Het is de dag van de Morgenster: vandaag is het 61 jaar geleden dat de vlag van onafhankelijk West-Papua voor het eerst werd gehesen en het volkslied Hai Tanahku Papua werd gezongen. Nederland had het toenmalige Nederlands-Nieuw-Guinea de onafhankelijkheid beloofd, waarvoor de Nieuw-Guinea Raad werd opgericht. Toch hoort het gebied nu bij Indonesië. Hoe zit dit precies?
De vlag, ook wel de Morgenster genoemd, is ontworpen door Nicolaas Jouwe. Als vicevoorzitter van de Nieuw-Guinea Raad was hij de hoogstgeplaatste Papua in de kolonie. Op de vlag staat een witte ster in een verticale rode baan, waarnaast afwisselend blauwe en witte horizontale strepen staan. Volgens Jouwe staat het rood symbool voor de onafhankelijkheidsstrijd. De ster verwijst naar de morgenster, ofwel planeet Venus. De districten worden afgebeeld in de blauwe en witte strepen.
Tekst gaat verder onder de foto van Nicolaas Jouwe
Dit bericht op Instagram bekijken
Geschiedenis
Met de Indonesische onafhankelijkheid wilde Indonesië alle gebiedsdelen van voormalig Nederlands-Indië overnemen. Nederland wilde echter van Nieuw-Guinea een onafhankelijk land maken, mede zodat (Indische) Nederlanders uit de vroegere kolonie hier konden wonen. In 1961 landden de eerste Indonesische parachutisten in West-Papua en daarmee begon een politieke crisis tussen Nederland en Indonesië. Met bemiddeling van de Verenigde Staten werd in 1962 een overeenkomst bereikt. Nederland droeg het bestuur van het gebied over aan een tijdelijke autoriteit van de Verenigde Naties. Hiermee gaf Nederland de Verenigde Naties de vrijheid het bestuur gedeeltelijk of in zijn geheel over te dragen aan Indonesië. In het jaar dat volgde werd het bestuur van het gebied overgedragen aan Indonesië.
In 1969 werd in een referendum over de onafhankelijkheid unaniem gestemd op bij Indonesië blijven en niet onafhankelijk worden. De zogeheten Act of Free Choice bleek een schijnvertoning: alle kiesmannen werden van tevoren geselecteerd, geïsoleerd en bedreigd om dit te kiezen, zo concludeerde de historicus Pieter Drooglever in 2005.
Tekst gaat verder onder de video
Huidige situatie
De westelijke helft van het eiland Nieuw-Guinea maakt ondanks de strijd om de onafhankelijkheid nog altijd deel uit van Indonesië. Mensen kunnen worden gearresteerd en vastgezet voor vreedzame protesten, zoals het hijsen van de Morgenster. Op haat zaaien staat in Indonesië een maximale gevangenisstraf van zeven jaar, voor rebellie maximaal twintig jaar. Voorstanders van de onafhankelijkheid worden regelmatig verwond of gedood door het Indonesische leger en de politie.
Volgens mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties vonden tussen april en november 2021 verschillende gevallen van buitengerechtelijke executies, onder meer van jonge kinderen, gedwongen verdwijning, marteling en onmenselijke behandeling plaats. Naar schatting zijn er sinds 2018 tussen de 60.000 en 100.000 mensen in West-Papau ontheemd. Buitenlandse correspondenten, diplomaten en internationale mensenrechtenorganisaties hebben zeer beperkt toegang tot het sterk gemilitariseerde gebied.
Lees hier het interview met Julia Jouwe, de kleindochter van Nicolaas Jouwe.