Marcel van Doorn: “De hiërarchie was groot in koloniaal Nederlands-Indië”

Geplaatst in: Column, Identiteit, Erfgoed, Film, Historie
Marcel van Doorn is vrijgevestigd therapeut, expert in psychotraumatologie en gespecialiseerd in interculturele opstellingen. Elke maand deelt hij zijn opgedane kennis en ervaringen met Meer Dan Babi Pangang. Deze keer vertelt hij over de film ‘De Oost’ en over hoe alleen praten over trauma niet genoeg is.

Deze dagen is er vooral op sociale media veel aandacht en onrust over de film ‘De Oost’ en worden de verschillen in de Indische gemeenschap heel duidelijk. De hiërarchie was groot in het koloniaal Nederlands-Indië. Bovenaan stond de hoge ambtenarij van witte Hollanders, de totoks en Europeanen. Dan kwamen de hogere goedopgeleide Indo-Europese ambtenaren, die dankzij een lichter uiterlijk hun Aziatische afkomst wisten te camoufleren. Vervolgens de hoge officieren van het koloniale leger, daarna de rijke Chinese en Arabische handelaren, dan Europese militairen van lage rang en een kleurtje gevolgd door de Molukkers met nog lager op de ladder de indo’s die in kazernes of uit kazernekinderen geboren waren. Ten slotte de oorspronkelijke bevolking. Met het uitroepen van de Republiek Indonesia en de vrijheidsstrijd werd deze groep gedwongen het moederland te verlaten. Dit leverde natuurlijk veel schaamte en frustratie op. Het overgrote deel van deze groep is getraumatiseerd. Zowel KL (Koninklijke Landmacht, vol Europees ) als KNIL (Koninklijk Nederlands Indië Leger, Indisch, Moluks en Afrikaner) veteranen en hun families als burgers. Zij zitten vast in trauma overlevingsstrategieën.

De overlevingsstrategieën zijn 75 jaar na dato bijna geperfectioneerd door de opeenvolgende generaties heen, tot zelfs in de vierde generatie.

Ze hebben een eigen werkelijkheid, hun eigen waarheid, gecreëerd. Zo diep is het trauma, zo slecht is er mee omgegaan door de overheid en de instanties van toen en nu. Men heeft de complexiteit van het koloniaal trauma onderschat of zelfs niet waargenomen. In tegenstelling tot Duitsland waar de overheid het voortouw heeft genomen om de verantwoordelijkheid van de daden van het volk te erkennen. Daarmee heeft zij een begin gemaakt van het helingsproces. Gedragen door de groep wordt het makkelijker als individu om het ook te dragen. Hier geldt ook dat iedereen zijn eigen positie, de juiste plek moet innemen waarbij gestopt moet worden met verwijten of oordelen, om het helingsproces goed te doorlopen.

Tegelijk moet niemand zich vergissen. Wat de film ‘De Oost’ laat zien is slechts een ragfijn detail over wat er zich werkelijk heeft afgespeeld in de eeuwen onderdrukking vanwege geld, macht en hebzucht. Het koloniaal trauma is niet alleen de algehele onderdrukking door de kolonist. Het is ook het trauma van de Japanse bezetting én het trauma van de onafhankelijkheidsstrijd. Maar het waren vooral de vergaande sancties die door de Hollanders gebruikt werden. Zodra iemand in de koloniale tijd niet onderdanig was, werd hij gestraft. Niet alleen met de dood, maar ook met verminkingen of zweepslagen of door hem verder als lijfeigene te gebruiken. Of anders door langdurige gevangenisstraf of deportatie naar Zuid-Afrika of naar het concentratiekamp ‘Boven-Tigul’. Alle variaties waren mogelijk.

Daarnaast werden hele familiestructuren overhoop gehaald.

Als een kolonist kinderen had bij een inlandse vrouw kon hij de verwekte kinderen wel of niet erkennen. De inlandse vrouw had geen enkel recht en werd vaak weggestuurd naar haar familie. Maar in de kampong werd zo’n vrouw niet meer geaccepteerd en kreeg ze vaak een paria positie. Feitelijk een dubbel drama waarbij er een scheiding tussen moeder en kind werd geforceerd. Het was de macht van de kolonist en het moraal van een christelijk Europa, dat als een postzegel geplakt werd op een kolonie. Het koloniaal trauma is groter en vandaag de dag terug te vinden in onder andere de wetgeving. Het thema zal zeker nog later aan de orde komen.

