Amara van der Elst (2001) werd na haar voordracht tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam in één klap een nationale bekendheid met haar spoken word gedicht. De studente Creative Writing aan de Academie voor Art and Design in Arnhem vond een piepklein gaatje in haar overvolle agenda voor een telefonisch interview met ons.
Vertel eens over je Indische roots?
Mijn opa komt uit Semarang, mijn oma uit Soerabaja. Ik heb een Nederlandse vader, mijn Indische moeder is hier geboren. Ze komt uit een gezin van elf kinderen en de oudste drie zijn in Indonesië geboren. Mijn opa heb ik niet gekend, hij was al overleden toen ik geboren werd. Mijn oma overleed toen ik twaalf was. Maar ik herinner me nog heel goed de tijd met haar. We gingen altijd naar de pasar malam. Ik vergezelde haar ook vaak naar de Indonesische kerk in Den Haag. Ik vond dat altijd heel gezellig, omdat er zoveel Indische mensen waren.
Ik herinner me de sapu lidi, die typische Indonesische handbezem in de hoek van de kamer, en het Indisch eten dat ze altijd maakte.
Maar wat zij en mijn opa in Indonesië hebben meegemaakt, daar weet ik helemaal niets van. Ook mijn moeder heeft haar ouders nooit vragen hierover gesteld. Het beruchte Indische zwijgen.
Je werkt mee aan de documentaire Indisch Zwijgen. Wat ga je onderzoeken?
Ik ga onderzoeken hoe ik van mijn verleden kan leren om vanuit het heden beter de toekomst in te kunnen bewegen.
Was je je altijd bewust van je Indisch-zijn?
Nee, mijn moeder zei altijd: opa en oma kwamen naar Nederland dus dat betekent dat jij autochtoon bent. Dat ik er Indisch uitzag, dáár was ik me wel van bewust, niet dat het zo erg opviel. Ik voelde me ook niet een Nederlands meisje, mij was aangeleerd om mezelf te presenteren als “gewoon” Nederlands. Tot ik in Arnhem ging studeren. Daar werd mijn uiterlijk ineens een issue. Vooral mensen buiten mijn artistieke bubbel konden me niet plaatsen, omdat ze niet wisten waar ik vandaan kwam. Het meest aardige dat er over me gezegd werd was dat ik exotisch was. Maar er kwamen ook vaak vervelende of racistische opmerkingen. Ik was er doodongelukkig. Uiteindelijk besloot ik terug te gaan naar Rotterdam waar ik vanaf mijn twaalfde heb gewoond. Dus nu ga ik elke keer op en neer met de trein, want deze opleiding is alleen in Arnhem.
Ben je door jouw optreden op de Dam meer met je roots bezig?
Ja. Niet zozeer met mijn stamboom, maar vooral wat het voor mij betekent om Indisch te zijn. Ik ben nu trots op mijn afkomst. Ik besefte ineens dat mijn danstaal die ik gebruik tijdens mijn voordrachten, de bewegingen zijn van Indonesische mensen, mijn voorouders. En die danstaal is in de laatste maanden veel specifieker geworden.
Ik kan heel goed stemmingen aanvoelen. Dit heeft denk ik ook met mijn Indisch-zijn te maken. Hoewel ik nooit gelabeld ben, vermoed ik dat ik hoog sensitief ben, want ik ben overgevoelig voor teveel prikkels. Na een optreden moet ik me kunnen terugtrekken zonder mensen om me heen, dan moet ik even weer landen.
Ik ben nu bezig met een project hier in Rotterdam dat Europe fiction heet. Met onder andere meditatie en spiritualiteit ga je kijken naar je voorouders en je inner child. Onlangs heb ik gemediteerd en er kwamen heftige beelden naar boven. Ik denk dat het iets te maken heeft met wat mijn opa en oma in Indië hebben meegemaakt. Na die sessie moest ik ontzettend huilen. Ik wil nu verder gaan onderzoeken wat dit met mij te maken heeft en ik hoop dat ik op deze manier ook meer te weten kom over mijn voorouders.
Mijn moeder geeft me slechts brokjes informatie over het verleden. Misschien weet ze niet meer of vindt ze het moeilijk erover te praten.
De zus van mijn oma is in Indonesië gebleven. Over het hoe en waarom weet ik helemaal niets. Ik weet alleen dat ik daar nog familie heb, maar er is geen contact. Mijn oma heeft ooit een stuk grond voor haar familie gekocht waar een kampong op werd gebouwd. Ik neem aan dat daar nog steeds onze familie woont. Mijn moeder heeft Indonesië nooit bezocht. Mijn oma is ook nooit meer terug geweest. Mijn grote wens is om op korte termijn naar Indonesië te gaan en kennis te maken met het land van mijn voorouders.