De grap van onzichtbare discriminatie

Geplaatst in: Column, Identiteit
foto: Rui Jun Luong

Vandaag hebben we een column  van  Phoei Ying Tang. Ze is geboren en getogen in Zwolle, is 23 jaar en een tweede generatie Chinees. In 2018 heeft zij de opleiding Biologie en Medische laboratoriumonderzoek afgerond en is nu werkzaam als laborant. Zij schrijft haar eerste column over onzichtbare, bijna alledaagse, discriminatie.

Recent zag ik een bericht op Facebook voorbijkomen, waarbij een kennis van mij een bingokaart had gemaakt van stereotyperende opmerkingen die vaak naar Chinezen worden geroepen. Het was een goede weergave van wat ikzelf vaak te horen kreeg. Daarbij hoorde ik ook vaak, dat deze opmerkingen als grapjes bedoeld waren en dat ik me niet moest aanstellen.

In de afgelopen jaren heb ik steeds meer berichten voorbij zien komen op social media, over hoe Chinezen gediscrimineerd werden in Nederland. Als ik de reacties las, kwamen vaak precies dezelfde antwoorden terug. Namelijk, dat het maar grapjes zijn en dat we ons niet moeten aanstellen.

Ik begon mij af te vragen waarom er zo weinig over dit onderwerp gesproken werd buiten de Chinese community en waarom het per se gezien moest worden als aanstellerij. Dus ik besloot één van mijn verhalen te delen op social media. Ik wilde graag racisme bespreekbaar maken voor iedereen. Ook wilde ik mensen bewust laten worden van waarom het niet leuk is om gestereotypeerd te worden en wat de invloed daarvan was op mijn situatie. Ik plaatste op social media de afbeelding van designer Rui Jun Luong: Asian Racism Bingo.

“In de afgelopen 20 jaar heb ik een heleboel van dit soort zinnen gehoord. Ik geloof dat als je deze zinnen op zichzelf en ‘out of context’ hoort, dat je waarschijnlijk denkt dat het maar een grapje is en dat een grapje moet kunnen. Dat is ook waar, maar de meeste mensen kennen de uitwerkingen er niet van.

Vorig jaar liep ik stage bij één van de grootste universitaire medisch centra in Nederland. Een week lang waren er monteurs bezig om de leidingen op mijn verdieping te repareren.

Toen ik op een dag over de gangen liep richting mijn kantoor, werd er ‘sambal erbij?’ naar mij geroepen door één van de monteurs.

Het was overduidelijk dat hij dat naar mij riep, aangezien diegene mij recht in de ogen aankeek.Het shockeerde mij dat een groep ‘volwassene’ mannen zoiets zouden roepen naar een klein meisje, dat qua uiterlijk er anders uitziet dan zij. Dit soort dingen verwachtte ik altijd van mensen op straat, maar niet op de werkvloer.

Op dat moment voelde ik me niet meer op mijn gemak en vond ik het erg oncomfortabel om nog over de gangen te lopen. Na een tijdje te hebben nagedacht schraapte ik mijn moed bijeen en besloot ik om een belletje te maken naar hun projectleider om dit aan te geven.

De dag erna kwamen de projectleider, de monteur en ik bij elkaar. De situatie werd besproken zodat alle misverstanden de wereld uit zouden worden verholpen. Ik gaf aan dat ik het disrespectvol vond dat de monteur dit naar mij riep en dat het oncomfortabel was om over de gangen te lopen.

Toen was het de beurt van de monteur om zijn verhaal te vertellen. Hij legde uit dat zijn collega’s en hij maar een beetje aan het dollen waren. Zijn collega riep: ‘waarbij?’, een ander riep: ‘aardbei’, hij riep: ‘sambal erbij?’ en plots stond ik daar. Het was blijkbaar totaal niet zo bedoeld.

Ook zei hij dat hij het niet wist waar ik vandaan kwam en dat ik voor hetzelfde geld ook uit een andere streek van Azië zou kunnen komen. Alsof het dan wel oké zou zijn.

Nadat de monteur en ik onze verhaal hadden verteld, deed zijn projectleider zijn woordje. De projectleider vertelde dat hij zich heel goed kon voorstellen dat ik me aangesproken voelde als ik zoiets zou horen. Vooral omdat ik toevallig Chinees ben. De monteur bood zijn excuses aan en alles was weer ‘goed’.

Het klopt dat veel dingen die geroepen worden slechts grapjes zijn. Tegelijkertijd is het ook disrespectvol. En de uitwerking hiervan is dus dat ik op mijn werk in ieder geval niet serieus werd genomen. Net als velen andere Aziaten in Nederland.

Het is allemaal leuk en aardig dat we allemaal sambal erbij, foeyonghai, babi pangang, spleetoog, Chinees en nog veel meer kunnen en mogen roepen hier in Nederland. Maar kom niet met zo’n bullshit excuus aanzetten als je aangesproken wordt op je gedrag.

Als wij, Aziatische Nederlanders, elke keer moeten aanhoren dat het ‘maar een grapje’ is, wie gaat ons dan nog serieus nemen?”

Ik hoop dat ik met mijn verhaal anderen stimuleer om hun verhaal ook te delen. Dit is het moment om van ons te laten horen. De tijd van slikken en zwijgen is voorbij.

Mocht je benieuwd zijn naar het originele bericht en alle reacties daarop, dan kan je klikken op de deze link.

 

Schrijfster Phoei Ying Tang kun je volgen via Twitter en Instagram.

Verder lezen

Column

Column: Hoe de Indische burgemeester van Amsterdam het koloniale systeem prees in een toespraak

Column     Eten

Column: Indrapura Amsterdam serveert eten met een historisch verhaal

Eten     Erfgoed

Indisch koken, de rijsttafeltraditie en papeda slurpen zijn nu immaterieel erfgoed