Link naar afbeelding
Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
Voormoeders zijn helemaal hip, en daar zit iets goeds in. De aandacht voor de vrouwen die lang minder tot niet zichtbaar zijn geweest. Dan hoop ik op werkelijke aandacht, zodat we de beste kans maken om voormoeders te leren kennen. Dus geen idealisering met terugwerkende kracht.
Ik zet een stap terug naar de negentiende eeuw. Een tijd vol ontwikkelingen in Indië. De technologie verandert het leven. De telefoon en telegraaf komen op. Het Suezkanaal verkort de bootreis van Nederland naar Indië, mede hierdoor reizen meer Nederlandse vrouwen naar Indië. Zij nemen Nederlandse normen en waarden mee.
In de koloniale romans uit die tijd zijn dergelijke reizen vaak beschreven. Vaak is de Hollandse vrouw met de handschoen getrouwd, om daarna naar de aanstaande echtgenoot te reizen. Dat leidde bepaald niet altijd tot een ‘ze leefden nog lang en gelukkig’.
Het gebeurde bijvoorbeeld dat de Hollandse vrouw voorkinderen van haar man aantrof: kinderen die hij had gekregen met een inheemse vrouw, zijn huishoudster, een njai. Zij bezat geen wettelijke rechten, ook niet over haar kinderen. Hun Europese vader besliste wat er met haar en hun kinderen gebeurde.
Uit koloniale damesromans blijkt dat de njai niet altijd willoos was, niet altijd een passief slachtoffer. Ze kon boos zijn. Laaiend van woede en wraakzucht. De schrijfster Annie Foore publiceerde in Indische huwelijken (1887) het verhaal ‘Geketend’. Hierin vergiftigt Marie de man met wie ze samenwoont en kinderen heeft. De reden: ze heeft gehoord dat Henri – zo heet hij – de kinderen van haar wil afnemen en naar Nederland wil sturen. Zij moet maar zien waar ze blijft. Marie beseft dat ze haar kinderen voor altijd kwijt zal zijn. Dus ze bedenkt een oplossing.
Ze geeft Henri gif in. Niet zomaar gif, maar precies dat gif dat nodig is om een koorts te verwekken. Tijdens de koorts trouwt hij met Marie – dat heeft ze zo weten te regelen. Nu heeft ze wettelijke rechten. Henri knapt op. Marie is verder niet de meest sympathieke vrouw (zacht uitgedrukt), maar deze gif-episode is opmerkelijk invoelbaar uiteengezet. Elke lezeres, met of zonder kinderen, zal gevoeld hebben: als het om je kinderen gaat, doe je alles voor ze.
Of dit helemaal verzonnen is? Vermoedelijk niet. Er waren gevangenissen speciaal voor inheemse vrouwen, het Koloniaal Verslag noemt soms gifmoorden en er verscheen een grote hoeveelheid literatuur over vergiftigingen.
Het moet een typisch Europese mannenangst zijn geweest. De vrouw met wie je samenleefde, kon zomaar wat in je eten doen.
Zo zijn er meer damesromans. Koloniaal, dat zeker. Maar ook wijzen ze ons op aspecten van de njai’s, de voormoeders, die nu op de achtergrond lijken te raken. Ze waren meer dan slachtoffers. Ze waren ook vrouwen die bewust en weloverwogen overgingen tot moord. En er zijn damesromans die daarvoor begrip vragen aan de lezeressen van toen – en dat vermoedelijk hebben gekregen.