Tentoonstelling stadsarchief van Jogjakarta laat Nederlandse teksten over oorlogsleed zien

Geplaatst in: Cultuur

Door Max Rooyackers

Begin dit jaar opende het archief van Jogjakarta in Indonesië een tentoonstelling over de geschiedenis van de stad. De naam diorama arsip Jogja moet niet al te letterlijk genomen worden. De bekende diorama’s uit andere musea zoals Fort Vredenburg zijn hier niet te vinden. Wel zijn er verschillende video’s, animaties, boeken, kranten, platen enzovoort die je meenemen van de stichting van de stad tot het heden. Het eindigt dan ook met een karakteristieke vraag: waar denk jij aan als je aan Jogja denkt?

De koloniale geschiedenis heeft natuurlijk ook een groot onderdeel gekregen in de tentoonstelling, maar niet per se met een al te beladen of nationalistische toon. Oude platen en afgestofte boeken in het Javaans en Nederlands, daar kun je nou eenmaal niet omheen. Maar hoe dichter bij de moderne tijd deze tentoonstelling ons leidt, hoe interessanter hij wordt. Als tentoonstelling van het archief en de stad Jogjakarta zelf ligt de nadruk natuurlijk op de stad vanuit het oogpunt van het archief en wat voor soort archieven er allemaal zijn.

De revolutie en de eerste periode van een jonge democratie is misschien wel het interessantste gedeelte voor iemand met roots uit Indonesië. Geen grote militaire tonen of geweldverheerlijking, maar verschillende andere, meer obscure gedeeltes uit het Indonesische verleden. Vergeleken met de andere ruimtes lijkt deze wat meer plin-plan samengesteld. Een al te duidelijke connectie ligt niet tussen de stukken. Zo staat er een grote bak in het midden van de kamer met alle partijen die meededen aan de eerste openbare verkiezingen van 1955. Aan weerszijden staan verschillende archiefstukken over de bureaucratische herindeling van de gebieden van de sultan.

Tekst gaat verder onder de foto

Tekst: “Achterpoort inteerneringskamp “Vredeburg”, Djokjakarta 1943. Hier ontvluchtte op 24 februari 1944 twee jongemannen. Zij werden door de Japanners gepakt en door de Kempetai met de bajonet afgemaakt.”

Maar wat misschien toch wel het meest interessant is, zijn een aantal schetsen uit een kampdagboek dat aan de muur hangt. De begeleidster wijdt er verder geen woord aan, maar de Nederlandse teksten over het kamp te Fort Vredeburg zijn toch een soort erkenning voor dit lijden. Ik betwijfel of degene die het uitkoos en ophing werkelijk weet wat de mening daarachter is. Maar het was toch zeker ontroerend om een soort indirecte erkenning in Indonesië zelf te zien, al helemaal omdat mijn eigen oudoom daar ook ooit was opgesloten. Het is zeker te hopen dat deze trend naar een bredere en inclusievere vertelling van de geschiedenis zal worden doorgezet.

Max Rooyackers studeert geschiedenis in Jogjakarta. 

Verder lezen

Cultuur     Erfgoed

Nederlandse musea geven honderden geroofde voorwerpen terug aan Indonesië

Column

Column: O, die geweldige grote Indische families, waar zijn ze?

Column

Column: Spiegelingen uit de praktijk