Trauma is een overweldigende situatie, maar het is niet de situatie die we beleven die ons overweldigt. We worden getriggerd door die situatie. Trauma is niet de externe situatie waarin we ons bevinden, maar onze innerlijke reactie op die externe situatie. Als we deze externe situatie ervaren zijn er twee zaken van belang. Eén is dat we al extreem gestrest zijn door de situatie en twee, het niveau van stress overstijgt onze basale reacties van vluchten en vechten en dan bevriezen we in die overweldigende situatie. Het gevolg is dat we de werkelijke pijn, diep verstoppen in ons lichaam, niet meer kunnen en hoeven te voelen. Dus één deel van ons is super gestrest en een ander deel, alsof we gefragmenteerd zijn, dat overweldigd is bevriest, om beter te kunnen overleven.

Dit innerlijk intelligent proces is door de eeuwen heen ontwikkeld en geperfectioneerd. Daarbij komt ook nog eens dat wij vaak een deel krijgen toegespeeld als onze voorouders hun traumata niet hebben opgeruimd. Of wij dat nu willen of niet. Het zijn sporen van trauma die onze voorouders hebben opgedaan veelal in de laatste oorlogen, maar ook de wiegendood, overlijden in het kraambed, abortussen, moord en doodslag. Het worden trauma herinneringen in het DNA, die worden doorgegeven aan volgende generaties.

Al eerder heb ik gesteld dat praten alleen niet helpt. Dat weet ik uit eigen ervaring én daarin word ik ondersteund door een van ’s werelds meest vooraanstaande traumadeskundige prof. dr. Bessel van der Kolk. “Praten over trauma – de dominante aanpak die studenten psychologie sinds het begin van de negentiende eeuw aangeleerd krijgen – helpt maar deels”, stelt Van der Kolk. “Want praten kalmeert het lichaam doorgaans niet, terwijl een getraumatiseerd iemand juist daar behoefte aan heeft.” Praten in de groep levert wel (h)erkenning op, gedeelde smart is halve smart, praten kan opluchten maar dat zet niet aan tot een helingsproces.” Stap voor stap, maatwerk aan bieden zoals EMDR, yoga, meditatie, lichaamswerk, spiegeloefeningen, mindfulness, familieopstellingen, coaching, neurofeedback, ontwikkeling van creatieve talenten en sport biedt een uitweg naar het hervinden van de eigen autonomie. Of zoals Van der Kolk zegt: “het vermogen terug winnen om te weten wat je weet en te voelen wat je voelt”.

Wat je nodig hebt is een welwillend mens die oprecht bereid is echt naar je te luisteren zonder oordeel, iemand die jou weer met de menselijke maat ontmoet.

Samen met jou gaat uitzoeken waar nu het werkelijke probleem ligt en wat voor jou zou kunnen werken. Standaard protocollen zijn wat mij betreft uit den boze, omdat ze generaliseren. Het gaat hier om maatwerk, het gaat hier om de mens en niet over een symptoom of een verzameling van symptomen hoeveel gedeelde noemers er ook zijn. Uiteindelijk zijn we meer dan de som der delen. Het erfgoed van de gehele groep is het verdriet van nooit gezien en gehoord worden en zich vreselijk onveilig gevoeld. Het echte werk is weer het terug vinden van de troost. Het is de vriendelijkheid die we naar elkaar toe hebben van mens tot mens.

“Je hoeft het niet allemaal te weten. Soms is dat teveel ja. Gewoon maar voelen en echt, echt luisteren of stil zijn. Stil zijn is ook goed ja. Hmmmmm.” En mijn moeders hand streelde de mijne die vlak bij haar op tafel lag. En terwijl mijn moeder naar binnen keek bleef ze ongemerkt mijn hand strelen. Ik zag aan haar dat ze terug was in haar jeugd, in haar geboorteland. “Zo”, klonk het plots. “En, wat heb je gemaakt? Makanan?”

Verder lezen

Column

Column: Hoe de Indische burgemeester van Amsterdam het koloniale systeem prees in een toespraak

Column

Column: Comité Indië Weerbaar in Nederland

Column     Erfgoed

Column: Bapao met witte thee