Educate yourself

Oud-correspondent Wilma van der Maten schreef boek over vergeten (Indische) Nederlanders in Indonesië: ‘Ze bleven in een vijandig land achter’

Geplaatst in: Boeken, Interviews
Jane Hardy
Wilma van der Maten (59) is journalist en schrijfster van het boek Vergeten door het vaderland (2015), waarin ze indringende portretten optekende van (Indische) Nederlanders die in Indonesië zijn achtergebleven. De geïnterviewden zijn in de meeste gevallen arm, stateloos en verstoten. Ook de generaties na hen hebben het zwaar. Nu, tien jaar nadat Van der Maten een radioreportage maakte over deze vergeten groep en negen jaar na het verschijnen van haar boek, hoopt Meer dan Babi Pangang hun lot hernieuwde aandacht te geven. Wilma van der Maten was tussen 1999 en 2006 correspondent Zuidoost-Azië voor verschillende media, waaronder NOS, waarna ze tot en met vorig jaar correspondent Zuid-Azië werd. Ook heeft ze het reisbureau Rural Travel Pioneers in Pakistan opgezet dat ervoor zorgt dat toeristen met de lokale bevolking in contact komen en zo de lokale economie ondersteunen.

Hoe kwam je voor het eerst met deze vergeten groep (Indische) Nederlanders in aanraking?
“Ik ontmoette Josta Rumahlaiselan in Jakarta van Stichting Halin, die hulpt verleent aan voormalige landgenoten in Indonesië. Zij heeft me geholpen. In een kerk in hartje Jakarta, in de buurt van het voormalige weeshuis van Pa van der Steur, kwamen ze iedere twee weken samen om 40 euro te ontvangen. Dat was relatief veel geld voor deze mensen. Er zaten ook Hollandse hoofden, sommigen waren zelfs blond. We hadden een ontmoeting met de broers Ferdinand en James Jenkins in de ijssalon om de hoek van hun vorige huis waar ze als kinderen met hun ouders ijsjes aten. Zo kwam ik met de een na de andere vergeten Nederlander in contact. Mijn onderzoek voor het boek heeft een jaar of twee geduurd, waarbij ik op Java en Bali ben geweest. Er zijn veel vergelijkbare verhalen van bejaarde Indische Nederlanders in Indonesië, wat zo schrijnend is.

Ik schrok me een hoedje hoeveel Nederlanders als kinderen in de steek zijn gelaten, want daar komt het gewoon op neer.”

Tekst gaat verder onder de foto

Josta Rumahlaiselan van Stichting Halin (midden) met de broers Jenkins in de ijssalon om de hoek van hun ouderlijk huis. 

Waarom konden zij niet naar Nederland komen?
“Er was oorlog in Indonesië, waardoor deze mensen niet op papier konden bewijzen dat ze Nederlands zijn. In Surabaya is bijvoorbeeld de burgerlijke stand in brand gestoken. Het zijn vrijwel allemaal mensen uit een voorheen relatief rijke familie die in de oorlog alles zijn kwijtgeraakt. Ik ken twee broertjes waarvan de vader is omgekomen in de Slag in de Javazee. Hun familie kregen een lintje en een oorkonde van koningin Wilhelmina waar zijn naam op geschreven staat. Zelfs dat was niet voldoende. De gemene deler was vaak dat ze een Indische moeder en Hollandse vader hadden. Deze moeders spraken net zo perfect Nederlands als hun kinderen. Vaak was de vader overleden in de oorlog, waardoor het personeel op de Nederlandse ambassade zei: ‘Jullie blijven hier.’ Afschuwelijk.

Of Herman, zijn plantage was in de fik gestoken en daarna genationaliseerd. Het Nederlandse consulaat zei sarrend: ‘Als je kunt bewijzen dat je een ticket naar Nederland kunt kopen, geven we je een paspoort en kun je naar Nederland.’ Dat kon hij natuurlijk niet betalen.

