Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool, waarmee ze mensen helpt hun verhaal op papier te zetten. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
Vrouwenliefde is een vreemd woord, dat weet ik, maar het woord ‘lesbisch’ is hier niet van toepassing. De Indische romancière Melati van Java (1853-1927) gebruikte het woord nergens in haar romans, en in haar brieven kwam ik het evenmin tegen. Wel las ik keer op keer over het geluk dat een liefde tussen twee vrouwen kan brengen. En ik wist, Melati – Marie Sloot – woonde zelf samen met een vrouw. Maar toen was toen en nu is nu. Normen veranderen, definities ook.
Maar over de vrouwenliefde valt hier wat meer te zeggen. Ik heb bijna alles van de schrijfster gelezen en veel ook herlezen en als ik een top vijf moet maken van de ideale relaties volgens Melati van Java, dan is het deze:
1. De liefde voor God
2. Tussen vrouw en vrouw
3. Tussen moeder en dochter
4. Tussen grootmoeder en dochter
5. Anders
Onder ‘anders’ valt het heteroseksuele huwelijk. Die zitten vol ruzies en man en vrouw begrijpen elkaar niet. Geen enkele roman van de schrijfster is een reclame voor dit type huwelijk. Dat hebben overigens wel meer vrouwelijke auteurs uit die tijd, heel typisch. Een keer was ik zeer verliefd, dagdroomde over trouwen en toen las ik van Mina Kruseman Een huwelijk in Indië (1873). Hoe het verder ging? Wat zal ik zeggen. Het boek hier staat onder handbereik en ik leef gelukkig in een bovenwoning met mijn kater Bert.
Wat de romans die ik van Melati van Java las, lieten zien begreep ik al snel. Van alle soorten liefdes is (na die voor God) de vrouwenliefde de beste. Volgens Melati. Ik ging dat pas zien, toen ik doorging met lezen en een patroon zag. In de ene roman na de andere kwam ik vergelijkbare liefdes tegen, steeds tussen twee vrouwen die in wat voor onderlinge verhouding ze dan ook stonden, het meeste van elkaar hielden. En daardoor het gelukkigste waren. Allemaal geschreven eind negentiende en begin twintigste eeuw. Destijds waren de huwelijkswetten buitengewoon ongunstig voor vrouwen. Alleen, niet iedereen had zin in het huwelijk.
Maar toch ga ik he-le-maal geen modern stempel op de vrouwenliefde plakken. Niks lesbisch. Niks LHBTIQA+ en niks non-binair. Misschien denkt u nu van o, dat was Louis Couperus toch? Dat kan, als hij er zelf genoeg en duidelijk mededelingen over heeft gedaan. Anders niet. We kunnen niet de geschiedenis aanpassen omdat we vandaag even behoefte aan het een, en morgen weer aan het andere zullen hebben. Dan scheppen we onze eigen fake history.
Gaat het over vroeger, dan moeten we voorzichtig zijn met onze eigentijdse etiketten. Want die passen nergens op.