Schelden en Dekolonisatie

Geplaatst in: Identiteit, Artikelen, Opiniestukken, Erfgoed
Voorkant Pinda*, glossy met een Indisch tintje

Er is op dit moment een hevig debat gaande of PINDA* wel of niet kan als naam voor de Indische glossy die recent verscheen.  Waar de een zegt dat het een scheldwoord is en dat we met het gebruik hiervan terug in de tijd gaan, zegt de ander dat het een geuzennaam is, soms zelfs een koosnaampje.

Nog voor de lancering van het blad ontstond er een discussie of het een geschikte naam zou zijn. Op de website van deze glossy verscheen het voorwoord uit het tijdschrift van hoofdredacteur Ricci Scheldwacht die uitleg gaf over de keuze: “scheldwoord of geuzennaam”. Ook verscheen er een begeleidende tekst over het onlosmakelijke sterretje boven de naam.

Het voorwoord van Pinda-hoofdredacteur Ricci Scheldwacht:

In de periode 1945 – 1968 kwamen er zo’n 350.000 mensen uit Indië en Indonesië naar Nederland. Naast Indische Nederlanders of Indo’s waren dat totoks – Hollanders die vaak al generaties lang in de kolonie woonden. Ook Molukkers en peranakan Chinezen, die een bestaan in Indië hadden opgebouwd maakten de overtocht. Inmiddels zijn er meer dan een miljoen Nederlanders die banden hebben met Nederlands-Indië en Indonesië.………. Die enorme verscheidenheid maakt de groep voor de buitenwereld diffuus. Moeilijk te plaatsen. Of zoals in Indische kringen steeds luider wordt gemopperd: ‘Het lijkt wel of we niet bestaan.’ ………Daarom is het tijd voor PINDA*. Een gids van Indisch Nederland voor iedereen die nieuwsgierig is naar het Indische verhaal. Een verhaal waarachter een complexe wereld schuilgaat. Waar de erfenis uit het koloniale verleden nog altijd doorwerkt. ‘Pinda?! Maar dat is een scheld- woord! Racistisch en kwetsend,’ vinden sommigen. ‘Onfatsoenlijk’, zou mijn tante Doortje zeggen.

Maar wat voor de een kwetsend is, is voor de ander een koosnaampje of zelfs een geuzennaam. 

Het Indische verhaal is heel divers en kent meerdere lezingen. In deze glossy zult u verhalen aantreffen waarmee u het niet altijd eens bent. Toch staan ze in PINDA*, omdat ze laten zien wat er speelt in Indisch Nederland. “

Meteen na de zeer succesvolle lancering van het blad verscheen er een column van Lara Nuberg in de Volkskrant. Als een van de medewerkers van het blad had zij achteraf bedenkingen bij de naam, maar ze besloot om haar definitieve mening op te schorten.

Daarna bleek uit een column van San Fu Maltha (een van de mensen achter het blad) in het Nederlands Media Nieuws dat de naam bedacht was door Roland Hooft, toevallig de oom van Lara. Theodor Holman mengde zich ook in de discussie door te stellen in Het Parool dat voor hem pinda een geuzennaam is. In het blad zelf bleek er naast het voorwoord meer aandacht te zijn voor het woord pinda in combinatie met schelden en discrimineren. Zoals bijvoorbeeld Tim Oliehoek die het er over heeft in zijn interview, Alfred Birney praat er over en ook de eerder genoemde San Fu Maltha benoemt het.

Inmiddels hebben Rochelle van Maanen e.a. van het Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands-Indië (DNvNI) een column hierover geschreven in Het Parool waarin ze stellen “Geuzennaam of niet, PINDA* glossy kan niet”.

“Pinda is een van oorsprong koloniale en racistische term, die historisch gezien werd gebruikt als scheldwoord voor Indische Nederlanders. Daarom l de titel van dit magazine zeer pijnlijk voor veel mensen met een Indische achtergrond. Deze zwaarbeladen, problematische term kan niet simpelweg gepresenteerd worden als een leuk en onschuldig koosnaampje dat met humor geassocieerd zou moeten worden. Door er grappig over te doen bagatelliseer en legitimeer je het gebruik ervan door niet-Indische Nederlanders. We willen niet dat onze kinderen in de klas of tijdens het buitenspelen worden geconfronteerd met kwetsende woorden als pinda.”

