De nieuwe PINDAH* staat ondermeer in het teken van 75 jaar vrijheid. Meer dan Babi Pangang eindredacteur Simon Jacobus reflecteert op het dilemma van herdenken en vieren.
Op 5 mei wordt in Nederland de bevrijding van de nazi-overheersing in Nederland en Europa gevierd, terwijl de Indische, Molukse, Chinees-Indische, Toegoenese en Papoea gemeenschap in Nederlands-Indië pas op 15 augustus 1945 werd bevrijd van de Japanse onderdrukking. Al snel volgde in Nederlands-Indië de Bersiap: in deze periode kreeg de Indonesische revolutie gestalte en werden duizenden Indische, Chinees-Indische en Molukse Nederlanders door Indonesiërs vermoord. Voldoende aanleiding voor de Stichting Herdenking 15 augustus om niet de alom te zien en te horen kreet: 75 jaar vrijheid over te nemen. De slogan voor de Indië herdenking is 75 jaar 15 augustus.
Valt er eigenlijk wel iets te vieren?
In de nieuwe PINDAH* wordt duidelijk dat voor sommigen die oorlog nooit echt voorbij is gegaan. Zoals voor de oud-Knilsoldaten en de voormalige ambtenaren (en hun families) uit Nederlands-Indië die pas in 2015 aanspraak konden maken op de zogenaamde Backpay-regeling. Peggy Stein van IP 2.0 zegt in PINDAH*: ‘Door de lakse houding van de overheid kwam de Backpay-regeling voor velen te laat. Vele rechthebbenden waren al overleden.’ Ook geen algehele bevrijding voor de Molukkers die naar Nederland waren gelokt en een onafhankelijke staat waren beloofd. Jefta Latupeiridda zegt in PINDAH*: Ik vind dat Nederland de fouten uit het verleden recht moet zetten door een bemiddelingsrol te spelen tussen de RMS-regering en de Indonesische regering. Voor de toekomst hoop ik dat Maluku (Molukken/red) onafhankelijk wordt.’
De verhalen over toen raken jongere generaties. In een reportage over de derde generatie zegt violiste Celeste Engel (26): ‘Tijdens de oorlog was onze opa lange tijd verdwenen, niemand wist waar hij was. Na de oorlog heeft hij er nooit over willen vertellen. Onze oma vertelde dat hij soms nachtmerries en woedeaanvallen had. Ze heeft na zijn overlijden een groot pakket papieren van hem aan onze moeder gegeven. Zo kan hij ons toch nog het een en ander vertellen.’
Robin Leemhuis (23), met een Chinees-Indische achtergrond, zegt in dezelfde reportage: ‘Omdat ik Indische en Joodse roots heb, ben ik aan twee kanten met oorlog en vrijheid bezig. Elk jaar met Dodenherdenking komen we samen bij mijn Joodse oma en eten we asperges. Geen idee waarom, want het is niet Joods, maar ik vind het wel erg lekker. Op 15 augustus proberen we (met mijn Chinees-Indische oma) altijd bij de Nationale Indië-Herdenking te zijn.’
Derde en tweede generaties Indo’s zijn zich 75 jaar na de Tweede Oorlog heel bewust van het erfgoed van hun ouders/grootouders. Kirsten Goote-Vos (42), mede-oprichter van Indisch 3.0, het online platform voor Indische jongeren, herinnert zich in het interview in PINDAH* de volharding van haar grootvader en overgrootvader die in de oorlog in het Japanse Tjimahi kamp gevangen zaten. Kirsten: ‘Bij de bevrijding op 15 augustus 1945 moesten ze in het kamp blijven. Ze kwamen er in december pas uit. Daarom vierde mijn opa 15 augustus nooit als de dag waarop hij bevrijd werd.’ Juridisch adviseur Louise Doorman schreef een essay over haar grootvader en vader. Haar opa Karel Doorman was eskadercommandant tijdens de Slag in de Javazee in 1942. Louise Doorman: ‘Met het verhaal van de zeeslag en de verscheurende vlucht van mijn vader en grootmoeder uit Nederlands-Indië ben ik opgegroeid.’
West-Papoea
Schrijfster Yvonne Keuls (88), geboren in Nederland-Indië, beaamt in het vraaggesprek met journalist Anne Elzinga dat de Indische oorlogsgeschiedenis een belangrijke rol speelt in haar leven. Vanwege haar eigen afkomst, maar vooral doordat ze getrouwd is met een man die de Japanse gruwelen van de overzeese strijd had doorstaan. Ze zegt: ‘Als je 65 jaar de partner bent van iemand die samen met zijn tweelingbroer in alle kampen heeft gezeten, hakt dat er in.’ En tenslotte kwamen in 1946 en 1947 de Indische tantes naar Nederland – met al hún oorlogsherinneringen. Veel van de mannen waren onthoofd. ‘Ik zit wel zo in elkaar dat ik al die verhalen naar me toe trek.’
Vieren van de vrijheid is relatief blijkt ook uit het verhaal van Yosina Roemajauw (13). Ze is geboren in West-Papoea en winnares van de Voice Kids (2019) en ze memoreert in het PINDAH*-artikel De Jeugd van tegenwoordig, geschreven door MDBP-redacteur Maureen Welscher: ‘Vrijheid betekent voor mij vooral dat je jezelf kan zijn en je mening mag uiten over alles wat er gebeurt, vooral in je eigen land. Helaas is dit in mijn geboorteland nog steeds niet het geval, en dat raakt me wel.’
Columnist Stephan van Beek (26 ), lid van Dekolonisatienetwerk voormalig Nederlands-Indië, stelt: ‘Nu vieren wij dit jaar 75 jaar vrijheid. Maar zijn wij eigenlijk wel bevrijd? Ja, we zijn bevrijd van de Japanners en de Duitsers. De Indonesiërs zijn vrij van ons. Maar zijn wij als Indische gemeenschap ook werkelijk bevrijd, met name in ons denken?’
Het fundament
Herdenken. Dat lijkt zondermeer de rijen te sluiten. Janine Kho (35) een van geportretteerde Kinderen van de kolonie benadrukt: ‘Je vrijheid voelen hier is heel belangrijk. Je mag echter nooit vergeten wat er is gebeurd. Dat is het fundament voor hoe wij nu leven.’
Publicist Theodor Holman beschrijft in zijn essay Heeft Herdenken zin? waarom hij herdenkt: ‘De geschiedenis laat ons soms in de schijn van een cirkel lopen. Wat ik vroeger afgrijselijk vond – dat ritueel met het Indische Onze Vader, het vreselijke beeld dat niets aan de verbeelding overlaat, de kransleggingen, de verplichte toespraken (ondertussen heb ik daar zelf mogen spreken), het vaandel, de militaire kapel, de vlag die halfstok hangt, ze ontroeren me nu. Het heeft betekenis. Het is zinvol, voor mij en vele anderen. Ik eer niet alleen mijn ouders maar ook het fundament waarop ik sta waardoor ik kan zijn wat ik nu ben. Herdenken zorgt ervoor dat een onbegrijpelijk verhaal iets meer te verdragen wordt.’
PINDAH* ligt vanaf 12 mei 2020 in de winkel. U kunt nu al een magazine bestellen via: www.pindah-magazine.nl