Educate yourself

Soewardi Soerjaningrat: van banneling door pamflet ‘Als ik eens Nederlander was’ tot minister van Onderwijs

Geplaatst in: Historie
Pranata (1959), uit Ki Hadjar Dewantara: Perintis perdjuangan kemerdekaan Indonesia. Jakarta: Balai Pustaka, p. 87
Raden mas Soewardi Soerjaningrat (1889-1959) was een Javaanse nationalist, schrijver, journalist en onderwijspionier. Hij was kritisch op het koloniale bestuur en de daaraan inherente ongelijkheid. Samen met Tjipto Mangoenkoesoemo en Ernest Douwes Dekker richtte hij in 1912 de Indische Partij op, met als doel de verschillende inheemse volkeren te verenigen in de strijd om de Indonesische onafhankelijkheid. In 1913 herdacht Nederland de honderdjarige bevrijding van de Franse overheersing. Soewardi Soerjaningrat, later bekend als Ki Hadjar Dewantara, schreef daarop het satirische pamflet Als ik eens Nederlander was.

Frans bestuur
Napoleon Bonaparte breidde vanaf eind achttiende eeuw zijn invloed uit over grote delen van Europa. Als gevolg van deze Napoleontische oorlogen kwam het huidige Nederland vanaf 1794 onder Frans bestuur te staan: eerst het zuiden, een jaar later ook het noorden. Daarom werd in 1795 de Bataafse Republiek, een vazalstaat van Frankrijk, opgericht. In 1810 werd Nederland geannexeerd en maakte het deel uit van het Franse keizerrijk. Het zogeheten Koninkrijk Holland had Lodewijk Napoleon als koning. In 1813 werd Napoleon verslagen in Leipzig, en de daarop volgende terugkeer van de Oranjes op de troon wordt vaak gezien als het einde van de Franse overheersing in Nederland.

Van vreemde smetten vrij
Dat werd in 1913 groots herdacht. Soewardi Soerjaningrat schreef: “Ik wilde, dat ik voor een oogenblik Nederlander kon wezen, niet een Staatsblad-Nederlander [juridische Nederlander], doch een zuiver onvervalschte zoon van Groot Nederland, geheel vrij van vreemde smetten.” Soerjaningrat beeldde zich in hoe hij zich zou gedragen als Nederlander: hij zou juichen bij de aanblik van de vlag, hees worden van zingen van het Wilhelmus en Wien Neêrlands bloed, en God danken en Hem smeken om de Nederlandse macht te behouden. Het lied Wien Neêrlands bloed was geschreven als reactie op de Franse bezetting en sprak over Nederlands bloed ‘van vreemde smetten vrij’. Deze passage viel niet in goede aarde in Nederlands-Indië, waar veel Europeanen geen ‘volbloed’ Nederlanders waren, en werd daar vervangen door ‘wien ’t hart klopt fier en vrij’.

Ontwakende volk
Wat Soewardi Soerjaningrat echter niet zou willen als hij Nederlander zou zijn, is dat ‘inlanders’ deze herdenking zouden zien. Hij zou het ‘ongegeneerd’ en ‘ongepast’ vinden om hen te laten meejuichen bij dit feest: immers staan deze ‘inlanders’ onder Nederlandse heerschappij en snakken ze ernaar om hun eigen onafhankelijkheidsfeest te vieren. Als Nederlander zou hij zijn mede-kolonisten waarschuwen dat het gevaarlijk is om in deze tijd vrijheidsfeesten te houden, omdat ze het ontwakende volk van de kolonie voor het hoofd kunnen stoten en tot brutaliteit kunnen brengen.

Collecte
Soerjaningrat vervolgt: “Doch… ik ben geen Nederlander, ik ben slechts een bruine zoon van dit tropisch land, een inboorling van deze Nederlandsche kolonie, en daarom ook zal ik niet protesteeren. Want als ik protesteerde, zou het mij kwalijk worden genomen.” In plaats daarvan, schrijft hij, zal hij zijn bijdrage doen aan de collecte voor het feest, ‘al moest ik daardoor mijn huishoudelijke begrooting tot op de helft terug brengen’. Soewardi Soerjaningrat ziet dit als zijn ‘plicht als inlander’ om de onafhankelijkheid van het ‘land van onze meesters’ aandachtig te herdenken.

‘Als ik eens Nederlander was’, 1913, van http://hdl.handle.net/1887.1/item:2669778

Geen vrij volk
Aan het einde van het pamflet zet hij alle ironie opzij en hekelt het feit dat ‘inlanders’ moeten meebetalen aan een feest dat slechts een herinnering is aan het feit dat ze geen vrij volk zijn. Wel steunt hij het idee een ‘commissie van ontwikkelde inlanders’ te vormen die een telegram met gelukwens aan de koningin zal sturen, waarin ook aangedrongen wordt op de buitenwerkstelling van artikel 111 van het Regeringsreglement, de grondwet in de kolonie. Hierin werden vereniging en vergadering van ‘staatkundige aard’ of waardoor de openbare orde werd bedreigd verboden. Ook wordt aangedrongen op een spoedige instelling van een Indisch parlement. Dit verzoek noemt hij een protest op zich, omdat ze geen recht van spreken over politieke zaken hebben.