Iets wat Rochelle later op haar Facebook pagina nuanceert door te stellen dat hun kritiek niet gaat over de inhoud van het blad, maar over de titel.

Wat is het ‘Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands Indië’?

Een organisatie bestaande o.a. uit Rochelle van Maanen, Marit van Splunter, Bayu Junaid en Sarieke de Jong zie hun  Facebook pagina  als doel heeft:

“ Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands Indië is er om krachten te bundelen voor de dekolonisatie agenda m.b.t. alle relevante Indische, Molukse, Indonesische en Surinaams-Javaanse kwesties in Nederland en daarbuiten.”

Uit deze tekst is niet op te maken of deze kwesties ook betrekking hebben op  Peranakan Chinezen, Belanda Hitam’s, Papoea’s of Toegoenezen.  We zijn nog op zoek naar welke mensen nog meer zijn aangesloten bij dit netwerk en zullen daarover in een later stadium berichten.

Een aantal maanden geleden kwam het tussen leden van dit Netwerk en Makau4Malaku tot ongeregeldheden tijdens het evenement “Wij vs Zij 23 – Nieuw Aziatisch Geluid” in Pakhuis De Zwijger..

Binnen hun Facebook groep  ‘Blijf met je handen af van niet-witte Nederlanders’ Wordt er gediscussieerd met gelijkgestemden, waarbij er stringente richtlijnen gelden over welke woorden wel en niet door de beugel kunnen. Een daarvan is bijvoorbeeld:

Effectiviteit en zuiverheid van intentie staan voorop, we willen niet doen aan identity politics of vervallen in sektarisch denken.” 

Daarover ontstond recent een discussie tussen San Fu Maltha en Rochelle van Maanen. Interessant omdat eerstgenoemde meldde aan laatstgenoemde dat men binnen de Indische Gemeenschap elkaars mening niet moet aanvallen op basis van een verschil in huidskleur, geslacht en hoeveelheid Indische genen van de tegenpartij, maar op basis van inhoudelijke argumenten. Termen als “wit uitziende man”, “indo belaser” (“nep-Indo”) en “dekoloniseren begint bij jezelf” vallen. Excuses worden gemaakt en aanvaard en er wordt gewezen op voortschrijdend inzicht. Interessant! Maar om te beginnen moeten we eerst kijken waar de benaming pinda eigenlijk vandaan komt.

* Scheldwoord of geuzennaam – de oorsprong

Hoewel er over de echte oorsprong nog behoorlijk wat onduidelijkheid bestaat, wordt in de populaire boeken van J. D. Schuil al het woord pinda’s gebruikt. Een uitdrukking voor personen met een Indische achtergrond. Hij heeft het dan overigens over de Katjangs, dat in het Nederlands als pinda’s vertaald wordt. Kacang in het Bahasa Indonesia betekent boon. Deze boeken verschenen in 1912 en waren kinderboeken. De hoofdpersonen die zo genoemd werden waren jongens rond de 10-13 jaar.

Pas in de jaren 30 ontstaat de discriminerende ‘Indah (betekent mooi in het Indonesisch) pinda poepchinees’. De oorsprong hiervan is echter gelegen bij de komst van Chinese pindaverkopers. In 1911 kwam er een groot aantal Chinese scheepswerkers naar Nederland, maar toen zij rond 1930 overbodig werden verklaard gingen zij pindakoeken verkopen op straat. Pindakoeken waren goedkoop in productie en makkelijk te verhandelen op straat. Deze mensen werden de zogenaamde ‘Pindachinezen’ genoemd.

