Vilan van de Loo is onderzoekster en schrijfster. Haar interesse gaat uit naar het oude koloniale Indië. Daar schrijft ze bij voorkeur haar boeken over. Ze is ook initiatiefnemer van De Indische Schrijfschool, waarmee ze mensen helpt hun verhaal op papier te zetten. Elke week verschijnt er een nieuwe column van haar hand.
Frits van Daalen (1863-1930) had ten eerste een vader die een knallende ruzie veroorzaakte, een oom die zich niks liet zeggen en in de gevangenis belandde en een andere oom die wel heel onverwacht zijn pensioen nam uit het Oost-Indische leger. Allemaal mannen die hypergevoelig waren voor eer.
Een levensverhaal schrijven betekent dus ook: nadenken over de familie. Misschien vindt u het leuk om een beetje met mij mee te denken. Dat kan. Want vrijdag 16 juni geef ik een lezing over Frits van Daalen, in Leiden bij de Werkgroep Indische Letteren. De gegevens staan onderaan. U bent van harte welkom.
Ik arriveer in de pauze, zeg ik alvast, en dat kunt u ook doen.
Over Van Daalen schrijf ik een biografie. Het is een interessante man, ook omdat hij als ‘Indische jongen’ in die tijd een uitstekende carrière maakte: gouverneur van Atjeh (1905-1907) en commandant van het KNIL (1910-1914). Hij kwam het verst van alle militairen in zijn familie.
Van Daalen was een offensief ingestelde militair en daarin vond hij lange tijd een verwante ziel in Van Heutsz. In 1907 kwam het tot een conflict tussen de mannen en toen diende Van Daalen, diep gegriefd, zijn ontslag in. Offensief wil zeggen: ingesteld op handelen, op aanvallen. Van Daalen leidde verschillende expedities door Atjeh. Die door de Gajolanden van 1904 is tegenwoordig berucht. Daar ga ik kort op in tijdens mijn lezing.
Vrijdag heb ik maar 25 minuten en dan ga ik geen militaire expedities behandelen, hoor. Eens te meer niet, omdat ik tijdens mijn onderzoek op een merkwaardig echt gebeurd verhaal stuitte. In het oude Indië verscheen een roman die tot een ruzie leidde, waar zowat half Indië aan mee deed. Ik heb die roman gelezen, ik zag in de kranten de ruzie groeien en groeien en ik dacht: daar ga ik het over hebben. Hoe zoiets kan en gebeurde met die familie Van Daalen.
Tijdens de jaren van deze ruzie is Frits van Daalen een jonge man, een cadet aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. In het kasteel woont hij met de andere leerlingen en het is al duidelijk wie er voor Indië bestemd zijn en wie voor het ‘leger hier te lande’, zoals het heet. In de almanakken zag ik namen staan van militaire families uit de oost. Jongens die elkaar kenden via ooms en vaders, die wereld was klein.
Vrijdag vertel ik iets over: de roman, de ruzie die daaruit voortkwam en waarom half Indië zich ermee ging bemoeien. En al die tijd zit Fritsje van Daalen op de KMA, opdat hij officier kan worden in het Oost-Indische leger.
De lezingenmiddag van Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde vindt plaats op 16 juni van 14:15 tot 17:00. De lezing van Vilan van de Loo ‘Eer en ellende’ begint om 16:00. Locatie: Universiteit Leiden, P.J. Veth-gebouw, zaal 1.01, Nonnensteeg 1-3 in Leiden. De toegang is gratis. Alle belangstellenden zijn van harte welkom.