Soerjaningrat vervolgt dat uit de manier van ontwaken van het volk blijkt dat de emancipatie snel toeneemt, en dat daarom de mogelijkheid bestaat dat dit nu nog overheerst volk eens ‘zijn meester over het hoofd zal groeien’. “Wat dan, als veertig millioen goed ontwaakte menschen verantwoording komen eischen van dat honderdtal, dat de Tweede Kamer moet vormen en een volksvertegenwoordiging wordt genoemd?”

Hij schrijft dat het wonderbaarlijk is dat het comité om een parlement zal vragen, terwijl de regering ‘slechts schoorvoetend’ een koloniale vertegenwoordiging met enkele van ‘onze’ afgevaardigden creëert. Soewardi Soerjaningrat noemt het merkwaardig dat juist op de dag van de herdenking het comité bij de koningin aanklopt om de absolute heerschappij van de Nederlanders over veertig miljoen zielen op te heffen.

Hij concludeert: “Neen, voorwaar, als ik Nederlander was, ik zou nimmer zulk jubileum willen vieren hier in een door ons overheerscht land. Eérst dat geknechte volk zijn vrijheid geven, dàn pas onze eigen vrijheid herdenken.”

Verbannen
Het pamflet werd in het Maleis veelvuldig verspreid onder Indonesiërs. Soerjaningrat werd gearresteerd en zou op zijn eigen verzoek naar het eiland Bangka worden verbannen. Ernest Douwes Dekker en Tjipto Mangoenkoesoemo protesteerden hiertegen, waarna ze in 1913 alle drie naar Nederland werden verbannen. Ze zijn in Indonesië ook wel bekend als ‘de drie musketiers’.

Tekst gaat verder onder de foto

Zittend de ‘drie musketiers’: Dr. Tjipto Mangoenkoesoemo, Dr. E.F.E. Douwes Dekker en R.M. Soewardi Soerjaningrat. Onderschrift: Leden van de Indische Partij, vermoedelijk te ’s Gravenhage, 1913. KITLV 3725 van http://hdl.handle.net/1887.1/item:787982

Onderwijspionier
In ballingschap was Soewardi Soerjaningrat actief in de Indische Vereeniging, een organisatie van Indonesische studenten. Ook richtte hij het Indonesisch Pers-Bureau op. Hij studeerde onderwijs en haalde de Europeesche Onderwijsakte, een belangrijk diploma. In 1919 keerde hij terug naar Nederlands-Indië, waar hij de ervaring die hij opdeed op de school van zijn broer gebruikte om lesconcepten te ontwikkelen, geïnspireerd op de denkbeelden waar hij in Nederland mee in aanraking was gekomen van onder andere Maria Montessori. Soerjaningrat richtte in 1922 de antikoloniale onderwijsbeweging Taman Siswa (‘tuin der leerlingen’) op. Hij veranderde zijn naam in Ki Hadjar Dewantara en gebruikte zijn adellijke titel ‘raden mas’ niet langer. Binnen acht jaar waren er 40 Taman Siswa-scholen in Nederlands-Indië met meer dan 5000 leerlingen. Zijn Taman Siswa-motto ‘ing ngarsa sung tuladha, ing madya mangun karsa, tut wuri handayani’, ‘(degenen) vooraan moeten een voorbeeld zijn, (degenen) in het midden moed geven, (degenen) achteraan moeten worden aangemoedigd’ gaat over de ideale leraren. Het laatste deel, ‘tut wuri handayani’, is ook het motto van het Indonesische ministerie van Onderwijs, Cultuur, Onderzoek en Technologie.

In 1956 werd Ki Hadjar Dewantara benoemd tot de eerste minister van Onderwijs van Indonesië. Bovendien ontving hij een eredoctoraat van de Gadjah Mada Universiteit. Hij wordt gezien als de grondlegger van het Indonesische onderwijs. Zijn verjaardag, 2 mei, is de nationale onderwijsdag in Indonesië. Ook is hij een nationale held, net als de andere twee ‘musketiers’.

Educate yourself is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.

Verder lezen

Identiteit     Film

Recensie

Moluks familiedrama ‘Pulang’: vergeet nooit je afkomst

Column

Column: ‘Kun je ook half Indisch zijn?’

Identiteit     Portret     Interviews     Muziek

Bi-culturele Mingue: “Als je me ziet denk je niet: Hey, iets Surinamigs”