Mogelijkerwijs is het volkszanger Willy Derby (Daar bij die Molen, Twee Ogen zo Blauw, Hallo Bandoeng) geweest die de uitdrukking, ‘pinda pinda lekkalekka’ met zijn gelijknamige hit in 1933, naar het grote publiek heeft gebracht. (klik hier voor de songtekst)

Door onduidelijke redenen is pinda en Indah pinda poepchinees overgegaan op de repatrianten die naar Nederland kwamen. Niemand met een Indische achtergrond zal ontkennen dat dit een heftige periode was, en dat ook de volgende generaties de littekens van die generatie dragen. Door de onwelkome houding van de Nederlanders ten opzichte van de repatrianten heeft het woord pinda voor velen een negatieve connotatie gekregen. Echter verder in de tijd wordt het duidelijk dat waar de een het gebruik van het woord pinda ziet als koosnaam de ander het ziet als scheldwoord, meestal afhankelijk van degene die het zegt en de intentie die het heeft. Ook stellen anderen dat elke bevolkingsgroep discrimineert, ook de Nederlands-Indische  gemeenschap. Zelfs onderling.

De term wordt echter ook in officiële documenten gebruikt. Zo verscheen er in 2002 een rapport van het Nederlands interdisciplinair demografisch instituut (NIDI) waarin een hele groep wordt gedefinieerd als ‘Katjang’ en daarbij ook nog een effect aan koppelt, namelijk het ‘Katjang-effect’*.

Deze pinda discussie is nu dus “hot” geworden door het verschijnen van de Pinda*, de column in de Volkskrant en de column en het opiniestuk in het Parool.

Wel of niet gebruiken?

Zoals op de website van de PINDA* te lezen valt ontkennen ze niet dat het beledigend kan zijn voor een aantal mensen, en dat woorden door verschillende mensen op verschillende manieren kunnen worden opgevat.

In het verleden heeft het DNvNI ook gerefereerd naar het wel of niet gebruiken van het woord Indo. En lijkt een monopolistisch vocabulaire eerder een koloniserende dan een dekoloniserende werking te hebben, doordat je de connotatie van generieke woorden blijft bevestigen.

Met de tijd verandert de connotatie van woorden. Bij de een zal het woord Tempo Doeloe het gevoel van nostalgie en gelukzaligheid oproepen en bij de ander een gevoel onderdrukking en uitbuiting. Het erkennen van het verschil in connotatie en het inzien dan de diversiteit van de geschiedenis van Nederland is een begin naar de bewustwording. En daarmee misschien wel het begin naar de door het Netwerk gewenste dekolonisatie. Daarbij is het de vraag of met het uitsluiten van algemene woorden het beoogde doel zal worden bereikt of dat het meer een polariserende werking zal hebben.

Het onbedoelde effect van de discussie die dan ontstaat, is dat het duidelijk wordt dat er een grote verdeeldheid is in een gemeenschap die toch ook zoveel geschiedenis, cultuur, muziek met elkaar deelt. Op den duur, wanneer er voorbij wordt gegaan aan de bewoording van het tijdschrift zal het gezamenlijke doel wellicht worden nagestreefd: Bewustzijn van een bewogen geschiedenis.

Een dag na het opiniestuk in het Parool van het netwerk verscheen een tegenstuk van Ricci Scheldwacht waarin hij stelde: “Het woord pinda heeft niet meer dezelfde lading als in de jaren vijftig toen de eerste grote groep Indische nieuwkomers naar Nederland kwam. Ook veel mensen die voor pinda zijn uitgescholden, gebruiken het woord nu als geuzennaam of koosnaampje. Taal leeft en verandert. Woorden kunnen meerduidig zijn.”

Maar wat vinden jullie hiervan? Kan het wel of niet? Wel willen we waarschuwen dat respect naar elkaar noodzakelijk is en dat opmerkingen moeten gaan over elkaars mening en niet over de afkomst, religie, geslacht, huidskleur, leeftijd etc van de persoon waar je op reageert. Laat je mening horen op onze Facebookpagina.

Dekoloniseren, zo lazen we ergens, begint per slot van rekening bij jezelf.

Verder lezen

Column

Column: Danseurs mondain en gigolo’s in de krant

Column

Column: ‘Al dat verdriet, mevrouw’

Column

Column: “Moeders en vaders zijn je allereerste coaches”