Ellie was blond en had een kampongmoeder. Tijdens de Nederlandse periode gingen nonnetjes op zoek naar blonde kinderen. Toen bestond de opvatting dat Nederlandse kinderen het meest kwetsbaar zijn en werden ze weggehaald, in het weeshuis geplant en kregen ze een Nederlandse opvoeding. Maar toen Nederland wegging bleef het weeshuis achter: toen waren deze kinderen blijkbaar niet belangrijk. Het zijn enorme drama’s geweest. Toen ik mijn onderzoek deed, was het eigenlijk al veel te laat. Deze verhalen zijn slechts het topje van de ijsberg.”

Tekst gaat verder onder de foto

Herman de Pauw

Hoeveel mensen zijn op deze manier achtergebleven?
“Nederland regelde boten en vliegtuigen voor Indische Nederlanders. Maar als het niet lukte om de laatste boot te halen, stonden deze mensen bij wijze van spreken in de haven en zagen ze de laatste boot vertrekken. Ze bleven in een vijandig land achter. Het ging om ongeveer 700 Indische Nederlanders: toch is Nederland zo hardvochtig geweest.”

Is dit aangevochten bij de Nederlandse overheid of regering?
“Het is een vergeten groep en na de oorlog was iedereen met zichzelf bezig. Advocaat Liesbeth Zegveld heeft geprobeerd een zaak tegen de Nederlandse staat aan te spannen, maar de documenten waren niet hard genoeg. Daarnaast heeft Ruud Sellier geprobeerd een parlementair onderzoek in te stellen, maar hij is helaas overleden. Hij had met zijn vrouw ook een organisatie voor vergeten Nederlanders uit sloppenwijken (eerst Stichting Help de Indischen in Indonesia, nu overgegaan in Teman Teman Sehati, red.).”

Welk verhaal uit je boek heeft je het meest geraakt?
“Het verhaal van de zwerver was om te huilen. Ik ontmoette James in een ijssalon, waar hij en zijn broer ooit heengingen toen ze kind waren. Het is op de hoek van het huis waar ze woonden. Daar is hun vader, die vliegtuigen voor het leger onderhield, vermoord door pemoeda’s (gewapende Indonesische jongeren, red.). Ik ging nog wel eens langs bij hem. Zijn broertje kreeg later een baantje in een sloppenwijk, maar James was geen staatsburger en onderhield zichzelf door auto’s te wassen.

Het idee dat hij 70 jaar oud was en ’s nachts op straat sliep… Als het regende mocht hij in de warungs slapen zodat hij droog bleef: zo zijn Indonesiërs, de mensen hielpen wel.”

In wat voor omstandigheden leven ze nu?
“Er wonen nog steeds Indische Nederlanders in armoede in onder meer Surabaya, Yogyakarta, Tangerang, Bandung en op Bali. Het is nu een hele kleine groep*, waarvan de meesten geen Nederlands spreken. De ouderen hebben een broze gezondheid. Ze zijn verdrietig, huilen veel en hebben therapie en andere zorg nodig. Dat ontlopen ze ook allemaal in Indonesië. Ze krijgen geld van Stichting Halin. Sommigen worden financieel ondersteund door hun familie, maar het is ook duur voor hen.”

Hoe leeft hun identiteit voort in Indonesië?
“Deze mensen zijn Nederlander gebleven. De identiteit is daar heel sterk. Toen ik er was, spraken ze perfect Nederlands en zongen ze graag Nederlandse liedjes.”

