de Arabische prinses kregen kinderen waar de geïnterviewde van af stamt. Het broertje op het hetzelfde schip zou een belangrijk Arabisch sleutelfiguur worden in Batavia.
Een ander typerend verhaal kwam van een andere geïnterviewde die vertelde dat zijn verre voorouders plantage-eigenaren waren in Guyana. Een oude foto van zijn betovergrootvader die daarvandaan naar Indië trok, toonde de verre voorvader als een man met een duidelijk negroïde uiterlijk. De geïnterviewde vertelde me dat de moeder van deze betovergrootvader een ex-slavin was, die kinderen heeft gekregen met de plantage-eigenaar en dat deze kinderen het ver geschopt hebben in de Europese samenleving, in Europa, maar ook in Indië. En dan spreken we over de 19e eeuw. Zeldzame voorbeelden van opmerkelijke familiegeschiedenissen.
Je bent een postdoctoraal onderzoeker bij de TUDelft en doet onderzoek naar nieuwe materialen voor zonnecellen. En je bent 28 jaar. Bijzonder dat je als derde generatie zo in de Indische genealogie geïnteresseerd bent.
Haha, ja dat klopt. In ons gezin ben ik de enige die hierin geïnteresseerd is. Ik heb een Indische vader en een Nederlandse moeder. Mijn vader heeft vrij weinig interesse in zijn afkomst. Dan zeg ik tegen hem: “Kijk pap, dit is het boek geworden.” En dan zegt hij: “Ja, mooi jongen.” Alle verhalen over mijn Indische roots komen van mijn oma. Zij vertelde, tot een bepaalde hoogte, veel over haar jeugd en leven en de familieleden die zij kende. Toen zij in 2015 overleed, stopte die bron. Dus ben ik zelf verder gaan zoeken en kwam bij de Indische Genealogische Vereniging uit. Ik hoorde altijd van haar dat ik de enige van de familie was waaraan je nog een klein beetje aan mijn ogen kon zien dat we een Chinese voorouder hadden. Toen ik dat ging onderzoeken kwam ik deze Chinese voorouder inderdaad in onze stamboom tegen.
Kind in Indië is via www.igvnl te bestellen.