Hoe heeft hun afkomst de volgende generaties beïnvloed?
“Ook twee, drie generaties later heeft hun afkomst nog altijd veel invloed. De kinderen die eruit geboren zijn waren niet Nederlands of Indonesisch. De vergeten Nederlanders hadden geen status en hun kinderen waren dus ook illegaal. Sommigen konden wel naar school, maar ze konden nooit in het leger of een overheidsbaan krijgen. Sommige kinderen zijn boos op hun ouders of voelen schaamte. Hun ouders hebben nog een fijn gezinsleven hebben meegemaakt, maar zij niet. De tweede generatie is lang gepest als verraders omdat ze tot de Nederlanders behoorden. Ze hoorden er nooit echt bij. Dat zie je nu gelukkig niet meer. De gemiddelde jonge Indonesiër weet niet meer dat Nederland het land gekoloniseerd heeft of dat er oorlog was. Dat boeit ze niet: ze leven in het nu of in de toekomst. Bij de volgende generaties is de Indonesische identiteit veel sterker. Niet veel kinderen hadden contact met hun ouders. Ze hebben geprobeerd hun eigen leven te ontwikkelen. De derde generatie heeft het wel beter: ze staan vaak ingeschreven als Indonesiër en hun afkomst valt niet langer te traceren. Ik wil weer in Indonesië gaan wonen en wil graag vervolgonderzoek doen om te kijken hoe de generatie van nu leeft.”

Tekst gaat verder onder de foto

Jacob met zijn vrouw en zoon

Wat heeft je boek teweeggebracht?
“Nederland is geschrokken: er ging een golf van verontwaardiging door de journalistiek. Het feit dat James op straat sliep bijvoorbeeld. Dit vergeten onderwerp is ook door Tweede Kamerleden breed uitgemeten.

Nederland heeft zich keer op keer schofterig gedragen. Hoe is met de Molukkers omgegaan? En met de Indo’s, die hun kleding zoals warme jassen terug moesten betalen?

Zo erg dat, ondanks alle stukken in de krant en bij OVT (radioprogramma, red.), Nederland nog steeds niet de behoefte voelde deze mensen een uitkering te geven zodat ze waardig konden sterven. Ik heb altijd gehoopt: er is een potje uitkeringen voor oorlogsslachtoffers, waar deze in de steek gelaten kinderen allemaal voor in aanmerking moeten komen.”

Vergeten door het vaderland (2015) van Wilma van der Maten telt 192 pagina’s en is uitgegeven door Uitgeverij Conserve.

*Stichting Halin laat desgevraagd in een schriftelijke reactie weten:
“Stichting Halin ondersteunt nog 174 voormalige Nederlanders in Indonesië. Om ondersteuning te krijgen moet men ooit de Nederlandse nationaliteit hebben gehad, geen of heel weinig inkomen hebben en sinds de late jaren negentig ook geboren zijn voor 16 augustus 1945. Die doelgroep slinkt derhalve en bestaat dus nog voor het overgrote deel uit zeventigers en tachtigers. Enkelen zijn iets jonger, aangezien de leeftijdsgrens tussen 1955 en eind jaren negentig nog niet werd toegepast. Op dit moment ontvangen 122 ondersteunden hun geld (m.i.v. januari 2024 1.000.000 roepia per maand) per bankrekening, 23 ondersteunden ontvangen per postwissel en de rest krijgt het geld contant (met name in Bandung). Gezien de uitval van de doelgroep is de verwachting dat binnen enkele jaren en einde zal komen aan onze organisatie. Het huidige bestuur is op dit moment niet van mening dat de organisatie haar doelstelling zal wijzigen om verder te gaan. Over de afwikkeling van de ondersteuning zal dit jaar een besluit worden genomen.”


Educate yourself
 is een serie artikelen en interviews over de Indische en Molukse geschiedenis. Hoewel het een langdurig gedeelde geschiedenis is, blijft deze in Nederland onderbelicht. Daarom gebruikt MDBP de veelgehoorde kreet ‘educate yourself’ om deze geschiedenis in een wekelijkse serie verder uit te diepen.

Verder lezen

Boeken     Column

Column: “Lees nooit een van de boeken van Henri Borel”

Column

Column: De pauperisme-commissie en de positie van de armste Indo-Europeanen

Identiteit     Reportage

Reportage: speurtocht naar het verleden